• Portfolio + groepstaak (50%)
• Examen (50%)
o Meerkeuze
o Geen gis
• Richtvragen niet vanbuiten kennen maar interessant om eens door te nemen
1. Wat is kinddiagnostiek en wat maakt haar uniek?
• Welke associaties maak roepen ‘diagnostiek (van kindcontext)’ bij je op?
• Geef aan
o Waaraan het je doet denken?
▪ Testing
▪ Labels
▪ Ontwikkeling
• Bevat variabiliteit interindividueel en intra-individueel
• Oordelen en uitspraken zijn tijdsgebonden
• Kind bevind zich in afhankelijkheidspositie (context)
▪ Misschien heeft de ouder een probleem?
▪ Kind meld zichzelf amper zelf aan
▪ Weerstand
o Welke gevoelens het opwekt?
▪ Opluchting
▪ Houvast
▪ Verhelderend
▪ Verwarring
▪ …
1.1. Wat roept diagnostiek intuïtief op?
• Diagnostiek
o = professioneel, met name vakkundig en doelgericht, oordelen
• Kinddiagnostiek
o Tijdens het werken met kinderen zijn er bijzondere uitdagingen
o Daagt de capaciteit van je brein uit om cognitieve en emotionele informatie
te verwerken
o Extra zorg voor de relationele dimensie
▪ Verschillende betrokkenen met ieder hun eigen denk- en voelwijzen
o Kunnen verplaatsen in de beleving van het kind en de ouders/opvoeders
▪ Draagt bij tot kwaliteit van de diagnostiek
▪ Beïnvloedt hoe het gezin zich tot je verhoudt, welke informatie het
vrijgeeft en hoe
o Roept zowel bij jezelf als bij het gezin en het kind automatische gedachten
en gevoelens op
o Omvat interacties van mens tot mens
▪ Persoonlijke indrukken en gevoelens automatisch betrokken
▪ Emotionele uitdaging
• Activering van je eigen gevoelens en die van het kind en het gezin
1
, • Aanvraag
o Focust vanuit cliëntsysteem vaak op het kind
o Kind niet altijd bewust van probleem
• Transparant oordelen
o Je eigen denken en voelen bij diagnostiek met kinderen en hun omgeving
verkennen, nog voor je in dit traject verdergaat
1.2. Wat is diagnostiek? Van intuïtie naar werkdefinitie
• Vakkundig handelen
o Aantoonbaar weten wat je doet, waarom en hoe met het kind en het gezin
o In eerste plaats diagnosticeren
▪ Ook al lijdt dit tot economische- of tijdsdruk
• Diagnostiek
o Dia + gignoskein
o = deskundige oordeelsvorming
▪ Wat
• Vanuit vakkennis over kind en context
▪ Waarom?
• Met welomschreven, professioneel doel
▪ Hoe?
• Professionele kwaliteitseisen
• Transparant, toetsbaar, reproduceerbaar oordelen
o De kennis en de vaardigheden gebruiken waarin je bent opgeleid
o Vakkundig oordeel gaat uit van vakkennis en heeft een afgebakend
professioneel doel
o Situatie herkennen en benoemen, en de aard of de oorzaken ervan begrijpen
o Overzicht en inzicht creëren om je advies transparant te verantwoorden
vanuit de informatie over het kind en zijn omgeving
• Diagnosticeren
o Onderkennen of beschrijven, en verklaren of begrijpen
• Doel?
o Samen met het cliëntensysteem beslissen of en welk hulptraject raadzaam
is
1.3. Welke vormen van oordelen omvat de diagnostiek?
• Bron van oordelen
o Informatie over het kind en zijn omgeving
o Manier van verzameling en verwerking leidt
tot verschillende soorten oordelen en
onderbouwing
o Impliciet vs expliciet
▪ Impliciet
• Niet verwoorden wat je denkt of
voelt over de kindsituatie en waarom
• Lijkt op alledaagse oordelen
• Niet professioneel
o Worden gevormd vanuit gevoelens en automatische
denk(fout)en
2
, • Gebeurt zelden planmatig
▪ Expliciet
• Bewust proces van denken en handelen waarbij je gericht
informatie verzamelt, met professionele technieken, om vragen
over de situatie van het kind te beantwoorden
• Eigen gevoelens herkennen om te vermijden dat de diagnostiek iets
over jou zegt ipv over kind en omgeving
• Professioneel
o Worden gevormd vanuit vakkundige kennis en doelen met
systematische informatieverwerking
• Vullen elkaar aan tijdens de diagnostiek
o Vrij vs systematisch
▪ Vrij oordelen
• Zonder voorafgaand plan conclusies trekken
• Laten leiden door het moment, door verloop van je eigen gedachten
en gevoelens en die van het kind en het gezin
• Weinig controle over hoe en waarom je informatie verzamelt
▪ Systematisch oordelen
• Omvat een basisplan van hoe je de informatie verzamelt en
verwerkt
• Professionele kwaliteit van je oordelen bewaken door ze zo
betrouwbaar en valide mogelijk te maken
o Betrouwbaar = standvastig tussen beoordelaars en in de tijd
o Valide = meten wat je wil meten
o Participerend vs niet participerend
▪ Participerende rol
• Soms bij diagnostiek
• Naast de rol van diagnosticus ook rol als behandelaar
o Bv leefgroep begeleider
o Waardevol maar maakt moeilijker
• Biedt toegang tot gedrag van het kind en eventueel het gezin in
reële omstandigheden
• Verhoogt ecologische validiteit van de diagnostische informatie
o Ecologische valide informatie = informatie dat het nauwst
aansluit bij het functioneren in het dagelijkse leven dankzij
continue steekproef van gedrag
• Vrije vorm en impliciet
▪ Niet participerende rol
• Meestal bij diagnostiek
• Alleen de rol van diagnosticus hebben bij het kind en het gezin
• Focus op professionele oordeelvorming
• Kwaliteitsvolle diagnostiek
o Niet of je oordeelt maar hoe je oordeelt
3
, 1.4. Welke vormen van maatstaven omvat de diagnostiek?
• Categorisch vs dimensionaal (beschrijvende informatie)
o Categorische ordening
▪ Groepeert probleemsignalen in een klinisch integratief beeld dat aan- of
afwezig is
▪ Bv ADHD
o Dimensionele ordening
▪ Drukt een mate van gedrag of functioneren uit
• Nomothetisch vs ideografisch (begrijpende/verklarende informatie)
o Nomothetische duiding
▪ Het gedrag of functioneren van de persoon aftoetsen aan dat van een
vergelijkingsgroep
▪ Standvastig onderbouwen met een vakkundige maatstaaf
• Bv leeftijd of testuitkomsten
o Ideografische duiding
▪ Het gedrag of functioneren van de persoon aftoetsen aan wat voor zijn
eigen context adaptief of gunstig is
▪ Geen vaste, geijkte regel om te beslissen wat voor de specifiek situatie
van het kind bevorderlijk is
▪ Subjectiever en veranderlijker
1.5. Diagnostiek bij het kind? Oordelen in context!
• Diagnostische vragen en informatie in het perspectief van de ontwikkeling en de
context van het kind plaatsen
• 4 uitdagingen
o Verloop van de aanmelding
▪ Kind meldt zich zelden zelf aan
▪ Kinddiagnostische paradox
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bittstappers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.