STRAFVORDERING
BEGRIP
= geheel van rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan verdacht
worden van een misdrijf te hebben gepleegd. – het zijn procedureregels.
= formeel strafrecht, strafprocesrecht of strafvordering. – strafprocesrecht is veel actueler maar maakt allemaal
niet zoveel uit. – nieuwe wetboek zal ‘Wetboek van strafprocesrecht’ heten.
Bepaalde onderzoeken zijn maar mogelijk voor misdrijven van een bepaalde ernst, bij de omschrijving van de
misdrijven waarvoor bepaalde onderzoeksdaden in aanmerking komen, moeten we terugkeren naar het
materieel strafrecht – het zijn communicerende vaten.
ONDERSCHEID TUSSEN MATERIEEL EN FORMEEL STRAFRECHT
Op 3 niveaus:
1. Personen tot wie de regels gericht zijn
Materieel strafrecht richt zich tot iedereen <-> formeel strafrecht in eerste plaats gericht tot overheid – daar
zitten natuurlijk ook regels in die gericht zijn tot de particulieren maar vooral gericht op de overheid, nl. dat
wetboek zegt welke grenzen de overheid in acht moet nemen wanneer men iemand wenst te vervolgen.
Bv. huiszoeking – je mag maar één uitvoeren als je bevel hebt van een rechter tenzij de bewoner schriftelijk en
voorafgaand toestemming geeft tot huiszoeking. – rechtstreekse en ernstige aantasting van uw privacy.
ook een hele set van regels bij telefoontap.
2. Inhoud van deze regels
Materieel strafrecht heeft een zeer duidelijke inhoud, een vanzelfsprekende inhoud, misdrijven worden hier
beschreven – bijna een tarieflijst waarbij gezegd wordt hoeveel een misdrijf u kan kosten. <-> formeel
strafrecht is veel minder vanzelfsprekend, procedureregels e.d. evolueren, afkomstig uit 1808.
Bv. Bende Van Nijvel – november 1985 één van de laatste aanslagen, betekent dat met alle verlengingen
ondertussen aan het maximum zit. – eind 2024 zijn de verjaringen van deze misdrijven van deze Bende
bereikt. – we kunnen het voorbeeld van Nederland volgen en zeggen dat levensdelicten NIET verjaren.
3. Sanctionering van schending van de regels
Een regel die niet gesanctioneerd wordt, heeft grote kans om dode letter te blijven en heeft kans om nooit
gesanctioneerd te worden.
Bv. COVID – 19 -regels – waarom zijn ze versoepeld ? – men is tot het besef gekomen dat als je een regel niet
kan controleren, hij niet wordt nageleefd. – als er geen stok achter de deur is, zijn wij niet geneigd om de
regels na te leven.
Evenwicht zoeken tussen belangen van overheid en die van de burgers.
In het materieel strafrecht is er steeds duidelijke bestraffing <-> in het formeel strafrecht is er niet steeds een
sanctie, daarnaast staat die sanctie ook niet vast. – groot probleem ! – als verjaring bereikt wordt, is de sanctie
wel duidelijk want dan vervalt de strafvordering.
DOEL STRAFPROCES
= waarheidsvinding. – lukt meestal en wordt dan ook meestal achterhaald. MAAR sommige blijven
onopgelost, zoals de kwestie rond de Bende van Nijvel – ‘the cold cases’.
Er is ook een tweede doelstelling = bescherming van individuele grondrechten – sinds 70 jaar hangt men zeer
veel belang aan deze rechten, dit alles naar aanleiding van de gruweldaden van de wereldoorlogen.
In 2017 discussie over verlenging van arrestatietermijn – hiervoor max. 24 u beroving zonder bevel van
rechter. – politie heeft recht om iemand te arresteren, hetzij uit eigen beweging, hetzij op bevel van de
procureur des Konings.
Wijziging in 2017 naar 48 u. – 72 u werd gepropageerd voor terrorisme – voorstel is weggestemd en
dan is de regering gekomen met een nieuw voorstel – 48 u voor alle misdrijven en dat heeft het dus
gehaald.
We zitten in een periode van een meer repressieve aanpak van de criminaliteit – het is de tijdsgeest. – het is
een slingerbeweging, vroeg of laat keert die eens terug.
,Verschil werkelijkheid en media:
Bv. illegalen die zich integreren en Nederlands spreken – als men zegt dat die terug willen – dat duurt tot
wanneer er iemand is uit een buurt die vriendelijk is en plotseling het bevel krijgt om het grondgebied te
verlaten – verdiende zijn brood als loodgieter, kinderen gingen hier naar school en onmiddellijk die mensen die
anders zeggen: ‘buiten !’. – die gingen voor hem in de bres springen, dat is zo omdat er een groot verschil is
tussen iemand die een misdrijf heeft begaan, tot je voor die mens staat – eens de rechter de mens ziet die
achter het dossier zit, hanteert men zeer dikwijls een andere manier van kijken – de (sociale) media klopt heel
vaak nog eens alles op.
De realiteit is meestal grijs en is niet spectaculair maar het is wel zo – die slingerbeweging zal zich
weer opnieuw manifesteren.
ACCUSATOIRE EN INQUISITOIRE RECHTSPLEGING
1. Accusatoire rechtspleging
= datgeen wat we in de common law landen tegen komen, VK, VS, …
= type dat een horizontale processtructuur heeft, zoals in het burgerlijk procesrecht, met name een
eiser en een verweerder – stelt procedure in en een rechter zal als derde – beoordelaar het geschil
beslechten.
In Amerikaanse rechtszalen staan OM en beklaagden op gelijke voet en heeft geen speciale prerogatieven. –
OM moet maar zijn werk doen, krijgt het woord, ook fysiek op gelijke voet in de zaal.
Rechter heeft zeer passieve rol, rechter speelt slechts de rol van een arbiter, die 10 % zaken die nog voor de
rechter komen worden gekenmerkt door een rechter die regisseur is die zorgt dat elkeen binnen de grenzen
blijft van wat mag maar gaat zelf geen vragen stellen aan de getuigen – al de andere zaken worden via plea
bargaining geregeld.
= volledige of grote openbaarheid.
Plea bargaining = een onderhandeling tussen procureur en verdediging waarbij het tot een akkoord
komt over de kwalificatie en de straf.
2. Inquisitoire rechtspleging
= meeste West – Europese landen hanteren dit, vrijwel alle Europese landen.
= verticaal, structuur waarbij het OM een preferentiële positie heeft in het proces, itt de VS zit het
OM ook vooraan in de rechtszaal en heeft een stapje voor op de verdediging.
Rechter heeft actieve rol, bij getuigenverhoor gaat de rechter ook vragen stellen net zoals het OM.
Zuivere accusatoire of inquisitoire systemen zijn nergens meer te vinden.
Ons systeem is hoofdzakelijk inquisitoir met vooronderzoek onder leiding van OM of
onderzoeksrechter, maar een onderzoek ter terechtzitting dat accusatoir is, maar op basis van
tijdens vooronderzoek samengesteld strafdossier.
STRAFRECHTSHERVORMING IN EUROPA
In het Parlement dat op dit moment gekozen is bij de verkiezingen van vorige jaar zijn 2 wetsvoorstellen
ingediend:
1. Strafwetboek
2. Wetboek van strafprocesrecht
Als wetsvoorstel omdat dat teksten zijn die er gekomen zijn op initiatief van MvJ Koen Geens.
BELGIË
In 1998 is vooronderzoek zeer grondig hervormd door de Wet Franchimont (hoogleraar strafprocesrecht aan
Universiteit van Luik) + heel pak hervormingen van politie en justitie = Grote Politiehervorming in 1998 – Hoge
Raad voor Justitie ook opgericht toen.
De kathalysator hiervoor was Marc Dutroux – 1996 Parlementaire Onderzoekscommissie -> 1998
hele hervorming en van de politie omdat gebleken was dat in het onderzoek naar Dutroux, de
, fractionering van politiediensten nefast was voor het onderzoek, had efficiënter kunnen worden zonder
die 3 diensten: Rijkswacht, Gemeentepolitie en de Gerechtelijke Politie. – in 1998 één Politiedienst.
Later de 7 Potpourriwetten van Geens – Potpourri 2 heeft tal van bepalingen gewijzigd voor het
strafprocesrecht.
Niet dat er niets gebeurd is MAAR het probleem is natuurlijk dat het telkens een beetje oplapwerk is maar het is
een bestaand vehikel dat je grondig gaat verbouwen zodanig dat je er nog verder mee kan (bv. met wagen
naar garagist gaan en 2 jaar verder MAAR dan zegt garagist dat je echt een nieuwe moet kopen) – hier zijn we
nu aangekomen met onze strafprocedure.
VERLOOP VAN STRAFPROCES
In een burgerlijk proces heb je maar één procesfase, er is geen vooronderzoek ! <-> ih strafproces
is dit wel zo.
Bv. zaak Chovanec – er was wel degelijk een onderzoek – ongeacht de manier waarop de politie zich
gedragen heeft.
2 soorten onderzoek:
Eerste vraag die je u moet stellen: ‘in welk scenario zitten we, gerechtelijk of opsporingsonderzoek ?’ –
bepaalde zaken kunnen of niet.
1. Opsporingsonderzoek
= onderzoek geleid door PdK en daar komt geen onderzoeksrechter aan te pas, eens dat beëindigd is, sluit hij
dat ook af en beslist hij zelf of hij vervolgt, seponeert of kiest voor een buitengerechtelijke afhandeling. = in 95
% van de gevallen.
2. Gerechtelijk onderzoek
= vele malen kleiner dan opsporingsonderzoeken maar hebben wel betrekking op zwaardere feiten omdat hier
voornamelijk dwangmaatregelen vereist zijn.
= onderzoek geleid door de onderzoeksrechter, wordt afgesloten – niet meer door een seponering – en wordt
door de Raadkamer beoordeeld of het naar de vonnisgerechten moet, ja dan neen. MAAR probleem: hoe meer
waarborg je inbouwt, hoe complexer en logger het systeem is en hoe langer het duurt.
= in 5 – 10 % van de gevallen.
KENMERKEN VOORONDERZOEK IN GLOBO
- Geheim (1)
Moet geheim zijn ter wille van de efficiëntie, kan niet anders.
Als je nu ondervraagd wordt, krijg je of heb je recht op een kopie van uw ondervraging, van de verklaring die
je hebt afgelegd en is geacteerd in het proces – verbaal. – PdK kan dit wel 3 maanden uitstellen.
Voor beide soorten vooronderzoek heb je een mogelijkheid om inzage te vragen. – als dat geweigerd wordt kan
je in hoger beroep gaan bij de Kamer van Inbeschuldigingstelling.
Vooronderzoek = geheim tav het publiek, burgers, journalisten MAAR wel zo dat er persmededelingen gedaan
mogen worden door de PdK + de advocaat mag persmededelingen doen MAAR voorwaarden in art. 28
quinquies, men mag het vermoeden van onschuld niet schenden. – zou ook deontologische inbreuk zijn door de
advocaat.
- Niet – tegensprekelijk karakter (2)
Vooronderzoek = niet – tegensprekelijk – je kan er niets tegen doen. In gerechtelijk onderzoek iets
meer participatie omdat je daar bijkomende onderzoeksdaden kunt vragen en recht hebt op
tegenexpertise.
- Schriftelijk karakter (3)
= van alles wat er gebeurt moet er een proces – verbaal worden opgesteld.
Vermits het vooronderzoek geheim is en niemand getuige is, moet er een document worden
opgesteld want als dat niet gebeurt, is er achteraf geen controle mogelijk van dat vooronderzoek.
, II. HET ONDERZOEK TEN GRONDE
- Openbaarheid van zitting en uitspraak (1)
Uitz. In art. 148 Gw. – zedenzaken meestal achter gesloten deuren, hetzij ambtshalve door rechter, hetzij op
verzoek van één van de partijen. – komt vaak voor.
Uitz. In art. 6 EVRM – bescherming van privéleven van partijen, rechter kan dit doen als de openbaarheid het
privéleven van de partijen in het gedrang zou brengen. – komt weinig voor.
deze uitzonderingen gelden niet voor wat betreft de uitspraak, ook niet voor een zedenzaak dus.
2 soorten openbaarheid:
Interne openbaarheid
= openbaarheid voor de partijen zelf = alle stukken waarop het OM zich steunt, moeten zich in het dossier
bevinden.
Externe openbaarheid
= de openbaarheid naar derden toe.
- Tegensprekelijk karakter (2)
Eenmaal je voor de vonnisrechter zit, zit je niet enkel in openbare zitting maar heb je ook recht op
tegenspraak. – je bent niet verplicht om naar de zitting te komen, je kan verstek laten gaan.
+ volledige equality of arms MAAR het strafdossier blijft in de praktijk wel zeer belangrijk, de rechter is in zeer
grote mate een ‘verificatierechter’ geworden waarmee men bedoelt dat – oorspronkelijke bedoeling is dat de
rechter het volledige bewijs opnieuw laat uitrollen – op een zitting soms eens een getuige of deskundige wordt
opgeroepen, maar NOOIT IEDEREEN OPNIEUW GEHOORD WORDT. – men discussieert de stukken die
zich in het strafdossier bevinden.
- Mondeling karakter (3)
Zittingsblad = proces – verbaal van de terechtzitting – wordt bijgehouden door de griffier. – summier
schriftelijk verslag van de zitting, schrijft de essentie neer van wat er gezegd wordt.
ACTOREN IN HET STRAFPROCES
I. DE VERDACHTE
= belangrijkste speler, persoon die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben gepleegd.
belangrijk om de verschillende gradaties van verdachte te onderscheiden:
o Inverdenkinggestelde: ofwel automatisch ofwel ingevolge IVS
o Inbeschuldigingstelling: Hof van Assisen
o Beklaagde: tijdens onderzoek ter terechtzitting
o Beschuldigde: Hof van Assisen
o Veroordeelde
in Nederland hebben slachtoffers heel wat minder rechten dan hier in België. – slachtoffer kan
worden gehoord, niet hetzelfde als partij zijn. – gaat in eerste instantie om de verdachte = essentie.
=> pas daarna kijken naar slachtoffer.
II. DE ADVOCAAT
De advocaat is géén partij, hij staat een partij bij, in feite is de advocaat een technisch adviseur die
de partij bijstaat.
= essentieel omdat de meerderheid van de partijen in een strafproces niet juridisch gevormd is.
Wat er soms gebeurt, is dat mensen de dag voor de zitting zeggen van: ‘verdorie ik heb geen advocaat.’ – dan
zijn ze onmiddellijk veroordeeld en vragen ze om een advocaat, dan gaat de rechter de zaak uitstellen om u toe
te laten om contact te hebben met een advocaat omdat dat essentieel is voor uw rechten van verdediging.