Resume
Samenvatting Verbintenissenrecht
Samenvatting Verbintenissenrecht
[Montrer plus]
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
- Édition:
- ISBN:
- Édition:
Aperçu du contenu
Verbintenissenrecht.Hoofdstuk 1: Inleiding
1. Algemene inleiding.
Verbintenis
= Een rechtsband tussen twee of meer personen, ontstaan krachtens de wet ingevolge van een
eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling of ingevolge van een andere menselijke gedraging. Met
name waarvan de ene jegens de andere, met name de schuldeiser jegens de schuldenaar, in geld
weerbare en juridisch afdwingbare aanspraken kan doen gelden.
2. Situering en vindplaats van het verbintenissenrecht.
2.1 Situering in het recht.
Verbintenissenrecht is één van de basistakken van het privaatrecht. Uit het verbintenissenrecht
stromen andere soorten rechten, zoals overeenkomstenrecht, ondernemingsrecht,…
2.2 Vindplaats in de Belgische wetgeving.
Algemeen verbintenissenrecht
= Het gaat over overeenkomsten of verbintenissen buiten vereenkomsten .
Kernartikel 1134
Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die deze hebben
aangegaan, tot wet. Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun wederzijdse toestemming
of op de gronden door de wet erkend. Zij moeten te goeder trouw worden ten uitvoer
gebracht.
Bijzonder verbintenissenrecht.
= Het gaat over specifieke regels.
Kernartikel 1382
Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene
door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
3. Begripsomschrijving en karakteristieke eigenschappen van de verbintenis.
3.1 Het begrip verbintenis.
Een verbintenis creëert een verbinding, rechtsband tussen personen. Op grond van die band kan
iemand iets juridisch afdwingen van een ander. Wat hij juridisch kan afdwingen, is het voorwerp van
de verbintenis.
3.2 Karakteristieke eigenschappen van een verbintenis.
3.2.1 Een verbintenis creëert een rechtsband tussen personen.
Bij een verbintenis zijn er altijd minstens 2 partijen. Het recht kan over natuurlijke personen gaan en
over rechtspersonen. Het kan dus tussen 2 mensen gaan, of uit een mens en een vennootschap.
3.2.2 Verbintenissen ontstaan krachtens de wet.
Verbintenissen uit rechtshandelingen
Verschil tussen meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen.
Verbintenis uit meerzijdige rechtshandeling
= Het heeft de overeenkomst als bron van verbintenissen.
Verbintenis uit eenzijdige rechtshandeling
= Het heeft de eenzijdige wilsuiting als bron van verbintenissen.
, Verbintenissen uit rechtsfeiten
Verschil tussen oneigenlijke overeenkomst en onrechtmatige daad.
Verbintenis uit oneigenlijke overeenkomst.
= Quasi-contract. Het gaat over situaties waarbij iemand vrijwillig een handeling uitvoert die de
ander ten goede doet.
Verbintenis uit een onrechtmatige daad.
= Iemand voert een onrechtmatige daad uit, gewild of niet, en berokkent schade.
3.2.3 Een verbintenis heeft in geld waardeerbare aanspraken tot voorwerp.
Elke verbintenis heeft een voorwerp, een prestatie die geleverd moet worden. Afdwingbaarheid is een
essentieel kenmerk van verbintenissen.
4. Schematische voorstelling.
5.1. 5.4 5.5
Verbintenissen 5.2 5.3
Verbintenissen met Verbintenissen
Verbintenissen Verbintenissen
& hun aard meerdere schuldeisers met bijzondere
& hun bron & hun voorwerp of schuldenaars modaliteiten
Verbintenis Verbintenis
Rechtshandeling Verbintenis met
om iets te geven Deelbare
professioneel onder
en karakter of burgerlijk om iets te doen verbintenis
karakter om iets niet te doen voorwaarde
Rechtsfeiten Inspanningsverbinteni Ondeelbare Verbintenis onder
Verbintenis met s
persoonsgebonde
verbintenis tijdsbepaling
Resultaatsverbintenis
n karakter
Deelbare verbintenis Hoofdelijke
Ondeelbare verbintenis
verbintenis
Verbintenis met Verbintenis in
meerdere solidum
voorwerpen
Hoofdverbintenis
Secundaire
verbintenis
5. Indeling van verbintenissen.
Indeling van verbintenissen.
1. Verbintenissen volgens de bron waaruit ze ontstaan.
2. Verbintenissen uit hun aard.
3. Verbintenissen volgens het voorwerp waar ze betrekking op hebben.
4. Verbintenissen volgens de wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn.
5. Verbintenissen volgens de bijkomende modaliteiten waaraan ze onderworpen zijn.
5.1 Verbintenissen volgens de bron waaruit ze ontstaan.
Verbintenissen ontstaan
uit…
Rechtshandelingen Rechtsfeiten
Onrechtmatige
Eenzijdige Meerzijdige Oneigenlijke
daad(fout >>
rechtshandelingen (= rechtshandelingen overeenkomsten
eenzijdige wilsuitingen) oorzakelijk verband >>
(= overeenkomsten) (= quasi-contracten)
schade)
, Contractuele Buitencontractuele
aansprakelijkheid aansprakelijkheid
5.2 Verbintenissen en hun aard.
5.2.1 Verbintenis met economisch karakter – verbintenis met burgerlijk karakter.
Of het een onderneming is of een niet-onderneming is van belang om te weten welke regels van
toepassing zijn op een bepaalde situatie. Wanneer een onderneming een verbintenis aangaat, is het
een verbintenis met economisch karakter. Wanneer een niet-onderneming een verbintenis aangaat, is
het een verbintenis met burgerlijk karakter.
Er is ook een belangrij verschil tussen de onderneming en een consument. In een verbintenis tussen
die twee gaat de consument doorgaans betere bescherming krijgen omdat zij een niet-professionele
hoedanigheid zijn.
Een onderneming
= Iedere natuurlijke persoon en rechtspersoon die een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent.
Consument
= Natuurlijke persoon die handelt voor privé-doeleinden.
5.2.2 Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter.
Verbintenissen kunnen door om het even wei gevoerd worden. Een uitzondering is een verbintenis
met een persoonsgebonden karakter.
Persoonsgebonden verbintenis (intuitu personae)
= Wanneer de indentiteit of persoonlijke hoedanigheid van de partij die het moet uitvoeren bepalend is
om de overeenkomst te sluiten. Een persoonsgebonden verbintenis dooft uit bij overlijden van de
schuldenaar. Geldbetaling is nooit persoonsgebonden, want het maakt niet uit wie betaalt, als het
maar betaald is.
Bv. Ik wil met Will Tura afspreken voor een concert maar hij stuurt zijn neef, dat gaat niet.
Bv. Je bouwt een huis met een aannemer en hij stuurt een onderaannemer, dan maakt het niets uit.
5.3 Verbintenissen en hun voorwerp.
5.3.1 Verbintenissen om iets te geven, om iets te doen of om iets niet te doen.
Een verbintenis om iets te geven.
Bv. Een zaak in eigendom overdragen.
Een verbintenis om iets te doen.
Bv. Een huis ontwerpen.
Een verbintenis om iets niet te doen of iets te laten.
Bv. Een niet-concurrentiebeding.
5.3.2 Resultaatverbintenis en inspanningsverbintenis.
Resultaatverbinding
= De schuldenaar garandeert dat een bepaald resultaat bereikt zal worden.
Inspanningsverbintenis
= De schuldenaar garandeert geen resultaat, hij garandeert alleen dat hij voldoende inspanningen zal
doen zoals een goede huisvader.
Het verschil is van belang wanneer er discussie ontstaat over de contractuele aansprakelijkheid van
de schuldenaar. Als het resultaat gegarandeerd is en het is niet bereikt, is hij aansprakelijk. Wanneer
, hij inspanningen gegarandeerd heeft en hij heeft dat gedaan, maar het resultaat is er niet, dan is de
schuldenaar niet aansprakelijk.
Bv. Ik heb een advocaat voor een echtscheiding en ik wil alimentatie voor mijn kind, maar na het
vonnis krijg ik niet het bedrag dat ik had gehoopt. De advocaat is niet schuldig want het was geen
zekere zaak.
Bv. Als ik aan mijn advocaat vraag om een hoger beroep aan te tekenen omdat het vonnis in mijn
nadeel is, en je hebt een maand de tijd om dat te doen, en hij vergeet het. Dan kan ik hem wel
schuldig van stellen.
5.3.3 Deelbare en ondeelbare verbintenissen.
Deelbare verbintenis
= Verbintenis waarvan het voorwerp gesplitst of in delen uitgevoerd kan worden.
Ondeelbare verbintenis
= Verbintenissen waarvan het voorwerp noodzakelijk in zijn geheel uitgevoerd moet worden.
Ondeelbaarheid uit de aard
= Het voorwerp van de verbintenis kan onmogelijk voor een deel worden gepresteerd zonder
het wezen aan te tasten.
Bv. Een verkoper die een huisdier moet leveren.
Wettelijke ondeelbaarheid
= Als de wet voorziet dat een voorwerp niet deelbaar is.
Bv. Echtgenoten die samenwonen moeten samen in één keer de huur betalen aan de
verhuurder en niet elk een deel.
Conventionele deelbaarheid
= Wanneer de partijen de ondeelbaarheid uitdrukkelijk of stilzwijgend hebben uitgesproken.
Bv. Een schuldeiser kan met twee schuldenaars overeenkomen dat ze ondeelbaar
gehouden zijn tot betaling van de prijs voor een geleverd goed.
In principe zijn verbintenissen ondeelbaar als het over één schuldenaar en één schuldeiser gaat.
Vanaf er meerdere zijn wordt het ondeelbaar tenzij het anders is afgesproken.
5.3.4 Verbintenis met meerdere voorwerpen.
Soms zijn er verbintenissen die meerdere voorwerpen hebben. In het Burgerlijk Wetboek staat het
onderscheid tussen cumulatieve (basisprincipe), alternatieve (2 evenwaardige opties die de
schuldenaar kiest) en facultatieve verbintenissen (1 hoofdprestatie en evt. een andere in de plaats).
5.3.5 Hoofdverbintenis en secundaire verbintenis.
Secundaire verbintenis
= Naast de hoofdverbintenis, de bijzaak. Het volg het lot van de hoofdverbintenis en valt weg als die
nietig verklaart wordt.
Bv. De hoofdverbintenis van een koper bestaat eruit dat hij de prijs moet betalen. Bij gebrek aan
betaling betaalt hij 10% schadevergoeding. Die schadevergoeding is een secundaire verbintenis.
5.4 Verbintenissen met meerdere schuldeisers of schuldenaars.
Mogelijke situaties
1. Eén schuldeiser en meerdere schuldenaars.
Bv. Je huurt met je vrienden een vakantiewoning van één verhuurder.
2. Eén schuldenaar en meerdere schuldeisers.
Bv. Je koopt een onroerend goed van twee eigenaars.
3. Meerdere schuldeisers en meerdere schuldenaren.
Bv. Broer en zus erven een garage van hun ouders en ze verhuren het samen aan twee
personen.
Er zijn 4 mogelijke situaties om te weten wie aan wei moet vorderen.
Deelbare verbintenissen
Ondeelbare verbintenissen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vsstuvia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
81849 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans