Thomas More Mechelen
Campus Kruidtuin
-
1 BA kleuteronderwijs
Charlotte Van der Heyden
-
Oriëntatie op de wereld 1
Jana Crobeck
Hoofdstuk 1: Inleiding
WO is een vak met een teveel aan opvraagbare kennis, leerstof zonder of te weinig
werkelijkheidswaarde, weinig of geen inbreng van de kinderen. OW is veel meer, geen ander
leerdomein sluit meer aan bij de actualiteit aan de wereld rondom ons.
Om inhoudelijk betekenis te kunnen geven aan de term “oriëntatie op de wereld” splitsen we het
woord op in ‘wereld’ en ‘oriëntatie’
☞ wereld
= een klein bolletje dat het ontdekken waard is
→ bekijken als leefwereld, als aarde en als een bron van grondstoffen
= een bol waar iedereen (mens en dier) samen leeft met elkaar, maar elk toch op zijn eigen manier
→ verschillende culturen → verschillende landen
→ verschillende talen → verschillende huidskleuren
De drie belangrijke aspecten binnen oriëntatie op de wereld, hoe je de wereld moet bekijken:
→ als planeet aarde - onze planeet als deel van het heelal, onderdeel van de kosmos. Dat deel van
het heelal waar reeds veel over gekend is, veel is over neergeschreven, verder bestudeert wordt, … en
waarvan we steeds maar meer vaststellen dat er nog zoveel is dat we niet kennen, niet weten en niet
begrijpen.
→ als leefruimte - woonplaats van mensen, dieren en planten. Drie groepen van leven, die
gedwongen zijn om samen te leven. Al tonen ontwikkelingen ons het tegendeel. Leefruimte is ook
strijd om het territorium, organisatie en ontwikkeling, ontstaan van macht en gezag, armoede en
rijkdom.
→ als bron de aarde is een leverancier van grondstoffen.
☞ oriëntatie
= een aardrijkskundig begrip - de mens wil zich oriënteren, we plaatsen dingen en onszelf
overeenkomstig met de windstreken en gebruiken als hulp een kompas of kaart.
,= zich richten op een bepaald idee - zich focussen op een interessant onderwerp, nagaan waar en
hoe men zich in een maatschappelijk of sociaal milieu bevindt
= je op de hoogte stellen van de laatste trends - in de muziek, de kleding, …
= jezelf inlichten over politieke en sociale ontwikkelingen - in de onmiddellijke omgeving en
in de gehele wereld
= op verkenning gaan in minder gekende gebieden - werkelijkheid domeinen als wetenschap
en techniek
1. Oriëntatie op de wereld voor kleuters
→ kleuters ontwikkelen in diezelfde wereld, als leerkracht is hun beginsituatie kennen dus de
aanleiding om hen verder te ontwikkelen.
→ er zijn verschillende manieren om in de kleuterklas tegemoet te komen aan de ontwikkeling van
oriëntatie op de wereld
Je moet verwonderd kunnen zijn, vragen durven stellen en antwoorden toelaten. Graag leven en
open naar de wereld kunnen kijken, wel kritisch en filosofisch.
→ Je moet mensen, kleuters zichzelf laten zijn = wereldoriënterend denken
voorbeeld: bloemkool - naar de markt, daar zijn verschillende bloemkolen en
geen enkele is hetzelfde!
→ verwonderd door de verschillende roosjes die in elkaar groeien
met bladeren als een cocon errond
Een kleuter ontdekt de wereld nog maar pas en die ontdekking levert prachtige vragen op zoals:
- wie heeft de zee gemaakt?
- wat zit er in mijn hoofd?
- is morgen straks? en gisteren? wanneer komt mijn mama?
- hoe komt het dat een schaar kan knippen?
2. Het ZILL
Het is belangrijk dat kleuters zelf, vanuit een explorerende en onderzoekende houding, kansen
krijgen om competenter te worden in de zes domeinen van wereldoriëntatie.
De 6 domeinen of wetenschapsgebieden:
1. oriëntatie op de natuur
- ik verken de natuur en ben er dankbaar voor. Ik wil meer te weten komen over de
natuur en de kosmos
2. oriëntatie op bewegingscultuur
- ik ben geïnteresseerd in de bewegingscultuur. Ik speel, sport en beweeg.
, 3. oriëntatie op techniek
- ik ben nieuwsgierig naar technische systemen en processen en pas ze toe. Ik zie in
hoe techniek, wetenschap en samenleving elkaar beïnvloeden
4. oriëntatie op de samenleving
- ik ben nieuwsgierig naar en draag bij tot het samenleven van mensen. Ik zie in hoe
samenlevingen functioneren
5. oriëntatie op de tijd
- ik ben nieuwsgierig naar evolutie en ontwikkel historisch besef. Ik kan tijd
inschatten, plannen en ordenen
6. oriëntatie op de ruimte
- ik verken en waardeer mijn omgeving en ontwikkel geografisch besef. Ik beweeg me
veilig in het verkeer
3. Algemene bedoelingen van oriëntatie op de wereld
☞ elk kind is uniek
☞ levensecht leren - niet alleen omdat er waarheidsgetrouwe, eigentijdse en realistische
onderwerpen aan bod komen, maar ook omdat een samenhang ontstaat met leren op alle vlakken.
☞ kansen voor kleuters om zich sociaal en communicatief te ontplooien - van gedachten
wisselen, samenwerken, ontdekken dat er veel verschillende meningen zijn, keuzes maken, …
☞ roept voortdurend op tot actie en engagement - ze leren solidair en verantwoordelijk zijn,
leren omgaan met emoties, opkomen tegen verspilling, …
☞ vertoont dynamiek en bewogenheid
☞ samenhang tussen de verschillende leergebieden - ordenen, experimenteren, verwoorden, …
Als leerkracht krijg je kansen om interesses te verbreden en uit te diepen voor en met de kleuters,
zodat ze een blijvende indruk kunnen achterlaten. Het is wel belangrijk dat de kleuters zelf, vanuit
een explorerende en onderzoekende houding, kansen krijgen om competenter te worden in de
wereld van de natuur, de mens, maatschappij, tijd en ruimte.
→ we helpen kleuters competenties te ontwikkelen om zich in situaties waarin ze terechtkomen
goed te voelen.