SAMENVATTING
PSYCHOPATHOLOGIE
Les 1: middelgerelateerde- en
verslavingsstoornissen
Module 1: ontstaan van middelgerelateerde- en
verslavingsproblemen: een dynamisch proces
1. Van experimenteel tot schadelijk gebruik
Soorten gebruik:
Experimenteel gebruik = het eenmalig gebruik of een tijdje uitproberen van middelen, dit uit
nieuwsgierigheid, om mee te doen met vrienden, om stoer te doen of aantrekkelijk over te komen
Recreatief gebruik = af en toe gebruiken, gewoon omdat ze de effecten leuk vinden sommigen stoppen er
na een tijdje zelf mee, of gaan uit zichzelf minder gebruiken
Wanneer wordt het een probleem?: risico’s:
- Psychoactief middel zorgt voor een roes: verstoort de waarneming, het denken, het bewegen, het
gedrag ontstaan risico's op vlak van gezondheid en veiligheid, bv.: rijden onder invloed,
ongevallen of een overdosis
- Kwetsbaarheid: gebruiken om met bepaalde moeilijkheden om te gaan (bv.: meer zelfvertrouwen
na het drinken van alcohol) gebruik heeft dan een probleemoplossende functie = extra risico op
ontwikkeling van middelengerelateerde- of verslavingsstoornissen
Factoren die de kans op gebruik en problemen verhogen:
MMM-model: 3 factoren die invloed hebben:
- Mens
- Middel
- Milieu
Wordt uitgebreider besproken in module ‘De invloed
van mens, middel en milieu op druggebruik en
drugproblemen’
Zowel risico- als beschermende factoren risicofactoren voor
beginnend gebruik zijn niet noodzakelijk dezelfde als de risicofactoren voor de ontwikkeling van een
middelengerelateerde stoornis
2. Van keuze naar automatisme
1
,Overmatig en langdurig gebruik van psychoactieve middelen of gokken/gamen leidt tot aanpassingen in
de hersenen ontstaan automatische en onbewuste processen
Nieuwe processen in de hersenen:
- Tolerantie wordt hoger = steeds
meer nodig hebben van het middel
om dezelfde sterke beloning te
ervaren
- Onthoudingsverschijnselen =
symptomen die optreden wanneer
er minder of niet meer gebruikt
wordt
- Craving = de onweerstaanbare
drang naar een middel
- Groot risico op terugval = terugkeer
naar het oude gedragspatroon
- Controleverlies = kunnen steeds minder impulsen onder controle houden
- Gewoontes = steeds meer en steeds sterkere druggerelateerde gewoontes hangt een grote
emotionele betrokkenheid aan vast
- Drugzoekend gedrag = bereid zijn om steeds meer moeite te doen om het middel te verkrijgen
Beloningscentrum en reflectief controlerend systeem in de hersenen:
Beloningscentrum: motiveert om bepaald gedrag te stellen door het vrijkomen van stoffen die een gevoel
van plezier of voldoening geven
Reflectief controlerend systeem: houdt de impulsen in toom die door het beloningssysteem opkomen
Langdurig overmatig middelengebruik of gokken en gamen maakt het beloningssysteem
overgevoelig voor stimuli die samenhangen met dit gebruik drang om te gebruiken ontstaat
automatische impulsieve reacties treden hierdoor in werking + zijn moeilijk te controleren
gewoontegedrag wordt automatisch en onbewust!
Waarom is verslaving zo moeilijk te doorbreken?:
We hebben twee systemen in ons hoofd:
2
,Langdurig gebruik leidt tot sterke automatismen + zorgt ervoor dat het controlerend systeem minder
sterk wordt: controlerend systeem werkt minder goed moeilijker om automatisch gedrag tegen te
houden of te stoppen
3. Vier vicieuze cirkels
Middelengerelateerde stoornis ontwikkeld moeilijk om hier weer van af te geraken
Stoornis brengt heel wat problemen met zich mee: die problemen sturen vaak aan op nieuw gebruik =
vicieuze cirkels
3 types beïnvloedende factoren:
- Factoren die de kans vergroten of verkleinen dat iemand middelen begint te gebruiken
- Factoren die de kans beïnvloeden dat gebruik evolueert naar een stoornis
- Factoren die zorgen dat het verslavingsproces blijft duren = bestendigende factoren
4 vicieuze cirkels die elkaar in gang zetten en versterken:
- Pharmacologische of lichamelijke cirkel:
Lichaam en hersenen passen zich aan aan de aanwezigheid van een middel
Gebruiker ontwikkelt tolerantie + krijgt ontwenningsverschijnselen als het middel niet
genomen wordt
opnieuw gebruiken: onaangename gevoelens verdwijnen (echter maar voor even)
- Psychische cirkel:
Langdurig en/of overmatig gebruik zorgen voor negatieve effecten op het zelfbeeld
reactie?: opnieuw gebruiken
- Cerebrale- of hersencirkel:
Verstoord evenwicht in de hersenen (zie eerder)
- Sociale cirkel:
Gebruik sociale problemen en isolatie
opnieuw gebruiken: biedt voor even een uitweg uit die eenzaamheid
Sociaal netwerk van gebruikers ontstaat meestal bijna uitsluitend uit andere gebruikers:
nog moeilijker om te stoppen
4. Classificaties van stoornissen
Hoe middelengebruik en -problemen definiëren?:
- Verschillende manieren: fenomenen worden anders benoemd naargelang de discipline of het
perspectief van waaruit men kijkt
- Meest gebruikte classificaties: ICD-11 en DSM-5
CD-11
= classificatiesysteem van de WHO
- Gebruik = experimenteel, occasioneel/recreatief
- Riskant gebruik = gebruikspatroon dat risico’s inhoudt voor de gebruiker en/of zijn omgeving
- Schadelijk gebruik = middelgerelateerde stoornis; eenmalig gebruik of een gebruikspatroon
bezorgt de gebruiker en/of zijn omgeving allerlei problemen
3
, - Afhankelijkheid = middelgerelateerde stoornis; kan zowel kort- als langdurig zijn met korte of
langdurige herstelperiodes
DSM-5
= classificatissysteem van de American Psychiatric Association (APA)
Kijkt naar 11 criteria:
- Controleverlies
- Falen om te minderen/stoppen
- Preoccupatie = gebruiken en herstellen van
gebruik kost veel tijd
- Craving
- Tekortschieten op werk/school/thuis
- Blijvend gebruik ondanks relationele
problemen
- Opgeven van hobbies, sociale activiteiten, ...
- Blijvend gebruik ondanks gevaar
- Blijvend gebruik ondanks lichamelijke of psychische problemen
- Tolerantie
- Onthoudingsverschijnselen
5. Conclusie
Belangrijke zaken:
- Niet iedereen die ooit gebruikt ontwikkelt een stoornis
- De evolutie van beginnend gebruik naar overmatig langdurig gebruik en een stoornis is een
complex proces met vele bepalende factoren
- Spontane remissie is mogelijk
- Ernstige stoornis brengt vaak een neerwaartse spiraal op gang
- Tijdig hulp op maat is belangrijk
Module 2: de invloed van Mens, Middel en Milieu op
druggebruik en drugproblemen
1. Wat zijn drugs en welke factoren beïnvloeden druggebruik?
Drugs:
- Stoffen die invloed hebben op de hersenen
- Beïnvloeden waarneming, emoties, denken, … komt tot uiting in ons gedrag
- Prikkelen het beloningssysteem in de hersenen
- Langdurig gebruik kan leiden tot afhankelijkheid
- Ook gokken en gamen kunnen als drug werken! gedragingen kunnen het beloningssysteem in de
hersenen ook prikkelen!
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mirtheherbots. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.