Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding Psychologie €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding Psychologie

 28 vues  1 achat

Gedeelte psychologie (professor Adelien Decraemer)

Aperçu 4 sur 35  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t.e.m. 5
  • 16 février 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
fryavdd
MENS EN SAMENLEVING – PSYCHOLOGIE

HOOFDSTUK 1: MOTIVATIE
Bashir Abdi op De Morgen: voorbeeld van motivatie; marathonwonder op 26/10/2021.  ‘Niets
komt zomaar. Maar België biedt je zoveel kansen’. => Wat motiveert Bashir Abdi om zo hard te
werken?



Motivatie
= belangrijk en vertegenwoordigt de psychologische processen die aanzet, richting, de intensiteit en
het in stand houden van menselijk gedrag veroorzaken om een bepaald doel te bereiken.

 Mensen die veel gemotiveerd zijn presteren niet noodzakelijk het beste.

Performantie op het werk is dus afhankelijk van 3 anticedenten: motivatie, ability en opportunity.

 Bepaalde motivatietheorieën kunnen niet los gezien worden van de tijd waar zij voor het
eerst werden geformuleerd.
 Motivatietheorie= reflectie van de tijdgeest. Men had een aantal inzichten nodig om na te
denken hoe men het werk organiseert.
 Na grote recessie in VS (jaren 30): groeiende economie en welvaart leidt naar analyse van
werk binnen organisaties.

TAYLOR

“The principles of scientific management”

Taylor was de eerste dat zich de vraag stelde “Hoe kan een organisatie het best presteren?”

 “managers work, workers only work”: ver doorgedreven opsplitsing van het werk en
routinisering. => Productiviteit steeg hierdoor enorm
 GROOTSTE KRITIEK: geen rekening gehouden met de factor mens, zijn gedrag en de kracht
van de individuele motivatie  arbeiders nemen geen initiatief en verantwoordelijkheid
door sterk controle.

Assembly line= een reeks arbeiders en machines in een fabriek waarmee een opeenvolging van
identieke items geleidelijk wordt geassembleerd. BV. Ford => De term fordisme verwijst dus naar de
rationalisatie van de Tayloristische methode om werk te organiseren door het creëren van lopende
banden, die standaardisatie en massaproductie mogelijk maakten. Het voordeel van de lopende band
was dat deze het werk naar de arbeider bracht in plaats van de arbeider naar het werk te brengen.

X-Y THEORIE

= theorie van Douglas McGregor 1960

 Theorie X: mensen houden niet van werken, hebben geen ambities, ze moeten gecontroleerd
zijn en straffen moeten gebruikt zijn om het gedrag van die mensen te managen /
controleren. BV. Taylor percipieert mensen in een organisatie zoals bij theorie X (mensen
onderdrukt, managementsysteem heeft geen medelijden met de mens)
 Theorie Y: mensen genieten van hun werk, ze hebben eigen verantwoordelijkheden, nemen
zelf initiatief en zijn creatief.

,  1940-1960: Sociaal- economisch overleg= mensen willen betere werkomstandigheden
meer overleg , ontwikkeling van de vakbonden.

Bv. Delhaize staking omdat overleg belangrijk was om mensen te kunnen motiveren.

 Efficiëntie was belangrijk voor Taylor, niet motivatie.

 Humanisering van arbeid= rekening houden met de mens, zijn behoeften, motivatie en
gedrag.
 Human Relation Movement= basis voor humanisering van arbeid: eerste aandacht voor de
behoeften en motivatie van medewerkers.

 Theorie
WAT MOTIVEERT MENSEN? Behoeften
HOE GERAKEN MENSEN GEMOTIVEERD? Processen & mechanismen



Behoeftetheorieën
 Interne krachten of drijfveren= ervoor zorgen dat mensen op de ene of andere manier
gedragen enerzijds door behoeften of door socialisatie
 Socialisatie= een proces waar een individu de waarden, de normen en gewoontes van een
groep of samenleving aanleert om te kunnen functioneren
 Werkwaarden= bv. Autonomie nastreven, inkomen verwerven, een prestige… iedereen heeft
een andere werkwaarde

DE BEHOEFTETHEORIE VAN MASLOW

= theorie gebruikt in bedrijven  theorie die nooit werd bevestigd in andere studies

, DE ERG-THEORIE VAN ALDERFER

 Existence needs
(=Maslow’s safety and psychological needs) Nood aan fysiologische basisbehoeften +
behoefte aan veiligheid, bestaanszekerheid en gezondheid
 Relatedness needs
(= Maslow’s social and external esteem needs) Sociale behoeften: behoefte aan sociale
status en waardering door anderen.
 Growth needs
(= Maslow’s self-esteem and self-acualisation needs) Zelfrespect en zelfvertrouwen: behoefte
aan ontwikkeling van eigen kunnen.

̶ Ipv een strikt stapsgewijze hiërarchie eerder een continuüm dat leidt naar groei (meer dan 1
nood kan tegelijk aanwezig zijn)

̶ ‘Frustration-regression’ een stapje terug zetten (door een blokkage, zoals bvb een gebrek
aan capaciteiten of opportuniteiten)

̶ Erkenning van individuele verschillen tussen mensen: de familiale en sociale achtergrond, de
opvoeding, positieve of negatieve ervaringen in de jeugd en geboden opportuniteiten
kunnen bepaalde behoeften versterken of verzwakken.

̶ Culturele verschillen (bvb. In Spanje is de waarde van een groep groot, hier hechten we ons
aan individuele waarden)



DE PRESTATIEMOTIVATIETHEORIE VAN MCCLELLAND

 Need for Achievement
 Need for Power
 Need for Affiliation
 Variatie in deze drie noden bij mensen en kinderen, volgens McClelland


DE MOTIVATIE OM IETS TE VERWEZENLIJKEN EN TE PRESTEREN (HENRY MURRAY)

Prestatiemotivatie= men maakt gewag van een verlangen om eerder iets moeilijk te bewerkstelligen.
Het gaat tevens over de beheersing, het manipuleren en organiseren van fysieke objecten, mensen
of ideeën op een smalle ne onafhankelijke manier. Hindernissen kunnen overwinnen, hoge
standaarden te bereiken, de beste te zijn, met anderen te concurreren en zelfs te overtreffen en ten
slotte ook om de zelfachting te verhogen door de eigen talenten succesvol aan te wenden.

, THEMATIC APPERCEPTION TEST (TAT)
De behoefte aan prestatie bij het individu is hoog als:

 In het verhaal sprake is van een doel, te bereiken resultaat of de wil om uit te blinken. ( need
for achievement)
 Er een gebruik is van bepaalde woorden in het verhaal zoals goed, beter…
 Iemand wil uniek resultaat bereiken
 Verwijzing naar carrière, loon, status of succesvol zijn (need for power)

Therapeut maakt analyse adhv 3 behoeften: prestatiemotivatie, prestatiedrang en ‘need of
achievement’. => Vaak kiezen mensen voor een doel die niet de moeilijkste is omdat ze nood hebben
aan feedback en prestaties.

De behoefte aan macht (i.e. ‘power’) bij het individu is hoog als:

 Er wordt invloed uitgeoefend op iemand anders
 Iemand wilt controle over anderen
 Iemand wilt bevelen, argumenteren, eisen, bewijzen, overtuigen, bedreigen, belonen of
straffen
 Er duidelijkheid wordt verwezen naar een verhouding tussen leidinggevende en
medewerker, de leidinggevende wil medewerkers coachen en controleren en zal beslissingen
nemen.
 Performance goals

De behoefte aan affiliatiemotivatie is hoog als:

o Er sprake is van het verwerven en onderhouden van goede en aangename verhouding met
anderen
o Iemand het verlangen uitdrukt om geliefd te worden
o Er wordt verwezen naar familieverbanden of relaties, vriendelijke discussies, bezoeken,
feestjes of informele samenkomsten.

Een Nederlandse prestatiemotivatietest (Hermans – 1967)

Drie aspecten gerelateerd aan prestatiemotivatie:

1) Prestatiemotief: een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die specifieke situaties zal
leiden tot presteren
2) Positieve faalangst: een gezonde spanning die iemand nodig heeft om tot een goede
prestatie te komen
3) Negatieve faalangst: de spanning die iemand blokkeert en die zal leiden tot minder goede
prestaties
 Mensen presteren beter als ze stress hebben tot een bepaald punt= Inverted U-curve.
 IMPOSTER SYNDROM= bedriegerssyndroom= een persoon denkt dat hij het niet kan. Het is
een soort van faalangst die ondergrond is.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fryavdd. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter