Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (2022-23) €15,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (2022-23)

1 vérifier
 25 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht, gegeven door V. Sagaert en B. Tilleman. Het is een samenvatting van het boek 'Vermogensrecht in kort bestek' (zevende editie), aangevuld met lesnotities en slides. De samenvatting telt 177 pagina's.

Dernier document publié: 2 année de cela

Aperçu 4 sur 177  pages

  • 25 décembre 2022
  • 6 janvier 2023
  • 177
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (49)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: torbendeveuster • 1 année de cela

avatar-seller
Marie1103
GBO

DEEL 1: algemene begrippen vh vermogensrecht
1. Vermogensrechten: persoonlijke en zakelijke rechten
1.1Inleiding
Vermogensrechten onderverdeeld in:
- Persoonlijke rechten
- Zakelijke rechten
- Intellectuele rechten

Onderscheid persoonlijke en zakelijke rechten:
Zakelijke rechten Persoonlijke rechten
Attributen v zakelijke - Volgrecht /
rechten - Bescherming tegen
insolvabiliteit
- Specialiteitsbeginsel
- Zakelijke subrogatie/
zaakvervanging
Verjaringsregime Na 30j < art 2262 oud BW Na 10j < art 2262bis oud
BW  uitz: vordering
wegens buitenc. Ah.
Territoriale Onroerend: exclusieve bevoegdheid Voor rechter woonplaats
bevoegdheidsregeling rechter vd plaats waar goed gelegen is verweerder < art 624 1°
< art 629 Ger. W. Ger. W.
Publiciteitsmechanisme  ZR op schuldvordering op naam: /
kennisgeving aan of erkenning door
SA v die vordering < art 1690 oud
BW
 Roerende ZR: bezit < art 3. 24 BW
 Onroerende ZR: hypothecaire
publiciteit < art 1 HypW, 3. 30 BW


 Gevolg onderscheidt in publiciteit ZR: ZR hebben een grotere tegenwerpelijkheid =
absolute geding vd ZR
1.2 De klassieke leer: scherpe tweedeling
 Zakelijke rechten brengen rechtsverhouding tot stand tussen rechtssubject en
rechtsobject
 Ze verlenen rechtstreekse heerschappij over een goed
 Hebben betrekking op goederen

 Persoonlijke rechten creëren rechtsverhouding tussen twee rechtssubjecten
 Geven iemand aanspraak op bepaalde gedraging vanwege een andere persoon
 Hebben betrekking op diensten verleend door SA
 Synoniemen: verbintenis, vorderingsrecht




1

,KRITIEK:
- PR kunnen ook betrekking hebben op goederen
o Bv. Als ik goed uitleen, verkrijgt ontlener PR op dat goed
o Bv: huurrecht doet directe band ontstaan tussen titularis ervan en goed als
recht v vruchtgebruik of erfpacht

 Kritiek w versterkt door dematerialisering goederenrecht = ZR gaan vaker op
onlichamelijke goederen, waaronder PR rusten

- ZR doen rechtsverhoudingen tussen personen ontstaan:
o Bv: relatie tussen vruchtgebruiker en blote eigenaar waar er wederzijdse
rechten en verplichtingen bestaan tussen deze partijen die op identieke wijze
afdwingbaar zijn als verbintenisrechtelijke aanspraken

1.3 De leer van personalisme <Planiol
Rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten, nooit tussen een rechtssubject
en een goed
 Dus zowel ZR als PR creëren een rechtsband tussen twee rechtssubjecten  Ook ZR
kunnen verbintenisrechtelijke band doen ontstaan
 MAAR draagwijdte verbintenis verschilt:
- Bij PR ontstaat verbintenis ten laste van één bepaalde persoon (SA)  = relatief
recht
- ZR legt aan iedereen de verplichting oplegt zich te onthouden ve inbreuk op het
zakelijke recht  = absoluut recht

KRITIEK: personalisme:
- I. Heeft interne kenmerken (bevoegdheden) en externe kenmerken
(tegenwerpelijkheid) v vermogensrechten ten onrechte met elkaar verweven
- II. Personalisten leiden onterecht af dat vorderingsrechten (=PR) geen gevolgen
hebben tov 3e
o Bv: derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk < 1382 oud
BW  3e hebben verplichting zich te onthouden v inbreuken op PR waarvan
ze kennis hebben
o PR zijn dus ook tegenwerpelijk (het is geen kwestie buitencontractuele ah.)
- III. Onderscheid op vlak v tegenwerpelijkheid vloeit voort uit publiciteit die aan recht
wordt verleend
o ZR zijn tegenwerpelijk aan 3e door vervullen ve publiciteitsmaatregel
 OG: overschrijving
 RG: bezit
  3e die op hoogte is vh recht, is te kwader trouw
o PR zijn tegenwerpelijk aan 3e die kennis hebben vd bestaan van die rechten


1.4 De leer van neopersonalisme: onderscheid tussen eigendom en
beperkte vermogensrechten (kwalitatieve verbintenissen) < Ginossar
 Volgens deze theorie is eigendomsrecht het meest verheven recht, dat onderscheid tss
ZR & PR overstijgt
o Vermogensrechtelijk toebehoren = eigendom


2

, o Alle andere ZR & PR = een VB
 Onderscheid
- ZR beantwoorden aan kwalitatieve verbintenis = verb. v eigenaar ve goed om
beperkingen op zijn recht te eerbiedigen, is aangegaan qualitate qua (= in
hoedanigheid v eigenaar vh goed waarop ZR betrekking heeft)
 Rechtsopvolger onder bijzondere titel verkrijgt hoedanigheid v SA omdat hij de
hoedanigheid v eigenaar overneemt

- PR beantwoorden aan persoonlijke verbintenis = PR gaan enkel over op algemene
rechtsopvolger en rechtsopvolgers onder algemene titel, maar niet op
rechtsopvolgers onder bijzondere titel
 Terwijl SA v ZR instaat voor verb met een goed, is SA van PR gehouden als titularis v zijn
vermogen

 Verdiensten v neopersonalisme:
- Eigendomsrecht is grondrecht geworden
- Eigendomsrecht is meest volmaakte ZR

 KRITIEK: op uitbreiding v eigendomsrecht tot alle vermogensrechten
 Kritiek onterecht want dematerialisering vh goederenrecht heeft ertoe geleid dat
eigendomsrecht op onlichamelijke goederen vanuit economisch standpunt belangrijk wordt


1.5 De keuze vd wetgever: numerus -clausus – beginsel als formeel
afbakeningsmechanisme
1) Numerus clausus beginsel bij zakelijke rechten
= vermogensrechten kunnen slechts ZR zijn voor zover de wet ze als ZR erkent
 Goederenrecht laat niet toe dat partijen nieuwe onbenoemde ZR tot stand brengen
 Dit maakt formele afbakening tussen ZR en PR mogelijk

In oude recht geen duidelijk afgebakend artikel
In nieuwe recht: < art 3.3 BW
- Externe dimensie: partijen kunnen geen andere ZR vestigen dan deze die door
wetgever als ZR zijn benoemd
- Interne dimensie: partijen moeten bij vestigen v ZR de wezenskenmerken vd
betrokken ZR eerbiedigen  in art 3.1 BW kan je wezenskenmerken terugvinden

Opsomming zakelijke rechten  art 3.3 BW geeft 4 categorieën:
- Eigendomsrecht
- Mede-eigendom
- Zakelijke gebruiksrechten = ZR die titularis ervan een gebruiks-en genotsrecht
verlenen mbt welbepaald goed
o Erfdienstbaarheden
o Recht v vruchtgebruik
o Recht v erfpacht
o Recht v opstal
- Zakelijke zekerheden = ZR dat nakoming ve persoonlijk recht waarborgt  verlenen
recht aan titularis om als eerste uitbetaald te worden uit opbrengst vh goed waarop
ze betrekking hebben
o Bijzondere voorrechten


3

, o Retentierecht
o Pand
o Hypotheek

Eigendom krijgt vaak finaliteit v zakelijke zekerheidsrecht  eigendomsrecht heeft vaak
tot doel schuldvordering waarborgen
= fiduciaire eigendom tot zekerheid:
- Overdracht v eigendom tot zekerheid = ‘fiduciaire eigendomsoverdracht tot zekerheid’
- Voorbehouden eigendom tot zekerheid = eigendomsvoorbehoud of leasing < art 69
Pandwet

Beperking numerus clausus – beginsel:
Het gevolg v gesloten stelsel ZR is dat wilsautonomie niet meespeelde bij ZR  hier is
verandering in gekomen, wilsautonomie is versterkt < art 3.1 BW

Bij gebruiks- en genotsrechten speelt dat een grote rol
Nc- beginsel is bepekt tot eigendom, erfdienstbaarheden en zakelijke zekerheidsrechten
 Afkeer feodale regime op dubbele wijze vormgegeven:
- Ondeelbare eigendomsbegrip v art 3.50 BW
- Negatieve karakter vd erfdienstbaarheden

2) Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
Contractpartijen zijn vrij inhoud PR zelf te bepalen in mate dat ze niet ingaan tegen regel v
openbare orde of dwingend recht
1. Benoemd contract = contracten die uitdrukkelijk en uitvoering in BW zijn geregeld 
zorgen voor rechtszekerheid en eenvormigheid. Dit is suppletief recht, maar steeds
meer en meer dwingend recht (consumentenbescherming)

2. Onbenoemd contract = contractvorm die gegroeid is uit de praktijk. Geen wettelijke
regeling  contracten zijn onderworpen aan algemeen verbintenissenrecht (boek 5)
en vaak kan regels benoemde co. naar analogie w toegepast

3. Gemengd contract = verschillende elementen v benoemde co kunnen terugvinden
en toch op zichzelf juridische eenheid uitmaken
 Welke regels toepassen?
o Algemeen verbintenissenrecht
o Sui generis – benadering: eigen regels toepassen naast algemeen recht
o Cumu/ combinatie van alle regels uit alle co waarvan aspecten in de
mengvorm verschijnen
o Absorptietheorie/ sponsbenadering: naast algemeen verb. recht zijn regels v
meest dominante contracttype v toepassing

3) gesloten stelsel versus open stelsel
Bij verbintenissenrecht kunnen partijen om het even welke inhouden geven aan
vermogensrecht, maar niet ingaan tegen O.O. of DR = open stelsel
<-> ZR zijn gekenmerkt door gesloten stelstel

 Hieruit niet afleiden dat wil partijen in goederenrecht geen rol speelt:
Partijen hebben vrijheid om ZR eigen invulling te geven voor zover ze wezenlijke kenmerken
ZR waarnaar ze richten te eerbiedigen


2. Bijzondere kenmerken van zakelijke rechten
2.1Bescherming tegen insolvabiliteit
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Marie1103. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

69052 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€15,49  25x  vendu
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté