1. X
2. H2 PROFFESIONEEL OBSERVEREN. WAAROM? WANNEER? WAT? EN HOE?
Observeren&rapporteren
2.1 Waarom observeren
->Menselijk gedrag begrijpen en voorspellen Samenhang gedrag&context = omgeving
Proffesioneel observeren Verzamelen en ordenen van waarneembaar gedrag, vooral door de
visuele en aanvullend de auditieve waarneming (ogen en gehoor)
Observatie gebeurt in natuurlijke omgeving vd persoon zonder of met
minimale controle op gedrag door observatie
Beschrijvend Exploratief Info verzamelen over gedrag zoals het zich in werkelijkheid
voordoet Vb nagelbijten zodra je niet alleen bent
Hypothese toetsend Toetsen van een verwachting of voorspelling van hoe gedrag
zich zal voordoen in bepaalde situatie Vb weinig aandacht ->
negatief gedragen in klas
2.2 Wanneer en wat observeren
Wanneer NIET observeren?
- Observatie van veel personen
- Observatie van weinig toegankelijke onderwerpen
Denken, voelen (taboes, emoties,..) ->moeilijk
Zo weinig mogelijk interpretatie
Minimaliseren van tsnstappen tussen innerlijke toestand & observeerbaar gedrag
Meest directe manier infoverzameling -> voorkeur
Vb gesprek, ragenlijst peilen naar gevoelens-overtuigingen persoon, ipv door omweg gedrag af te leiden
Wanneer WEL observeren?
- Observatie van gedrag waar mensen niet bij stilstaan of slechts gedeeltelijk zicht op hebben
- Observatie bij personen die verbale beperkingen kennen (baby’s, bejaarden, taal,…)
Observeren doe je wanneer gedrag mogelijk onnauwkeurig, onvolledig, onjuist in
gesprek of vragenlijst zal weergegeven worden wegens cognitieve, emotionele of
situationele eigenschappen en beperkingen (sociaal wenselijk)
WAT observeren?
Non-verbaal gedrag Handelingen, gelaatsuitdrukkingen, oogrichting-contact,
stemgedrag, lichaamsbeweging-houding, afstand, oriëntatie,…
Verbaal gedrag Effecten naagaan of betekenis analyseren via inhoudsanalyse
Voorbeeld inhoudsanalyse: KPI
= Kategoriensystem für partnerschaftliche interaktion van Hahlweg:
=Relatief eenvoudig scoringsysteem waarbij zowel verbale als non-verbale aspecten van het
interactiegedrag beoordeeld worden.
Elke verbale respons wordt gecodeerd volgens één van twaalf categorieën die nadien
gereduceerd kunnen worden tot 6 of 4 categorieën.
Het non-verbaal gedrag wordt gecodeerd als positief, neutraal of negatief.
, Elke verbale tussenkomst bij verschillende leden van een systeem ( bijv. een koppel) wordt
gescoord (tevens met aandacht voor het non-verbale) volgens systeem met
gedragscategorieën: selfdisclosure, aanvaarding, kritiek formulering, akkoord gaan, niet akkoord gaan,
positieve oplossing voorstellen
Achteraf: hoe dikwijls zegt wie/wat/op welke manier/na/met of ten opzichte van wie
Levert inzicht over de wijze waarop systeemleden met elkaar communiceren en wat daaraan
problematisch is
KPI observatie- en coderingsschema
2.3 Hoe maak je gedrag meetbaar? Van psychologische eigenschappen tot observatie
Vb Is Sandra gelukkig? (deductieve denkweg of systematisch observeren) Kan je geluk observeren?
Deductieve denkweg
= vertaalt gericht en
onderliggende eigenschap naar
direct waarneembaar gedrag
(vooraf welke gedragingen
eigenschap weerspiegelen die je
wilt observeren en registreert dan
of deze zich voordoen, systematisch)
Systematisch nood aan op voorhand alle gedrag bepalen die eigenschap op geldige wijze
weerspiegelen
Systematisch observeren vergt deductieve denkweg
Deductief = vertaalt het construct direct waarneembaar gedrag Bv agressie:roepen, slaan,….
Vb Sandra zit onbeweeglijk. (inductieve of onsystematische observatie)
Wat zegt dit over het psychologisch functioneren van Sandra?
Frequente praktijksituatie
Observeert gedrag & vraagt je af welke betekenis
deze heeft
Inductieve denkweg
= probeert concrete gedrag af te leiden welke
onderliggende eigenschap dit vertegenwoordigt.
(vooral in onsystematische observatie alleen met
subjectieve indrukken)
In praktijk:
Inductief observeren -> observeren moet attitude worden
Altijd observeren als psychologisch consulent
Waarneembaar gedrag ‘belletje’ rinkelen als je theorie onder de knie hebt
Je activeert psychologische kennis, je hebt NOOD aan psychologische kennis
DUS Het werk nodig om observatievraag meetbaar te maken, is in 1 e plaats afh van hoe breed of
afgebakend doelgedrag is. Je dient met name beslissen welk concreet gedrag je kunt