1 Inleiding
1.1 Wetenschappelijk studies → problemen: te weinig replicatiestudies + te kleine steekproeven
1.2 Wetenschappelijk proces
• Onderzoekers bestuderen iets (1), zetten het om tot wetenschappelijk artikel (2), reviewers kijken na op
contributie en fouten (3), reviewers geven advies en onderzoekers nemen het op (4), artikel wordt goed
of afgekeurd of wordt herzien en opnieuw ingediend (5)
1.3 Kwaliteit van een tijdsschrift
• Impactfactor: aantal referenties/verwijzingen naar artikels in dat tijdschrift
• ABS ranking: classificatie van hoe kwaliteitsvol (4*= beste)
• Citaties: hoe vaak er geciteerd werd naar een artikel
1.4 Beoordeling literatuur
CRAAP (Currency, Relevance, Authority, Accuracy, Purpose) / ABAAD (Actualiteit, Belangrijkheid, Autoriteit, Accuraatheid, Doel)
2 Wat is onderzoek
• Definitie: doelbewust en methodisch zoeken naar nieuwe kennis in de vorm van antwoorden op vooraf
gestelde vragen volgens een vooraf opgesteld plan
• Criteria: systematisch gegevens verzamelen (1), systematisch interpreteren (2), een duidelijk doel (3)
• Onderzoeksproces: oriëntatie op probleem en context; formuleren van onderzoeksdoelstelling en
vraagstelling; kritische literatuurstudie; methodologische verantwoording; dataverzameling; data-
analyse; rapportage en presentatie → planning & reflectie en revisie
3 Soorten onderzoek
• Fundamenteel: onderzoek om het onderzoek, maatschappij, aan universiteiten, flexibel tijdschema
• Praktijkgericht/toegepast: specifiek probleem, managers, door bedrijven, strak tijdschema
3.1 Soorten onderzoeksvragen
• Beschrijvend/descriptief: wat?
• Verkennend/exploratief: wat gebeurt er? → inductie
• Verklarend/causaal: waarom gebeurt het? → deductie + causaliteit en correlatie onderzoeken
3.2 Causaliteit vs. correlatie
Oorzaken correlatie indien geen causaliteit: toeval (1), omgekeerde causaliteit (2) of externe factoren (3)
3.3 Tijdshorizon van onderzoek
• Dwarsdoorsnedeonderzoek: cross-sectioneel, 1 bepaald tijdstip, verschillen tussen deelnemers
• Longitudinaal onderzoek: op meerdere tijdstippen, veranderingen bij zelfde deelnemers over tijd heen
4 Onderzoeksbenaderingen
• Deductie: theorie → hypothesen → observatie → confirmatie
• Inductie: observatie → patroon → hypothesen → theorie (indien nog geen geschikte theorie bestaat)
5 Kwaliteitscriteria onderzoek
• CONTROLEERBAARHEID: wat, hoe welke gegevens? → iemand anders moet op zelfde manier kunnen
• BETROUWBAARHEID: bij herhaling onder zelfde omstandigheden → dezelfde uitkomsten
➔ Consistente bevindingen, rond het gemiddelde, vermijd toevalsmatige fouten = random error
o Deelnemersfout: verkeerd moment + deelnemersbias: respons aangepast aan context
o Waarnemersfout: meetmanier stuurt antwoord + waarnemersbias: achtergrond stuurt interpretatie
• VALIDITEIT
➔ Juiste bevindingen, zit naast de waarheid vermijd systematische fouten = bias
o Interne validiteit: mate waarin methode gegevensverzameling meet wat het moet meten (waarheid)
▪ Operationalisatie, survivorship bias/mortaliteit (overschatting), maturiteit, zelfselectiebias
o Externe validiteit: mate waarin onderzoeksresultaten betrekking hebben op datgene waar ze
betrekking op zouden moeten hebben (generaliseerbaar, toepasbaar)
▪ Representativiteit, zelfselectiebias
• OBJECTIVITEIT: neutraal standpunt, zonder vooroordelen en subjectieve selectie
• ETHISCH VERANTWOORD: betrokkenen behandelen op correcte manier