Communicatie examen
1. Relatiegericht werken in de begeleiding
1.1. Kwaliteiten van de begeleider
- Natuurlijke neiging om te willen helpen dient bijgeschaafd te worden
- Ontw. Van begeleidersaspecten & houdingsaspecten
- Integreren van aangeleerde vaardigheden met eigen persoonlijkheid
- Belangrijke algemene kwaliteiten van beginnende begeleiders
o Betrokkenheid
o Kennis & inzichten
o Leergierigheid
o Warmte & vriendelijkheid
o Zorgzaamheid
- Vaardigheden & houdingsaspecten effectieve begeleider
o Goede verbale kwaliteiten
o Een juiste afstemming
o Gedachten & gevoelens kunnen benoemen & kunnen verhelderen
o Persoonlijk inzicht
o Affectie aan de client kunnen laten zien
o Warmte & acceptatie
o Empathie
o Gerichtheid op de ander
1.2. Contact maken
- Hoe gaat de client om met problemen/ vraagstukken?
- Verhouding mogelijkheden & onmogelijkheden van de client =
weegschaalmodel:
o
o
D RAA G KRA CH T
PERSOONS- ONTWIKKELINGS-
KENMERKEN TAKEN
VAARDIGHEDEN BELASTBAARHEID
DRA AG LAST
- Contact maken met cliënt is als het ware een uitnodiging om samen het
begeleidersproces aan te gaan
- Cliënten hebben recht om te begrijpen wat de intenties & strategieën zijn in
de helpende & ondersteunende relatie
- begeleiders hebben ethische verantwoordelijkheid om cliënten volledig
te informeren over begeleidingsproces: geen verborgen agenda!!
, - Belangrijk dat je echt bent
- Stel vragen, cliënten hebben altijd het recht om niet te antwoorden
- 2 manieren van contact maken:
o Formeel
Eerste contact/ gesprek
Informatief
In begin afstandelijker
Eenzijdig
o Informeel
Basis van vertrouwen (kan rap geschonden worden)
Samen doelen opstellen om ergens naartoe te werken
Openheid
- Nood aan creativiteit met weinig middelen tijdsgebrek
contact afspraken acties
o
o Altijd proberen beste te maken van de korte contactmomenten, hoe
meer betrouwbaarheid, veiligheid
o Tijdsgebrek = groot probleem in de sector
1.3. Eigen inbreng bij begeleiden
- Persoonlijke bijdrage:
o Hulpverlener zet zich in
o Enigheid & subjectiviteit die je aan begeleiding meegeeft
- Inhoudelijke bijdrage :
o Inhoudelijk voldoen aan vraag/ behoefte van cliënt & hoe je samen wil
werken aan gestelde doel
o Inhoudelijk aantal facetten moeten onderzoeken, aanbieden, …
- Alles hangt af van de organisatie! (w & n, regels, afspraken, doelen, …)
- Discretionaire ruimte:
o Jij als persoon hebt binnen de gemaakte afspraken ook ruimte om
zaken in te vullen
Vb. je bent iemand die houdt van open communicatie, die
eerlijk & direct wilt communiceren, jan is direct terwijl Fadoua
het rustig aan wil doen met haar cliënt iedereen ontwikkelt
een eigen begeleidersstijl
- Wanneer je als HV terechtkomt in een voorziening zijn er altijd verwachtingen
va de organisatie die binnen de organisatie gemaakt zijn.
Diagnose-
receptmodel Circulaire
verbinding
-
o Diagnose- receptmodel:
Er wordt een diagnose gesteld & er komt een ‘recept’
tegenover te staan bv. Bij dokter, psychiater, …
, Niet handig in deze sector, moet samengewerkt worden met
cliënten & is belangrijk dat je samen naar oplossingen gaat
zoeken & dat begeleider niet zomaar behandeling geeft zonder
inspraak
Direct oplossing
o Circulaire verbinding (belangrijk!):
Als je gesprekken voert zal er altijd een wederzijdse
beïnvloeding zijn (actie- reactie)
Wat je als HV doet heeft effect op cliënt & andersom
Soms heeft een probleem/ een situatie ‘diepere’ achterliggende
redenen waar je niet direct een oplossing voor kunt geven
Hier moeten we in onze sector naar streven
Leren van elkaar, zowel HV als Cl.
1.4. Waarom zoeken mensen ondersteuning?
- Vrijwillige begeleiding/ hulpverlening:
o Cliënt gaat zelf hulp zoeken
- Voorwaardelijke begeleiding/ hulpverlening:
o Vaak mensen die in probatie zitten, om de tijd moeten ze verplicht
gesprekken gaan voeren
o Niet begeleide minderjarigen: jongeren (uit vreselijke situaties) die
gevlucht zijn in thuisland & ergens toekomen zonder ouders/ familie
zorgen dat je die jongere verblijfsvergunning & verblijfspapieren geeft
- Onvrijwillige begeleiding/ hulpverlening:
o Jongeren die geplaatst zijn in gesloten instelling
o Kinderen die omwille van een onveilige gezinssituatie geplaatst worden
door de jeugdrechter in voorziening
1.5. Voorwaarden voor effectieve begeleiding
- Begeleidingsproces valt/ staat met een prettige & verbindende relatie
- Focus op opbouwen van goede relatie: “wie kan ik voor jou zijn”:
o Snel/ rap, cliënt ruimte geven, verbinding maken, wie moet ik zijn
voor de cliënt om deze aan te zetten om zelf actie te ondernemen
- Symptoombestrijding verandering naar stabiliteit
o Moeten te allen tijde onze cliënt aanzetten tot veranderen, maar die
cliënt is daar niet altijd aan toe (je kunt hem/ haar niet verplichten)
o Belangrijk dat je hier & nu iets gaat doen aan de stabiliteitsvestiging
- Behoefte van cliënt helder & concreet formuleren afstemmen op cliënt
o Wederzijdse beïnvloeding, op elkaar afstemmen, niet onze behoefte!
Die van de cliënt
- Verandering door motivatie, nieuwe ervaring, anders kijken, persoonlijke
groei, …
1.6. Effectieve methoden van begeleiding
- Evidence base practice:
o Je onderneemt actie met een Cl. En dat geeft het effect dat je wou,
het betekent niet dat dit bij Cl. A lukt dat dit dan ook bij cliënt B lukt
- Theorie van de presentie (heel belangrijk!):
o Baart
, o Onze HV is erop gericht dat onze cliënt naar ons toekomt voor een
intakegesprek de drempel = heel hoog, de cliënten zullen er lang
over doen om hulp te zoeken Cl. Komen in onze comfortzone
(werkplek), voor ons is dit oké , maar voor hun is het wat
ongemakkelijk
o Presentietheorie = dat de HV zelf naar de cliënt gaat:
De persoon waar je naartoe gaat = belangrijker dan het
probleem, je wil present zijn/ er zijn voor je cliënt
Je gaat naar de comfortzone van je Cl., je gaat weg van je
werkplek & gaat proberen contact te leggen on de omgeving
van de cliënten
Komt erop neer dat je proactief aan de slag gaat & dan je
probeert emotioneel betrokken te zijn, je laat ongedwongen
zien dat je er bent, nabijheid
1.7. Moeilijkheden in het begeleiden & ondersteunen
- Kleine motivatie
- Veranderingsproblemen:
o Waarom zouden we moeten veranderen, het is goed zo, angst om te
veranderen, wanneer je er een voordeel uit kunt halen, kan dat het
makkelijker maken
- Gevaar van afhankelijkheid:
o Cl. Mag afhankelijk zijn van de HV, maar dit kan een gevaar worden
wanneer het een echt patroon wordt.
- Eigen w & n laten mee gelden
2. Relatie opbouwen
2.1. Begeleiders- en cliëntkenmerken
- 1e indruk = vaak de indruk die blijft hangen!
- Kenmerken begeleider:
o Vertrouwen uitstralen
o Open
o Kunnen communiceren
o Empathisch
- Cliënt (onderzoeken bij 1e contact)
o Is hij in staat om naar zichzelf te kijken?
o Hoe kijkt hij naar zijn aandeel in de situatie?
o In hoeverre heeft hij zicht op eigen mogelijkheden?
o Gelooft hij in eigen kwaliteiten?
o In hoeverre heeft hij zicht op de maakbaarheid van zijn eigen leven?
o Hoe gemotiveerd is hij?
o Hoe onafhankelijk & autonoom wil hij zijn & waar hangt dit mee
samen?
o ga op zoek naar de verwachtingen van de cliënt, dit kan al veel
zeggen
o Hoe gemotiveerd is de Cl.? Wil hij/ zij meewerken aan een oplossing?
- Belangrijk dat we een Cl. Niet zien als een persoon met een probleem, er zit
veel meer achter deze persoon.
- Containerbegrip: