Ethiek
LES 1 - 13/02/2023
⇒ geen geboortedatums/sterfdatums kennen enkel de chronologie/eeuw!!!
⇒ iets niet behandeld in les ⇒ niet kennen, geen leerstof
⇒ iets behandeld in les en niet in boek ⇒ wel kennen ⇒ vb. Kohlberg
⇒ geel : belangrijke mensen
⇒ oranje: blangrijke begrippen/concepten
⇒ in begin LES 9 : overloopt prof enkele vragen, lijstje met vragen terug te vinden op toledo
H0- Inleiding - Wat is ethiek?
§1: Terminologische verduidelijking
Etymologische aanloop
⇒ moraal - moreel - moraliteit
⇒ ethos - ethisch - ethiek
- vb. wielrenners
- ethos: wijst op allerlei gebruiken/opvattingen/waarden/normen die in een groep
aanwezig zijn, het ethos maakt je lid van die groep
⇒ zeden - zedelijk - zedelijkheid
Bron = Grieks
⇒ 2 woorden:
- ethos 1 = verblijfplaats/woonplaats voor dieren
⇒ een plek waar we ons thuis voelen, een verblijfplaats, iets waar we deel van
uitmaken, een warme plek waar je u zelf kan zijn
⇒ vb. in frans: habitude = gewoonte
⇒ het ethische is iets met een vertrouwde omgeving, datgene wat een gemeenschap
bij elkaar houdt
⇒ want in dat ethische zijn er een aantal stilsprekende afspraken, je weet wat je doet
en niet kan doen, hoe je met bepaalde mensen moet omgaan
- èthos 2 = innerlijke overtuiging, karakter, gezindhouding, grondhouding
- ethnos: groep levende wezens, een kudde dieren of een groep mensen : volk, natie
Moraal (ethos)
= een objectief beschrijfbaar systeem van gedragsregulering mbt wat goed of slecht is,
geoorloofd of verboden bij individu/groep
⇒ doordat je deel uitmaakt van een groep ga je ook hun gedragsregels aannemen en je
ernaar gedragen
⇒ vb. de taal, het nederlands = het kenmerk van een taal is dat je het niet zelf maakt,
kleuter maakt eigen taal ⇒ na een tijd houdt dat op
⇒ ethos verwijst naar iets dat buiten van ons staat, objectief
Moraliteit
,= hier wordt het klemtoon gelegd op het kwalitatief niveau of het gehalte van handelen en
handelingsbewustzijn
= innerlijke overtuiging, handelinsbewustzijn, iets waar je persoonlijk over moet nadenken
(doe ik het of doe ik het niet) , druk voelen
⇒ binnen ons zelf, subjectief
Ethiek
= een systematisch-kritische reflectie over moraal en moraliteit
§2: Vormen van Ethiek
Het veld van de ethiek is ontzettend groot/breed ⇒ over de jaren heen zeer veel ideeën,
theorieën gevormd ⇒ indelingen in dat veld
1) Descriptieve ethiek
= alle benaderingen van ethiek en ethos, waarin men probeert een bestaand
systeem van opvattingen te beschrijven
⇒ vb. sociologie: Max Weber (19e-20e E)
- heeft geprobeerd op een wetenschappelijke, empirische manier waarden en
normen te beschrijven ⇒ menswetenschappen proberen morele prinicipes in
kaart te brengen
⇒ Kohlberg (20e E)
- meest toonaangevende psycholoog
- nieuwe psychologische technologieën en zijn kennis en inzichten werden
gebruikt
- beziggehouden met de psychologische ontwikkelingen van mensen, morele
ontwikkeling van individuen (hoe verloopt dat?)
- Heinz-dilemma!!
= gaf aan proefpersonen een verhaal en vroeg hen wat is uw opvatting van dit
verhaal, waar gaat het over?
⇒ bekendste verhaal Heinz :
Heinz is apotheker, heeft vrouw, wordt ziek, kanker, zal binnen periode
sterven, binnen farmaceutisch bedrijf middel tegen die kanker ontwikkeld,
maar middel is veel te duur, middel ligt na tijd in de apotheek van Heinz, is het
geoorloofd van Heinz omdat middel te stelen voor de genezing van zijn vrouw
ja/nee?
⇒ adhv de antwoorden gaat hij kijken of er een systeem is, hij stelt vast dat
er een aantal stadias/fases zijn waar mensen door heen gaan
- empirische onderbouwde typologie van de morele ontwikkeling via dilemma
onderzoek
niveau 1 - pre-conventioneel: gedrag is gerricht op vermijden van een straf
1) regels volgen uit gehoorzaamheid tov autoriteit
⇒ we doen het omdat het moet van mama/de juf
2) goed is eigenbelang volgen
, ⇒ het komt goed uit, makkelijker leven als ik me aan de regels houdt
dan als ik dat niet zou doen
niveau 2 - conventioneel: sociale erkenning door conformiteit
3) goed is de verwachtingen van anderen vervullen en loyaal zijn
4) goed is de wetten respecteren, zijn plichten vervullen
⇒ doen wat de omgevings/samenleving/… van ons verwacht en
eventueel beloond kan worden
niveau 3 - postconventioneel: zich richten op algemene morele principes
vanuit het oog voor algemeen maatschappelijk belang of vanuit inzicht in de
geldigheid van algemene morele principes
5) zich houden aan onderlinge afspraken en vermeerdering van het nut
voor zoveel mogelijk mensen
6) goed is het volgen van autonoom gekozen, universele
rechtvaardigheidsprincipes
Het goede is het universele, universele rechtvaardigheid
⇒ discussie kan je niet oplossen met wetenschappelijke principes
⇒ menswetenschappen zijn belangrijk voor ethiek want proberen de realtiteit in kaart te
brengen, hoe mensen feitelijk handelen/…
2) Normatieve ethiek
= wat is rechtvaardigheid/goedheid? Hoe kan je normen funderen? Stelt de vraag die
Kohlberg net niet stelt
⇒ alles wat we verder nog in de cursus behandelen behoort hieronder
3) Meta-ethiek
= reflectie over waarin we in de ethiek nadenken, reflectie van de 2e orde
⇒ hoe woorden betekenissen hebben en iets normatief suggereren
- vb. het woord ‘onnozel’: betekende vroeger onschuldig, nu eerder negatieve
connotatie, woorden hebben morele lading en die lading kan verschuiven
- vb. ‘doe het voor je broer’ ⇒ omdat het je broer is zou je het wel doen, iets wat je
niet voor een vreemdeling zou doen
⇒ 2e invalshoek: logica *
- vb. major/minor/conclusie ⇒ alle mensen zijn sterfelijk, socrates is een mens, dus
socrates is sterfelijk
⇒ van toepassing op constaterende uitspraken
⇒ gelden ze ook voor uitspraken waarin ‘moeten’/’niet mogen’ in staat = morele
uitspraken
§3: Vormen van normatieve ethiek
1. Algemene en bijzondere ethiek
- algemene : onderzoeken in algemeenheid, zonder toe te spitsen op concrete
situaties, er wordt gezocht naar de algemene principes en fundamentele grondslagen
voor ‘het’ menselijk handelen in het algemeen
, - bijzonder: algemene principes in verband brengen met bijzondere situaties =
toegepaste ethiek
2. Individuele en sociale ethiek
- individueel : micro-ethiek, menselijk handelen onderzoeken met mens als individu
- sociaal : macro-ethiek, menselijk handelen onderzoeken met het mens als
gemeenschapswezen
DEEL I : basisthema’s uit de ethiek
H1: problemen voor een normatieve ethiek
§1: Legitimeringscrisis
= de vraag of een normatieve ethiek vandaag gelegitimeerd kan worden, mogelijk om een
grondslag een onderbouw te geven
1. De paradox voor een actuele ethiek
- tegenstellingen = morele crisis
⇒ morele crisis is van een andere aard dan economische, politieke of andere
crisissen
⇒ crisis mag niet te oppervlakkig worden bekeken
- Niet: louter aantasten van traditionele waarden, niet alleen maar om oude
waarde die zouden verloren gaan,
Wel: flexibel zijn, meekunnen met het feit dat waarden evolueren
- het ontbreken van een dergelijke herformulering (herformulering van de
basiswaarden van onze samenleving)
- voortdurend veranderende samenleving eist van haar leden een hoog
aanpassingsvermogen
- Conclusie: normatieve ethiek is vandaag alles behalve evident, niet omdat
waarden evolueren en evenmin omdat er geen basistekst bestaat
- paradox van Apel (zie pwp)
⇒ universele ethiek die probeert universeel te zijn, die intersubjectief geldig is
(tussen mensen van toepassing), normen verantwoorden/legitimeren/… schijnt
noodzakelijk en onmogelijk te zijn ⇒ dat is de paradox
⇒ NOODZAKELIJK EN ONMOGELIJK
- de oorsprong, grondslag voor oorsprong en onmogelijkheid is dezelfde
⇒ wetenschap en technologie (W&T)
- NOODZAKELIJK : maken deel uit van onze samenleving, zonder
kunnen we bijna niet verder, beslissend kenmerk van hedendaagse
samenleving
- toenemende ontwikkeling W&T zorgt ervoor dat de vraag naar ethiek
alleen maar toeneemt
- kenmerk : wereld ontspannend karakter (dimensie met
verantwoordelijkheid is ruimer dan we ooit hebben gehad)
⇒ vb.1: kerncentrales: kernuitval gaat verder dan de grens, maar
zorgen ook voor energie = paradox, verantwoordelijkheid die ermee
gepaard gaat is wereldwijd