Sara Boelen academiejaar 2022-2023
1 Politiek en wetenschap
1.1 Wat is politiek?
Politiek is alles wat te maken heeft met het sturen van de samenleving.
De polis (= stad) staat gelijk aan de samenleving. Het is een brede definitie die geldt
voor elke vorm van samenleven/gemeenschap.
Er is een bepaalde nood aan sturing doordat de mens door Aristoteles gezien wordt als
een zoön politikon. Maar er bestaat ook een mogelijkheid tot een conflict, want er heerst
een grote diversiteit binnen de samenleving, nl. in noden, voorkeuren en visies. Ook is er
een bepaalde schaarste binnen de samenleving, meer bepaald met betrekking tot het
herverdelen van de middelen.
1.2 Variaties in politiek
1.2.1 Variatie op het niveau van de samenleving
Politiek kunnen we vaak associëren met samenlevingen die verbonden zijn aan een
territorium. Dat is een hele andere manier om samenlevingen af te bakenen dan bij
verenigen of organisaties – dit is niet-territoriaal. Van een vereniging ben je lid om een
aantal activiteiten samen met anderen te doen? Binnen de grenzen van die samenleving
ben je onderworpen aan de regels ervan, erbuiten niet.? En bij veel organisaties kun je
ook gewoon zelf kiezen of je er lid van wil worden of niet. Als je je niet aan de huisregels
houdt, dan je overwegen om weg te gaan.
Er is een sterke variatie in:
De impact op het dagelijkse leven.
Vrijwilligheid van lidmaatschap: mogelijk tot opt-out?
1.2.2 Variatie op het niveau van inhoud en reikwijdte (“wat wordt er
geregeld”)
Als politiek te maken heeft met de sturing van een samenleving, dan speelt politiek zich
vandaag dus vooral af in de samenleving verder gaat dan het functionele lidmaatschap
van een vereniging of organisatie met een heel specifiek doel, kan politiek in principe
heel ver gaan, heel diep ingrijpen in het leven van de leden van de samenleving. De
politiek kan ook variëren naargelang de inhoud en de reikwijdte ervan.
De grenzen van de politiek verschuiven continu.
Voorbeeld: de staat: van minimale diensten (justitie, politite en defensie,
financiën) naar een uitgebreide verzorgingsstaat.
1
Politicologie: een algemene inleiding
,Sara Boelen academiejaar 2022-2023
T.H. Marshall: hedendaags burgerschap heeft burgerlijke, politieke en
sociaaleconomische dimensies.
Socio-economische rechten is een derde soort en gaat aan burgers
bepaalde politieke rechten garanderen.
Het onderscheid tussen “burgerlijk” en “politiek”
Burgerlijk recht
Heeft betrekking op het geheel van regels voor de onderlinge verhouding tussen
burgers en hier zijn altijd bepaalde rechten aan verbonden.
Politiek recht
Heeft betrekking op de beslissingsprocessen die het individu overstijgen;
relaties tussen de overheid en burger; functioneren van de overheid als
collectiviteit.
Aantal voorbeelden van toenmende reikwijdte van de politiek:
1960s feminisme: “het persoonlijke is politiek”
Dit geeft kritiek op het feit dat de politiek vaak stopt aan de voordeur en dit moet
worden opgelost.
Sociale media en het recht op “ontkoppelen”
Dit moet afdwingbaar gemaakt worden binnen de samenleving.
Terrorisme en privacy
Eenzaamheid
Kinderrechten en -bescherming
1.2.2.1 Politisering en de-politisering
Politisering is het betrokken raken bij de politieke discussie; een thema wordt
onderworpen aan politieke sturing. Het impliceert vaak het herdefiniëren van de grens
tussen “privaat” en “publiek”. Met privaat worden de domeinen bedoeld waarin het
individu autonoom kan handelen en oordelen waar geen collectieve inmenging of sturing
nodig of gewenst is. met publiek bedoeld men de domeinen van het sociale leven waar
mensen elkaar ontmoeten en waar er omwille van de organisatie van het sameleven,
collectieve beslissingen worden genomen. Het impliceert dat persoonlijke ervaringen
worden gelinkt aan bredere structurele uitdagingen om obstakels die meerdere leden van
de gemeenschap raken te overwinnen en impliceert dat het probleem het individu
overstijgt, wat collectieve besluitvorming/sturing nodig maakt.
2
Politicologie: een algemene inleiding
,Sara Boelen academiejaar 2022-2023
Voorbeeld: eenzaamheid (als mentaal-emotionele toestand van een individu) kan
worden gelinkt aan collectieve processen waaronder; (1) de individualisering van
de maatschappij, (2) de toename van éénoudergezinnen…
Depolitisering gaat het “politieke” karakter van iets wegnemen, maar dit ligt vaak heel
wat moeilijker.
Voorbeeld: kritiek op de seksismewet van 22 mei 2014 door het in twijfel trekken
van het structurele karakter van seksisme, het argumenteren dat het onnodig de
vrijheid van meningsuiting beperkt.
1.2.3 Vormen en regimes: welke principes liggen ten grondslag aan het
functioneren van het bestel/systeem?
1.2.3.1 Democratisch of autoritair
Democratisch = tijdelijke en verspreide macht en toestemming moet worden
verkregen aan de hand van verkiezingen + rechten worden formeel erkend en
beschermd.
Autoritair = staatsvorm gebaseerd op ondergeschiktheid tegenover de staat,
waarbij er ingeperkte mogelijkheid is om oppositie te vormen en de uitvoerende
macht op wetmatige manier te contesteren.
1.2.3.2 Unitair of federaal
Unitair = gecentraliseerd bestuur
Federaal = wat in een federale vereniging, instelling of federale staat (een
bondsstaat), betrekking heeft op het samenwerkende, centrale niveau. alsook de
federale instellingen en ministeries.
1.2.3.3 Meerderheid of consensus (variatie in procedure)
In democratische regimes wordt het recht om te besturen veroverd door verkiezingen,
maar deze kunnen op verschillende manieren georganiseerd worden.
Meerderheid = de helft + 1
Concensus = iedereen moet instemmen.
1.2.3.4 Unicameraal of bicameraal (variatie in instellingen)
1.2.3.5 Verdere regels van het spel (kieskringen en hun grootte, rol van het
staatshoofd enz.)
3
Politicologie: een algemene inleiding
, Sara Boelen academiejaar 2022-2023
1.3 Politieke wetenschap: politicologie, huh?
Het gaat over het vertellen van de samenleving, maar niet zoals alle anderen
(journalisten, kunstenaars…). Het is vaak gebonden aan wetenschappelijke regels:
1. Intellectuele distantie
Gevaar van bias (vooringenomenheid)`
Wetenschappers zijn niet perfect neutraal; sociale wetenschappers staan in
de wereld die ze bestuderen.
De vraagstelling en de interpretatie van verkregen data worden gedreven
door bepaalde normen, waarden, de heersende opvattingen etc.
Omgaan met die bias
Er kan omgegaan worden met deze bias door het omarmen van de twijfel,
het rapporteren over ambigue bevindingen. Ook moet je een bepaalde
reflexiviteit vertonen (het in vraag stellen van je relatie tot het
studieobject).
2. Data (veel data) systematisch verzamelen en analyseren
Het geregeld/geordend zoeken naar (on)regelmatigheden.
Patronen en vergelijking: oordelen over een specifiek geval van een
algemeen verschijnsel.
3. Bewuste keuze van technieken
De gebruikte methode hangt af van de vraag die beantwoord moet
worden, en van de aard van de verzamelde data.
Kwalitatief – kwantitatief
o Kwantitatief = de data die worden verzameld, hebben dan de vorm
van cijfers die met behulp van statistische technieken kunnen
worden geanalyseerd.
o Kwalitatief = vereist een diepere studie van elke interventie. Er
worden wel meer aspecten van elke interventie bestudeerd
waardoor er nog altijd op een systematische manier een grote
hoeveelheid data wordt verzameld.
Onderzoeksvraag bepaald mee de relevantie van de gebruikte technieken.
4. Openheid en transparantie
Onderzoek ethiek en positionaliteit
Rapporatage, peer review, open acces, …
1.4 Instrumenten van de politieke wetenschap
1.4.1 Concepten
Concepten zijn een afbakening van een begrip gevat in een definitie. Deze laten toe om
instellingen, gedrag, processen, etc. te categoriseren als een geval van een breder
4
Politicologie: een algemene inleiding