Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Ethiek Bart Raymaekers €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Ethiek Bart Raymaekers

 203 vues  11 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak Ethiek uit de eerste bachelor rechten. Met deze samenvatting haalde ik een 16/20.

Aperçu 5 sur 56  pages

  • Oui
  • 8 janvier 2023
  • 56
  • 2021/2022
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (29)
avatar-seller
G03G
Ethiek

Het goede voor individu of gemeenschap:

Zeden – zedelijk – zedelijkheid (Germaans)

Moraal – moreel – moraliteit (Latijns)

Ethos – ethisch – ethiek (Grieks)

De adjectieven (zedelijk, moreel en ethisch) zijn synoniemen met een neutrale, beschrijvende betekenis, de
substantieven echter niet

De verschillende betekenissen vd substantieven houden verband met drie verwante Griekse woorden

- ethos1 = woon- of verblijfplaats van dieren of mensen
- èthos2 = gewoonte, karakter, denkwijze
- ethnos = groep levende wezens

Deze drie woorden zijn verwant omdat er een verband bestaat tussen een sociale groep, zijn verblijfplaats
en zijn levensgewoonten

Zedelijkheid en moraliteit hebben een normatieve, evaluatieve betekenis: ze verwijzen naar zedelijke
normen of idealen die in het handelen al dan niet bereikt worden

Ethiek = een systematisch-kritische reflectie over moraal en moraliteit

Moraal = een objectief beschrijfbaar systeem van gedragsregulering m.b.t. wat goed of slecht is

Moraliteit = het kwalitatief niveau van handelen en handelingsbewustzijn, vanuit standpunt van het subject

Stadia van de morele ontwikkeling – Lawrence Kohlberg:

- Niveau 1: pre-conventioneel: gedrag is gericht op vermijden van straf
1) regels volgen uit gehoorzaamheid t.o.v. autoriteiten
2) goed is eigenbelang volgen
- Niveau 2: conventioneel: sociale erkenning door conformiteit
3) goed is de verwachtingen van anderen vervullen en loyaal zijn
4) goed is de wetten respecteren en zijn plichten vervullen
- Niveau 3: postconventioneel: zich richten op algemene morele principes vanuit het oog voor
algemeen maatschappelijk belang of vanuit inzicht in de geldigheid van algemene morele principes
5) zich houden aan onderlinge afspraken en vermeerdering van het nut voor zoveel mogelijk
mensen
6) goed is het volgen van autonoom gekozen, universele rechtvaardigheidsprincipes

Theoretische wijsbegeerte = weten om het weten (voorwerp = werkelijkheid zoals ze is (Sein – Is))

Praktische wijsbegeerte (ethiek) = weten omwille van het handelen (voorwerp = werkelijkheid zoals ze zou
moeten zijn (Sollen – Ought))

- descriptieve ethiek = empirische waarneming/beschrijving vd wijze waarop normen en waarden in
een samenleving functioneren (moraalwetenschap)
- normatieve ethiek = filosofische reflectie op het morele die op zoek gaat naar de legitimering vd
morele normen, zoekt antwoord op de waarom-vraag (moraalfilosofie)


1

, - meta-ethiek = reflectie over de wijze waarop er over de ethiek wordt nagedacht, analyseert de taal
vd normatieve ethiek: wat is de betekenis van ‘goed’ en ‘deugd’ (tweedeordemoraalfilosofie)

Binnen normatieve ethiek:

- algemene ethiek = bestudeert normatieve en meta-ethische problemen in hun algemeenheid,
zonder toespitsing op concrete situaties, zoekt naar algemene principes
- bijzondere ethiek = brengt algemene principes in verband met bijzondere situaties

Binnen algemene ethiek:

- individuele ethiek = het menselijke handelen, zijn legitimerende normen en zijn funderende
beginselen kritisch onderzoeken vanuit standpunt van mens als individu (micro-ethiek)
- sociale ethiek = het menselijke handelen onderzoeken vanuit het standpunt van mens als
gemeenschapswezen (macro-ethiek)

Intentie- of gezindheidsethiek = bij de beoordeling van het ethische gehalte van een daad of een persoon
mogen alleen de intenties van die persoon in consideratie genomen worden, niet de daden zelf en de
gevolgen hiervan

Consequentialisme = bij de beoordeling van het ethische gehalte van een daad of een persoon mogen
alleen de gevolgen vd daden van die persoon in consideratie genomen worden, niet de intenties

Het object vd handeling is in alle ethische theorieën ‘het goede’

In de verdere omschrijving van dit ‘goede’ verschillen de ethische theorieën echter

Hoofdstuk 1: problemen voor een normatieve ethiek
§1 Legitimeringscrisis
= vaststelling dat een ethiek het moeilijk heeft om zichzelf te verantwoorden

1) Paradox voor een actuele ethiek

Als we de vraag stellen naar een fundering voor een ethiek, komen we terecht in tegenstellingen

Morele crisis ≠ verlies van traditionele waarden (“vroeger was het beter”)

Morele crisis ≠ het ontbreken van een dergelijke herformulering

Paradox van Apel: “Een universele, d.w.z. intersubjectief geldige ethiek op basis van solidaire
verantwoording schijnt tegelijk noodzakelijk en onmogelijk te zijn“

(Noodzakelijk ↔ onmogelijk) is de paradox, veroorzaakt door wetenschap & technologie (W&T)

Noodzakelijk: voor de eerste keer wordt de mens geconfronteerd met een planetaire verantwoordelijkheid
en dit is een nieuw besef

Onmogelijk: intersubjectieve geldigheid blijkt mogelijk als positief-wetenschappelijke objectiviteit, en in de
W&T wordt een waardevrije descriptie geleverd omtrent de wetmatigheid vd feitelijkheid, MAAR alles wat
daarentegen verbonden is met normen en waarden dreigt aldus terecht te komen op het terrein van
subjectieve irrationaliteit

De situatie (de W&T) die de legitimeringsbehoefte doet toenemen, schept ook de onmacht om haar te
vervullen

Zijn de mensenrechten een bevestiging of ontkenning van de stelling van Apel?

2

,2) Disjunctie feit-waarde

Feiten en waarden vallen niet noodzakelijk samen

Disjunctie = logisch

Sein ↔ Sollen

Is ↔ Ought

Het is een cultureel maatschappelijk probleem, een typisch probleem vd moderniteit

Traditie: van essentie de existentie afleiden

Sartre: “existentie gaat vooraf aan essentie”

Traditie: vanuit de essentiële natuur vd mens wordt zijn doel/functie afgeleid (een pen is goed, d.w.z.
vervult zijn functie adequaat, wanneer hij schrijft

De disjunctie feit-waarde is een fundamentele breuk met deze traditie

Traditie: er is een vooraf bepaald doel, we moeten worden wie we eigenlijk al zijn (essentie  existentie)

Hedendaagse visie: we moeten vinden wie we zijn, er is geen vooraf bepaald doel (existentie  essentie)

Door de hedendaagse visie komt de moderne mens in contact met problemen die vroeger niet bestonden

3) Disjunctie doel-middel

Weber: “Entzauberung der Welt”: de wereld verliest zijn magische waarde omdat alles een
wetenschappelijke, rationele verklaring heeft

Doelrationaliteit vs waarderationaliteit

Doelrationaliteit = middelen, gevolgen en alternatieven ordenen en afwegen om de gestelde doelen te
bereiken (zoals in W&T)

Waarderationaliteit = een handelen dat wordt beheerst door een geloof aan de objectiviteit van ethische
en/of religieuze waarheden

Gevolg: datgene wat met waarden te maken heeft, wordt gesitueerd buiten de sfeer vd rationaliteit

Dus: waardeconflicten zijn niet rationeel te beslechten, men kan er wel over discussiëren, maar zonder dat
men de normativiteit ervan kan funderen

§2 Schets van onze leefwereld als (post)modern
Postmodern = het gebruik van vroegere elementen op een moderne manier

1) Oorsprong

Het experiment vd Moderne Tijd = onze cultuur is gaan experimenteren en heeft een breuk gemaakt met
alles wat voorafging

a. Ideaal van zelfbeschikking

= het idee van een volkomen ontplooiing op basis van intellectuele autonomie en het zichzelf de wet stellen
(zeer aanwezig in de wetenschappen)

Denken is niet herhalen wat anderen gezegd hebben, maar een eigen mening vormen

3

,Verlichtingsideaal werd uitgebreid naar andere domeinen en sferen, en naar het terrein van menselijk
handelen en waardenbeleving, maar is deze uitbreiding succesvol?

b. Interne tegenstrijdigheden

Contradictie tussen een leven op basis van rationele kritiek en de realiteit vd waardenbeleving

i. kiezen wij onze waarden of kiezen de waarden ons? (ik ben fier om Limburger te zijn)
ii. verlichtingsidealen zijn abstract: hoe weten we wat we moeten doen?

Veranderingen op politiek, sociaal en economisch vlak: politieke en economische instituties zijn uitgegroeid
tot megamachines die op zichzelf draaien

Lyotard: onze postmoderne situatie is ‘het einde van de grote verhalen’

De ‘grote verhalen’ vd moderne tijd (emancipatie, vooruitgang, democratisering, ontvoogding vd arbeiders
…) zijn ongeloofwaardig geworden

Ze zijn niet theoretisch weerlegd, maar onderuitgehaald door feiten

2) Reacties

a. Individualisme

Individu gaat zichzelf als norm gebruiken

Spanning tussen individualiteit en intersubjectiviteit, en tussen particulariteit en universaliteit

Hernieuwde particulariteit = regio wordt opnieuw belangrijk (bv HBVL)

b. Een aantal andere reacties kunnen hierop geënt worden

- ironie: belang van ironische-esthetische levenshouding (aandacht voor stijl, design …)
- cynisme
- apathie: er is niets dat mensen gemotiveerd bezighoudt, behalve zichzelf




Hoofdstuk 2: Geluk als grondnorm
Grondtypes van ethisch denken:

1) Teleologische ethiek: grondslag voor ons handelen = de vraag naar het doel (‘telos’ = doel)

Als het doel goed is, zullen de middelen die we daarvoor inzetten ook goed zijn

Een waardevol doel impliceert dat de handelingen die tot dat doel bijdragen ook goed zullen zijn

De inhoud kan verschillend zijn: geluk bij Aristoteles, genot bij epicurisme, nut bij utilitarisme

Extreme vorm = loutere resultaatsethiek = de middelen om het doel te bereiken doen er niet toe,
enkel dat het resultaat bereikt wordt

2) Deontologische ethiek: handelingen of regels moeten in zichzelf moreel zijn, grondvorm is de
plichtsethiek van Kant (‘deon’ = plicht)

Extreme vorm = loutere intentie- of gezindheidsethiek = resultaat doet er niet toe, enkel de
intentie/ingesteldheid


4

, §1 Aristoteles: de ethiek van het goede leven
1) Het statuut en de methode van de ethiek

a. Ethiek als filosofische discipline

Ethiek = een zelfstandige discipline met een eigen manier van werken: ‘ethiek vd vrije burger in de polis’

Belangrijk onderscheid:

Theoretische wetenschap = wetenschap die zich bezighoudt met de kennis vd werkelijkheid, hoe de
werkelijkheid in mekaar zit

De kennis die uit theoretische wetenschap voortvloeit, is vaste kennis en verandert niet

We moeten de kennis beschouwen en bestuderen vanuit het standpunt vd toeschouwer (van op afstand)

Hedendaagse wetenschapper is geen toeschouwer: hedendaagse wetenschapper experimenteert en
‘forceert de natuur’

Poietische wetenschap = wetenschap die je nodig hebt om iets te maken (kennis vd slaaf, degene die zijn
handen moet vuilmaken)

Praktische wetenschap = resultaat is beter handelen, niet beter weten

Praktische wetenschap is gericht op de juiste beslissing, op de juiste wijze van handelen (het goede leven)

Het gaat niet om kennis vd deugd, maar om de deugd zelf (eupraxie) (voor eupraxie is kennis nodig, inzicht
en kritisch onderzoek)

Praktische kennis stoelt op ervaring, zedelijke richtlijnen worden inductief-empirisch opgesteld en zijn
daarom approximatief

Ethiek is nooit wit of zwart, maar altijd in grijswaarden

Eupraxie = het gaat niet om de kennis vd deugd, maar om de deugd zelf

b. Ethiek als praktische discipline

Het goede is een prakton agathon: het bestaat slechts in zoverre en naarmate het door de morele activiteit
wordt gerealiseerd

Het goede is niet een gegeven doel, maar als een richtinggevend idee

Dat impliceert dat ethische kennis levenspraktijk en vorming veronderstelt: de circulaire structuur vd ethiek
= ethische reflectie kan slechts vanuit concrete levenservaring en die ervaring wordt geordend en gevormd
door de reflectie zelf

Voor Plato: het goede is iets buitenwerelds, niet aanwezig in onze wereld

Voor Aristoteles: het goede is hier en nu

c. Praxis en poiesis

Poiesis = handelen met een doel buiten zichzelf, aandacht is niet zozeer gericht op het handelen zelf, maar
op het resultaat (bv schrijnwerker maakt een tafel) (actio transcendens)

Praxis = handelen met een doel in zichzelf (bv muziek spelen) (actio immanens)

Als je muziek speelt om geld te verdienen, is het (ook) een poiesis

5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur G03G. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  11x  vendu
  • (0)
  Ajouter