In deze namenlijst voor het vak politicologie staan alle namen die aan bod komen in het boek 'politiek' en tijdens de hoorcolleges van het vak 'politicologie'.
Aristoteles Leerling van Plato, zet zich af tegen absolutisme: meer democratisch
Stelt dat de gemeenschap een natuurlijke vorm is van samenleven:
de individu is niet denkbaar zonder de polis, de mens is een zoön
politikon (sociaal wezen)
Dus: ook zonder ingreep van buitenaf zou zich spontaan een
politiek systeem ontwikkelen
Centraal: politiek maakt deel uit van eudaimonia (het goede leven)
Ideaal van een directe democratie: alle burgers moeten
kunnen deelnemen aan publieke deliberaties (alle burgers =
vrije mannelijke burgers)
Polis is niet enkel een stadstaat, maar ook een morele
leefgemeenschap en een politieke gemeenschap
Geen zaak van traditie en hiërarchie, maar essentieel
onderdeel van ons volwaardig mens-zijn: zonder politiek leiden we
en onvolledig bestaan, dat alleen gericht is op
privéaangelegenheden of materiële goederen
Typologie van staatsvormen op basis van 2 criteria
- Tirannie
- Oligarchie
- Democratie
- Monarchie
- Aristocratie
- Polis
Plato Schreef in ‘Politeia’ (de staat) zijn visie op de ideale samenleving
neer, hij heeft namelijk liever een beperkte groep van mensen in het
bestuur
De staat is een organisch geheel: alle burgers moeten zichzelf zien
als onderdeel van een groter geheel: strakke staatsinrichting met
drie functies en klassen
- Filosofenheersers: nadenken
o Gekenmerkt door wijsheid
o Absolute heerschappij, anderen moeten dit
aanvaarden
o Onbaatzuchtige elite: mogen zich niet bezondigen
aan persoonlijke verrijking, moet zich onbaatzuchtig
toeleggen op het beste bestuur van de samenleving
- Soldaten: handelen
o Gekenmerkt door moed
- Gewone volk: handenarbeid
o Arbeidsspecialisatie: de talenten van iedereen op de
meest optimale manier inzetten voor de hele
samenleving
Robert Dahl Concept polyarchie
Een soort politiek systeem, een regime dat aan verschillende
voorwaarden voldoet:
- De controle over de regering en over het beleid is in handen
, van gekozen mandatarissen
- De verkiezingen verlopen vrij en eerlijk
- De meeste volwassenen hebben het recht om zich kandidaat
te stellen
- De burgers genieten van een gegarandeerde vrijheid van
meningsuiting, met inbegrip van de vrijheid om het bestuur
de bekritiseren
- De burgers hebben vrij toegang tot informatie die niet door
het bestuur gecontroleerd wordt
De burgers zij vrij om zich te verenigen in belangenorganisaties en in
politieke partijen
Realiseert hiermee 2 dingen:
1. Benadrukt het onderscheid tussen het ideaal van democratie
en de praktijk in bestaande politieke stelsels
2. Benadrukt dat zijn visie op democratie vooral neerkomt op
het realiseren van een bestuur door velen (in plaats van door
de massa)
Discussie: power debate in Who Governs (1961): gaat na wie er
weegt op besluitvormingsprocessen en de uitkomsten ervan bepaalt
Gelijkenissen tussen Dahl en Weber
o Definitie van macht: als mogelijkheid of vermogen
o Focus op conflict en observeerbaar gedrag
Kritiek door Bachrach en Morton: onzichtbaarheid van
bepaalde vormen van macht
Pluralisme: groot aantal onafhankelijke
belangenorganisaties, geen machtsconcentratie. De macht is
domeinspecifiek
David Easton Ontwikkelde het model van de politieke kringloop (1965)
(Talcott Parsons) (1963): Twee aspecten die onze belangstelling voor het concept
macht verklaren:
- We hebben macht nodig om in een politieke gemeenschap
zaken te kunnen realiseren en ons samenleven te kunnen
organiseren: breed spectrum van vormen van
machtsuitoefening
- Ingegeven door een normatieve vraag: wanneer en onder
welke omstandigheden is de uitoefening van macht
gerechtvaardigd? Cfr staat
Max Weber Onderscheid tussen macht en gezag
3 vormen van gezag:
- Traditioneel
- Charismatisch
- Rationeel-legalistisch
Bureaucratie:
- Typische organisatievorm van de moderniteit
- Toenemende rationaliteit
- Toenemende depersonalisering van onderlinge
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nelevercruijsse. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.