Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvattingen histologie en histopathologie €15,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvattingen histologie en histopathologie

 47 vues  0 fois vendu

Samenvattingen van alle lessen histologie en histopathologie (enkel de eerste les over hart en circulatie ontbreekt). Behaalde cijfer na het leren van deze samenvatting: 16/20

Aperçu 4 sur 214  pages

  • Non
  • Hoofdstukken 2de jaar
  • 13 février 2022
  • 214
  • 2021/2022
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (25)
avatar-seller
AVL2
Lymfoïde systeem
1. Immuunsysteem

Niet-specifieke componenten = monocyten/ macrofagen, granulocyten -> vormen eerste
verdedigingslinie, en NK cellen

Speciefieke componenten = immuuncompetente lymfocyten

Functies lymfocyten
1. Onderscheidt maken tussen cellen die van het lichaam zelf zijn en lichaamsvreemde stoffen
2. Lichaamsvreemde stoffen inactiveren en vernietigen

Immuuncompetent = met specifieke immuunreactie op lichaamsvreemde stoffen/ organismen
reageren

Perifere lymfoïde organen:
• Lymfeklieren
• Milt
• Lymfo-epitheliale organen
o GALT: tonsillen, platen van Peyer en appendix van maag-darmkanaal
o BALT: langs luchtwegen
o MALT: BALT en GALT samen

Basis van perifere lymfoïde organen = reticulumcellen en reticulumvezels
MALT heeft ongekapseld lymfoïd weefsel terwijl milt en lymfeklieren wel een kapsel hebben

2. Immuunreacties

Lymfoïd systeem reageert op antigeen met specifieke immuunreactie
Epitoop/antigene determinant = deel van het antigen dat verantwoordelijk is voor het uitlokken van
een reactie van het lymfoïde systeem
Immunogenen = antigenen die een respons van het immuunsysteem kunnen teweegbrengen

Kleinere moleculen die zich niet als immunogeen gedragen kunnen zich als hapteen aan een
dragermolecuul hechten en zo toch een immuunreactie teweegbrengen

Zowel bij humorale als bij cellulaire immuunrespons leidt herkenning van het AG -> activatie van
lymfocyten

Antigenen worden herkend door specifieke receptoren aan het oppervlak van lymfocyten
Afhankelijk van het AG en het type APC (antigenpresenterende cel) -> humorale (B-cel) of cellulaire
(T-cel) respons
• Bij humorale immuunrespons transformeren B-lymfocyten tot plasmablasten die zich verder
differentiëren tot rijpe plasmacellen
• Bij cellulaire immuunrespons transformeren T-lymfocyten tot T-lymfoblasten die verder
differentiëren tot T-effectorcellen

, 2.1. Humorale respons
• B-lymfocyten herkennen met hun oppervlakte receptoren het AG
o Oppervlaktereceptoren: immuunglobulinemoleculen
• Individuele B-lymfocyten vormen 1 antilichaammolecuul (immunoglobine) met 1 specificiteit
o Specificiteit = AG bindende delen van het antilichaammolecuul hebben een
ruimtelijke structuur waar in slechts 1 type epitoop met complementaire structuur
past
• Alle B-lymfocyten samen hebben verschillende AG bindende configuraties -> veel AG kunnen
binden
o Verschil in affiniteit (bindingsneiging) tussen verschillende soorten
immuunglobulinen en 1 epitoop
• Bij B-lymfocyten worden enkel de lymfocyten geactiveerd waarop een AG bindt

1. B-lymfocyten herkennen AG
2. B-cellen transformeren tot plasmablasten -> plasmacellen
OF proliferatie van B-lymfocyten die zonder te differentiëren tot plasmacellen als B-
geheugencellen in het bloed worden afgegeven en bij hernieuwd contact met AG snel
reageren
3. plasmacellen secreteren immuunglobulinen -> lichaamsvloeistoffen

2.2. Cellulaire respons

1. T-lymfocyte herkennen AG
2. T-lymfocyten transformeren tot T-lymfoblasten -> T-effectorcellen
OF T-lymfocyten prolifereren tot cytotoxische T-cellen die lymfokinen uitscheiden -> de cel-
contacten tussen geïnfecteerde cellen vernietigen met granzymen en perforinen → apoptose

2.3. Cytokinen

Cytokinen = peptiden/glycoproteïnen
-> worden door T-lymfocyten geproduceerd (vandaar T-lymfokinen), macrofagen, endotheelcellen,
fibroblasten en granulocyten

Chemokinen = cytokinen die de migratie van leukocyten naar de plaats van de ontsteking reguleren

3. Immuunglobulinen

Immuunglobulinemolecuul:
• 4 polypeptideketens
o 2 zware ketens (onderling verbonden door disulfidebruggen)
o 2 lichte ketens (elk verbonden met een disulfidebrug aan een zware keten)
• Elke keten heeft een variabel deel en een constant deel
o Bindingsplaats voor AG -> variabel deel
o Fc regio: hier kunnen geen AG binden -> constant deel
• Elk Ig-molecuul heeft 2 Fab fragmenten (lock and key met het AG)
• O.b.v. zware keten -> 5 klassen immuunglobulinen

, IgA IgD IgE IgG IgM
% in serum 10-15% 0,2% 0,002% 80% 5-10%
Plaats van Aan opp. van Opp. van B- Opp. van Opp. van B- Aan oppervlak
voorkomen B-cellen, cellen mestcellen en cellen, bloed, van B-cellen
darmlumen, basofiele lymfe (monomeer),
luchtwegen, granulocyten bloed
speeksel,
tranen, melk
Functie Afweer van Activering Allergische Neutraliseert Eerste AL
darmflora van B-cellen reacties: lysis AG, geproduceerd
van bevorderd in een primaire
parasitaire fagocytose, immuunreactie
wormen bescherming
van
pasgeborenen

Binding van angigeenbindingsplaats van een antilichaam met antigen veroorzaakt:
• Neutralisatie
• Agglutinatie (samenklonteren)
• Precipitatie (ontstaan van een neerslag)
Blootgestelde Fc deel bevordert na binding van AG-AL complex
• Activatie NK cellen
• Opsonisatie
• Complement

Immuuncompetent worden van T-lymfocyten
• Positieve selectie: overleving afhankelijk van binding aan MHC-molecuul:
-> ja -> overleving en verplaatsing naar medulla
-> nee -> apoptose
• Negatieve selectie: overleving afhankelijk van niet-herkennen van AG
-> geen herkenning lichaamseigen AG -> overleving en compete maturatie
-> herkenning lichaamseigen AG -> apoptose
• Selectief verlies van CD4- of CD8-expressie
-> Th lymfocyten -> behoud van CD4 eiwit (MH2 klasse)
-> CTL -> behoud CD8 eiwit (MH1 klasse)

Major histocompatibility complex (MHC)
-> ongeveer 20 verschillende MHC genen gekend
-> meer dan 2000 allelen van MHC genen geïdentificeerd dus vrij onwaarschijnlijk dat 2 individuen in
een populatie eenzelfde combinatie van MHC allelen hebben

MHC1:
-> HLA: human leucocyte antigen, alle kernhoudende cellen
-> 3 klasse 1 genen: B, C, A
MHC2:
-> B-cel, DC, macrofaag
-> 3 klasse 1 genen: DP, DQ, DR opgebouwd uit alfa en bèta

Antigeen-presenterende cellen
• B-cel
• Dendritische cel

, • Cel van Langerhans
• Macrofaag

Presentatie van endogeen antigeen-MHC-I complex aan celoppervlak
Presentatie van exogeen antigeen-MHC-II complex aan celoppervlak

Synthese MHCI in RER-> golgi-apparaat -> kleine vesikels -> opp. cel
Synthese MHCII in RER -> golgi-apparaat -> fusie met gefagocyteerde micro-organismen ->
fagosomen versmelten met lysosomen -> afbraak in partikels die met MHCII binden ->

EXAMEN: bespreek cellulaire elementen en cellulaire afweerreactie
• AG presenterende cel die antigeen opneemt
• Antigeen wordt afgebroken -> kleine partikels worden in MHCII complex en epitoop
geetaleerd op celopp. Van antigeenpresenterende cel
• Dit complex wordt door beperkte populatie van Th cel herkend
o Epitoop moeten herkend worden door Thcel receptor
o MHCII moet kunnen binden op CD4 receptor van Th cel
• IL2 zorgt ervoor dat Th cellen in aantallen vermeerderen
• IL2, IL6 en IFN-gamma zorgen voor vorming CTL -> interageren met geïnfecteerde cellen en
breken deze af m.b.v. perforines
o CTL bindt via T-cel receptor het epitoop
o MHCI bindt op CD8 receptor van CTL




EXAMEN: bespreek humorale elementen en humorale afweerreactie

Humorale immuunreactie
• AG presenterende cel die antigeen opneemt
• Antigeen wordt afgebroken -> kleine partikels worden in MHCII complex en epitoop
geetaleerd op celopp. Van antigeenpresenterende cel
• Dit complex wordt door beperkte populatie van Th cel herkend
o Epitoop moeten herkend worden door Thcel receptor
o MHCII moet kunnen binden op CD4 receptor van Th cel
• IL2 zorgt ervoor dat Th cellen in aantallen vermeerderen
• Cytokines: IL2, IL4, IL5, IL6 en IFNgamma zorgen ervoor dat Th -> Bcel
o B-cel differentieerd tot
▪ B-geheugencel -> reageren sneller bij 2 de infectie
▪ Plasmacel -> vorming van AL

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AVL2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50843 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté