Samenvatting diversiteit
Les 1
Diversiteit en sociale identiteit
• Ieder individu kan beschouwd worden als een ‘sociale identiteit’. De sociale identiteit
heeft betrekking op de vraag hoe iemand in relatie tot de sociale omgeving wordt
gedefinieerd. Bv: je bent ‘jong’ omdat er mensen zijn die ‘oud’er zijn; je bent een
man, geen vrouw; je bent een ‘zus’ omdat je een broer of een zus hebt en geen enig
kind bent ....
• Het kruispuntdenken/intersectioneel denken/ caleidoscopisch denken is het actuele
denken rond diversiteit. Bij dat denken hoort een bepaalde kijk op sociale identiteit.
Sociale identiteit :Wie je bent in verhouding met andere.
• Ieder individu kenmerkt zich door een meervoudige identiteit bestaande uit
verschillende sociale deelidentiteiten omdat hij/zij tot verschillende ‘collectieven’
behoort. Die ‘collectieven’ kenmerken zich door een zekere cultuur. We kunnen
spreken over de multicollectiviteit of multiculturaliteit van een individu.
• Verschillende definities van cultuur.
o Gemeenschappelijk: Cultuur is een kenmerk van een sociale groep en niet van
een individu.
o Wij hanteren de definitie waar Hoffman (2018, p. 6) van uitgaat: “Cultuur is de
gemeenschappelijke wereld van betekenissen en gewoonten die een bepaalde
sociale groep kenmerkt.”
Het gaat hier niet over een etnische groep maar dit kan ook een ruimere groep zijn, zoals de
scouts.
• Elk collectief wordt gekenmerkt door homogeniteit. Dat is wat de leden met elkaar
delen en waarin ze zich onderscheiden van andere collectieven.
• Elk collectief wordt gekenmerkt door heterogeniteit. Er is interne verscheidenheid
binnen een collectief, bv. biologische, psychische, interpersoonlijke, politieke, socio-
economische, juridische ... verschillen.
Elk individu is (ook) uniek.
,Sociale deelidentiteiten
• We onderscheiden verschillende sociale deelidentiteiten.
• We kunnen ook spreken over ‘sociale/maatschappelijke
ordeningsprincipes’, ‘dimensies’, ‘assen van
maatschappelijke betekenisgeving’ of, zoals Helma Lutz
ze benoemt ‘assen van identiteitsvorming’. (zie tekst 1 p.
50)
• Helma Lutz benoemt 14 assen, andere auteurs bakenen
wat als sociale deelidentiteiten benoemd wordt, niet zo
strikt af.
Identiteit: veelkleurig, veelvormig en bewegend mozaïek
Mozaïek blijft niet heel u leven hetzelfde. Opleiding stopt of veranderd. Partner kan
veranderen. In een bepaalde context zet je zelf een bepaalde deelidentiteit voorop.
De sociale identiteit kan weergegeven worden als een veelkleurig, veelvormig en
bewegend mozaïek van sociale deelidentiteiten. Dat brengt ons bij het dynamisch
karakter van de sociale identiteit: Er doen zich voortdurend veranderingen voor in en
tussen de sociale deelidentiteiten (‘tussen’ omdat afhankelijk van de context
bepaalde deelidentiteiten meer op de voorgrond kunnen staan dan andere; cfr.
verder ‘hiërarchie van sociale deelidentiteiten’)
Verhouding persoon - cultuur
Top van de berg zijn de mensen die je ontmoet.
Midden van de berg: Wat heb je meegekregen
door de personen die je heb ontmoet
De cultuur hebben een menselijk
natuur/basisbehoeftes/universele menselijke
, • De verschillende sociale deelidentiteiten beïnvloeden elkaar onderling. Om situaties,
mogelijkheden/kansen, moeilijkheden/uitdagingen goed te kunnen begrijpen moet je
naar de kruispunten van sociale deelidentiteiten/dimensies kijken.
• Sociale deelidentiteiten/dimensies zijn machtsgeladen. Sommige kruispunten bieden
méér of minder kansen, zijn al dan niet gevoeliger voor sociale uitsluiting of
discriminatie.(‘kwetsbare kruispunten’)
Wat is het essentiele verschil tussen het kruispuntdenken en het diversiteitsdenken?
Tussen kruispuntdenken en het platte diversiteit denken de erkenning is van het feit dat
sommige deelidentiteiten meer machtig zijn dan anderen. De macht geladenheid maakt een
groot verschil.Door de macht zijn er bepaalde deelidentiteiten die gemakkelijker in de
hulpverlening terecht komen.
Je moet als hulpverlener in gesprek gaan met de client om zijn deelidentiteit en de
verhoudingen daarin te herkennen.
KRUISPUNTDENKEN SAMENGEVAT:
• Meerdere sociale deelidentiteiten/dimensies
• Sociale deelidentiteiten/dimensies beïnvloeden elkaar onderling; naar sociale identiteit kijken
vanuit de kruispunten van sociale deelidentiteiten/dimensies(kruispunten zijn combinaties van
maatschappelijke ordeningsprincipes die gelijktijdig en verweven met elkaar samenhangen;
tekst 1, p. 50)
• Verschillen binnen de sociale deelidentiteiten/dimensies (het unieke van een individu)
• Dynamisch karakter van sociale identiteit
• Machtsgeladenheid van dimensies – sommige kruispunten meer of minder kansen, gevoeliger
of minder gevoelig voor sociale uitsluiting of discriminatie
Praktijktools (1)
• Zoek naar verbinding / positieve overlap op het niveau van de sociale
deelidentiteiten, bv. allebei moeder; belangrijk bij de opbouw van een
vertrouwens- en werkrelatie
• Focus bij je cliënt op meerdere sociale deelidentiteiten, bv. naast moslim
ook papa en Antwerpenaar
• Heb oog voor ‘kwetsbare kruispunten’
Praktijktools (2)
• De ‘andere’ vraag stellen: je benadert de casus of de cliënt vanuit een andere
verschilcategorie; zelfde benadering, reactie?
• In onderzoek: neem meerdere dimensies mee gezien machtsbeladenheid van
verschil categorieën: cijfers + kwalitatief onderzoek
• In organisaties: rekening houden met kruispunten bij activiteiten
• Kruispuntdenken attendeert ons aan het feit dat diversiteit niet vanzelf-sprekend is:
je moet er actief mee omgaan. Dat is niet vrijblijvend, je raakt bv. aan
machtsposities. Bv. ‘witte privileges’
, Praktijktool: Methodiek ‘GLASSWERFF’
• Wat is je situatie op de volgende terreinen:
Gezondheid
Leeftijd
Arbeidssituatie
Sekse en seksuele oriëntatie (seksuele identiteit)
Scholing
Woonsituatie
Etnisch-culturele achtergrond
Religieuze/levensbeschouwelijke overtuiging
Familiale situatie/ financiële situatie
Identiteitsas Inhoud Dominante norm
Gezondheids-toestand gezond, fysieke beperkingen, mentale gezond zijn
beperkingen ...
Leeftijd jong, oud dertigers en veertigers
Arbeidssituatie in loondienst, zelfstandig, thuiswerkend, op werkende tweeverdieners
pensioen, werkloos ...
Sekse en (seksuele man, vrouw, transgender hetero, holebi Man hetero
identiteit)
Scholingsgraad laagopgeleid, hoogopgeleid, ... hoogopgeleid
Woonsituatie huurder, eigenaar, appartement, huis, eigenaar van een huis
resident in verzorgingstehuis, ...
Etnisch-cultureel ‘autochtoon’, ‘allochtoon’, Vlaming, Turk, ‘autochtoon’ en blank
Marokkaan, ...
Religie / niet-gelovig, socialist, christen, ecologist, ‘secularisme’, ‘liberalisme’,
levensbeschouwing moslim, ... ‘humanisme’, ‘individualisme’
en vooruitgangsdenken
Familiesituatie alleenstaande, ongehuwde moeder, moeder, vader en twee kinderen
klassiek gezin, groot gezin, ...
Financiële situatie middenklasse, rijk, kansarm, uitkering, middenklasse
verschillende eigendommen, leningen,
schulden, ...