In dit document vind je een opsomming van alle (belangrijke) personen en begrippen die tijdens de les aanbod komen en in de slides staan. D.w.z. niet alle begrippen van het handboek (want niet allemaal te kennen voor het examen).
Handige lijst als je die naast je cursus legt, en voor jezelf gebr...
Hoofdstuk 1: Politiek en politicologie
Lipset Voorstander van ‘comparative Legende
politics’. Als je maar één land belangrijke personen en hun
kent, ken je eigenlijk geen theoriën/ visies.
enkel land.
David Easten Heeft een model ontwikkeld: belangrijke begrippen
de politieke kringloop. Inputs
worden omgezet in outputs
en door middel van feedback
ontstaat er een kringloop.
Politieke Wilen politieke gebeurtenissen en instellingen beschrijven,
wetenschappen begrijpen en verklaren (niet beoordelen). Voorwaarden:
intellectuele distantie en wetenschappelijke methode.
Intellectuele Niet mengen in politiek debat.
distantie
Comparative Voortdurend politieke systemen vergelijken. Onderdeel van
Politics politieke wetenschappen. Opvolgingsvakken zijn: Politieke
communicatie, internationale betrekkngen…
Politiek Het sturen van een samenleving d.m.v. afspraken. Politiek is
overal waar regels bestaan.
Territorium Een gebied met beperkte autonomie.
Soevereiniteit Het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit
te oefenen zonder dat verantwoording is verschuldigd aan
een ander orgaan.
Staat Is soeverein en heeft territoriaal gebonden regels.
Nachtwakerstaat Oude vorm van staat, weinig ingrijpen van de staat enkel
ordehandhaving, defensie en belastingen.
Regime Politiek systeem
Politicoloog Heeft als doel regelmaat in fenomenen te ontdekken en
hierdoor complexe fenomenen te vereenvoudigen.
Concept Een begrip of algemene categorie dat een verschijnsel precies
afbakent.
Model Vereenvoudige voorstelling van de realiteit, relaties tussen
concepten. (statische modellen bevatten slechts enkele
variabelen).
Theorieën Beschrijven hoe en waarom politieke verschijnselen met
elkaar in verband staan, verhaal over causaliteit.
Hypothese Voorspelling waarvan nagegaan kan worden of ze klopt.
1
,Hoofdstuk 2: Staat en macht
Max Weber Alleen de staat heeft een monopolie op legitiem
(proportioneel) geweld.
Max weber Er zijn drie soorten van gezag: traditionele, charismatische en
rationeel-legalistische.
Amartya Sen Ongelijkheid is ook een vorm van macht waardoor mensen
niet al hun mogelijkheden ontwikkelen (onderdrukking).
Luc Huyse Emigratie van politieke macht (boek ‘de democratie voorbij’):
verkozen politici hebben op lange termijn alsmaar minder
macht. Journalisten, wetenschappers en grote bedrijven
hebben meer macht dan politici.
Plato Beschrijft de ideale staat in ‘De staat’. Een speciaal opgeleide
klasse (koning-wijsgeer) kunnen de samenleving beter leiden
dan de gewone burger. Dat zal voor iedereen beter zijn.
Belangrijk is dat de elite niet onbaatzuchtig mag zijn. Traditie
en gezag staan centraal.
Aristoteles Optimistisch mensbeeld. Minder top-down en elitair: burgers
zouden zich moeten bezighouden met politiek want dat
ontwikkelt ons. Zonder ingrijpen ontwikkelt zich een spontaan
politiek systeem. Voorstander van directe democratie.
Thomas Heel pessimistisch mensbeeld. Mensen streven enkel
Hobbes eigenbelang na (driften), leidt tot oorlog als er geen heerser
(levathian) die ze met alle middelen in stand mag houden. Via
een sociaal contract, het vrijwillig afstaan van macht uit
eigenbelang, geven we die macht aan de heerser.
Jean-Jacques Er is een sociaal contract, maar als je mensen mee laat
Rousseau beslissen door inspraak en deliberatie, dan komt daar iets
goed van (volonté générale > populisme).
Bindende regels Eigenheid van regels van de staat die gevolgd moeten
worden. Staat kan geweld gebruiken om af te dwingen.
Socio- Moderne rechten en zijn niet indivdueek afdwingbaar. Gaat
economische samen met de uitbreiding van de staat.
rechten
Macht De mogelijkheid van A om te zorgen dat B een handeling stelt
die B anders niet zou stellen.
Traditioneel Gezag door traditie en gewoonte (erfopvolging). En of het
gezag politieke gezag valt samen met militair gezag en religieus
aanzien recht van de sterkste.
Charismatisch Gezag door persoonlijke eigenschappen van gezagsdrager
gezag
2
, Rationeel- Gezag uit respect voor de regels
legalistisch
gezag
Politieke Centrale vraag: waarom mag de staat ingrijpen in mijn
filosofie persoonlijk leven?
Proportioneel Geweld van de staat in verhouding tot de overtreding.
staatsgeweld
Grondwet Eerste en belangrijkste regel van het land: zegt hoe andere
regels gemaakt worden; bevat basisregels van het
functioneren van politiek systeem en bevat grondrechten van
burgers.
Magna carta
Liberale Een democratie met basisrechten en vrijheden, voorwaarde
democratie voor vrije verkiezingen (en dus democratie). Zoals: vrije
meningsuiting, vrijheid van vereniging …
Rule of law Ook de heerser moet zich houden aan de regels.
Supremacy of Het parlement is de hoogste macht.
parliament
Naakte macht Oudste vorm van macht: beslissen, bevelen en afdwingen
Agenda-setting Belang en richting van thema bepalen (enkel waarover en niet
macht wat). De premier en de media heeft vaak die macht.
Hegemonische Meest extreme vorm van macht: bepalen wat ‘gedacht wordt’.
macht
Overheidsbeslag Het aandeel van overheidsuitgaven ten opzichte van het bruto
binnenlands product (%). Rijkdom van het land via de
overheid.
Natiestaat Een staat met één dominante natie, waarmee een soeverein
territorium wordt geboden aan een bepaalde natie en haar
culturele identiteit.
Depersonaliteit Ontkoppeling van de heerser aan het gezag.
van gezag
Homogenisering Zelfde regels op heel het grondgebied.
Moderne Bevolking, staat, taal, en cultuur vallen samen (België is
‘natiestaat’ hierbij een twijfelgeval).
Roldifferentiatie Politiek, religie en militair hangen niet samen, hebben niet
dezelfde leider. Typisch kenmerk voor grote staten.
Hoofdstuk 3: Breuklijnen en ideologieën
Lipset & Rokkan Schreven een boek over partijsystemen en
kiezersgroeperingen: waaronder breuklijnen en freezing
hypothesis.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur salmaelkhalfaoui. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €0,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.