Inleiding Dierkunde
Levende wezens
Biologie = Studie van alle levende wezens.
Kenmerken levende wezens:
- cellulair (één- of meercellig; hiërarchisch georganiseerd)
- bevatten genetische informatie: nucleïnezuren (DNA/RNA)
- gebruiken deze informatie om zichzelf te reproduceren (voortplanting & ontwikkeling)
- zijn met elkaar gerelateerd door proces van evolutie
- kunnen moleculen uit de omgeving opnemen en omzetten in nieuwe biologische moleculen
(vb: fotosynthese, vorming eiwitten (bestaat uit az → keten: polypeptide)) (metabolisme)
- kunnen hun interne milieu reguleren (homeostasis: inwendig milieu in zelfde
toestand/constant houden)
- kunnen energie opnemen uit de omgeving en gebruiken (homeostasis ontwikkeling & groei)
Discussie: virussen, viroïden, prionen… levende organismen of niet ????
→ Niet duidelijk, want heeft gastheercel nodig en kan zichzelf op zichzelf niet vermeerderen.
Geschiedenis van leven op aarde: klok aanvullen!!
Ontstaan aarde: +- 4,5 miljard jaar geleden
Eerste leven (cellulair) = prokaryote (geen
celkern) → Ontstond 37,5 miljard jaar
geleden
Protobionten: voorlopers van het echte
cellulaire leven
→ Ontstaan op basis van fysische
processen: : wanneer een vetachtige film
op een wateroppervlak wordt verstoord
(door turbulentie omgeroerd) ontstaan
kleine membraanomsloten druppeltjes (in
suspensie) die macromolecules kunnen
bevatten (voorlopers van cellulair leven) =
liposomen
Merk op: celmembraan bestaat uit dubbele
laag lipiden
Zuurstof in atmosfeer: van biogene oorsprong (geproduceerd door levende wezens)
→ Eerst: O2 dodelijk voor vele wezens → Natuurlijke selectie: ontstaan van aerobe metabolisme (O2
belangrijk voor energievoorziening organisme)
→ Productie O2 zorgt voor ozonlaag (bescherming tegen Uv-straling)
Eencellige eukaryoten (=cellen met membraanomsloten kern): 2 miljard jaar geleden ontstaan
Meercelligen: 1,5 miljard jaar geleden
,Eerste dierlijke leven: 750 miljoen jaar geleden
Eerste landleven: 500 miljoen jaar geleden (pas wanneer beschermende ozonlaag voldoende is)
Type levende wezens
O.b.v. moleculaire technieken (vb: rRNA (ribosomaal RNA)vergelijking): leven in 3 domeinen
onderverdelen
→ Relatie hiertussen? Weergegeven in cladogram (= diagram dat evolutionaire afstamming
weergeeft)
Eukarya = Organismen (één -
1
en meercellig) met celkern
Weetje: bacterie =
prokaryoot, geneesmiddel
wanner prokaryoot sterft
→ Veel antibiotica werken in
op ribosomen
! antibiotica enkel bij
bacteriën ! (virus heeft geen
ribosomen)
,1. Ontstaan eukaryote cel (hypothese):
Het invouwen van plasmamembraan geeft aanleiding tot de kernmembraan en
endoplasmatisch reticulum
Prokaryoot aanleiding/voorloper van de eukaryoot
Plasmamembraan stulpt in tot aan de kern → Stabiele hypothese, MAAR verschilt in meer
zaken (zoals mitochondria)
2. Ontstaan van de ‘dierlijke’ eukaryote cel (hypothese):
Heterotrofe organismen: nemen organische materie van
buitenaf op om metabolisme in gang te houden.
Opname aerobe heterotrofe prokaryoten in primitieve
eukaryote cel (=endosymbiose)
= aanleiding tot ancestrale heterotrofe eukaryote (=dierlijke cel)
Endosymbionten = voorlopers v/d mitochondria (celorganellen
met eigen circulair DNA, omgeven door een dubbele membraan,
waar ATP-productie plaatsvindt = cellulaire energievoorziening)
, 3. Ontstaan v/d ‘plantaardige’ eukaryote cel(hypothese):
Bijkomende opname van een fotosynthetiserende prokaryote cel (endosymbiose) geeft
aanleiding tot cellen met plastiden (chloroplasten)
Foto synthetiserende organismen: gebruiken lichtE om
aan biosynthes (opbouw v. biomoleculen) te doen
(meestal o.b.v. CO2 en anorganische materie die uit
omgeving wordt opgenomen) = autotrofe organismen
Ontstaan autotrofen: Door de endosymbiontische
opname van een cyanobacterium (vorming van
plasmiden; membraan gebonden organellen met eigen
circulair DNA; chloroplasten zijn een vorm van
plastiden)
Illustratie 3 domeinen:
Meercellige organismen: planten,
dieren en schimmels
Andere eukaryote groepen =
protocisten(/ protisten: werd vroeger
voor eencellige eukaryoten gebruikt)
→ omvatten eencelligen, koloniale
vormen en eenvoudige meercellige
organismen.
Groene en rode algen: meercellige
vormen (met relatief eenvoudige
organisatie) komen voor
Vroegere Archaebacteria
→ verschillen van bacteria in biochemische samenstelling (o.a. celwand)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur beverleycanters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.