Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Recht en Onderneming €8,98
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Recht en Onderneming

 3 vues  0 fois vendu

Samenvatting van Recht en Onderneming, geschreven in het academiejaar .

Aperçu 4 sur 54  pages

  • 22 février 2023
  • 54
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
connoreke765
Recht en onderneming 2022-
2023
Deel 1: Inleiding
Hoofdstuk 1: Wat is recht?
Recht komt voor in het dagelijks leven. Er zijn 3 categorieën van regels:
1. Recht probeert altijd te ordenen
2. Je moet ook regels hebben die de eerste categorie van regels afdwingen:
dit maakt recht tot recht. Als er geen sanctie op staat, kan je de regels niet
afdwingen.
3. Recht is nodig om regels te kunnen wijzigen
 Recht is steeds in evolutie
Deze 3 regels zijn nodig om van recht te kunnen spreken.
Er zijn 2 groepen van recht:
1. Objectief recht: het recht zoals ze bestaat, de rechtsregels die er zijn.
2. Subjectief recht: rechten die wij ontlenen aan het objectief recht: wij
kunnen het recht uitoefenen.

Hoofdstuk 2: Indeling van het nationaal recht
Nationaal recht komt voor uit een land, het heeft een nationale oorsprong/bron.
Internationaal recht heeft een internationale oorsprong.
Het onderscheid tussen privaat en publiek recht
Het privaatrecht
Recht dat van toepassing is op relaties tussen burgers (bv. verkoop, huwelijk, …).
Tot het privaatrecht behoren verschillende rechtstakken:
1) Het burgerlijk recht
 Verzameling van regels die voorkomen in ons dagelijks leven voor iedere
burger.
 Burgerlijk Wetboek (BW) (maar is verouderd). Nu is men gestart met die regels
te hervormen. Men spreekt van een nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW). Men maakt
eigenlijk het BW leeg, en herzien ze volledig in het NBW. Dit is het basiswetboek,
maar hiernaast bestaan nog allerlei andere regels.
2) Het ondernemingsrecht
 Verzameling van regels die van toepassing zijn op ondernemingen, niet op
individuele burgers. Er zijn soepelere bewijsregels.
 Wetboek van Economisch Recht (WER). Is al volledig hervormd.
3) Het gerechtelijk recht (= privaatrechtelijk procesrecht)
 Deze maakt het mogelijk om bestaande regels af te dwingen. Ze regelt
eigenlijk de volledige gerechtelijke organisatie van het land.
 Gerechtelijk Wetboek (Ger W). Heel wat regels zijn ook te vinden naast dit Ger
W.
 Er wordt bepaald naar welke rechtbank je moet gaan voor welke conflicten,
samen met de soort van procedures.




1

,Het publiekrecht
Recht dat van toepassing is op relaties tussen burgers en de overheid, maar ook
tussen overheden onderling. Tot het publiekrecht behoren verschillende
rechtstakken:
1) Grondwettelijk recht
 Grondwet: bevat een drietal materies:
- Organisatie van de staat
- Toekennen van rechten en vrijheden aan burgers (bv. onderwijs,
meningsuiting, …)
- Fundamentele regels voor onze samenleving (bv. scheiding der machten)
2) Bestuursrecht
 Recht dat betrekking heeft op de uitvoerende macht. Dit gaat zeer ver:
werking van provincies, gemeenten, ambtenaren, …
 Raad van State heeft een belangrijke functie in dit bestuursrecht.
 Er is niet bepaald 1 wetboek, vooral afzonderlijke wetgeving.
3) Fiscaal recht
 Bepaalt de relatie burger-overheid.
 Verschillende wetboeken (bv. btw-wetboek, inkomstenbelastingen, …) en
afzonderlijke wetgeving.
4) Strafrecht
 Regels waarvan wij als maatschappij zeggen dat ze belangrijk zijn. We vinden
ze zo fundamenteel, dat men er sancties (boetes, gevangenisstraffen, …) op zet
indien ze niet worden nageleefd.
 Overheid dwingt de sancties af. Zij zal beslissen of iemand wordt vervolgd of
niet.
 Strafwetboek (SW)
5) Strafprocesrecht
 Tegenhanger van het Ger W: men gaat vrijheid beroven. Men voert procedures
uit m.b.t. strafrechtelijke feiten. Het gaat hier om mensen die een gevaar zijn
voor anderen.
 Wetboek van strafvordering.

Onderscheid en relativering
Relevantie van het onderscheid
Privaat recht:
 Veel van die regels zijn suppletief (of aanvullend recht): je kan ervan afwijken.
 Je hebt ook dwingend recht: je kan er niet van afwijken en stellen private
belangen veilig.
 Je hebt ook regels van openbare orde: je kan er niet van afwijken en stellen
belangen van de maatschappij veilig.
Publiek recht:
 Hierin zitten enkel regels van openbare orde
Relativering van het onderscheid
1) Economisch recht
 Overkoepelend recht dat ons economisch leven beheerst. Ze richt eerder tot
het publiek recht
- Ondernemingsrecht
- Marktregulerend recht: regels die bepalen hoe je je als onderneming moet
gedragen.

2) Sociaal recht
 Ze richt zich tot zowel privaat- als publiekrecht
- Arbeidsrecht:
o Individueel arbeidsrecht: individuele arbeidsovereenkomst sluiten

2

,  Richt zich op privaatrecht
o Collectief arbeidsrecht: vakbonden en dergelijke maken collectieve
akkoorden (CAO’s) die gelden tot een sector
 Richt zich op publiekrecht
- Sociaal zekerheidsrecht: heeft te maken met pensioenen,
ziekteverzekeringen, …
 Richt zich op publiekrecht
Overlapping in concrete praktische problemen
 De praktijk laat zich niet altijd indelen
U gaat verschillende soorten recht moeten gebruiken in verschillende soorten
problemen. Vaak moet u dus een combinatie maken van verschillende regels.
Men heeft amper een zuiver publiek- of privaatrechtelijk probleem.
 Het Europese recht maakt het onderscheid niet
Privaatrechtelijke technieken
 Wordt door de overheid gebruikt.
 Men gaat dus niet enkel regels toepassen die behoren tot het publiekrecht.
Voorbeelden: ze gaat onderhandelen, de overheid werkt met contractuelen (via
een overeenkomst).



Hoofdstuk 3: Het internationaal recht
Tot het internationaal recht behoren de volgende rechtstakken:
1) Het internationaal privaatrecht (IPR recht)
 Juridische situatie met een buitenlands element (vb. Nederlanders sluit
overeenkomst met Belg: welk recht passen we nu toe? Het Nederlands of het
Belgisch?)
 Recht dat bepaalt welk nationaal recht wordt toegepast: zeer ingewikkeld
systeem
 Wetboek IPR, maar ook veel internationale overeenkomsten
2) Het internationaal publiekrecht/volkerenrecht
 Bepaalt relaties tussen landen door verdragen, overeenkomsten, …
 Ook onderscheid in privaat- en publiekrecht
 Totstandkoming van overeenkomst is een zeer langzaam proces: verschillende
stappen: onderhandelen, afronden en ondertekenen. Nu is het verdrag nog niet
van toepassing, want het moet bekrachtigd worden door de nationale
parlementen.
3) Het Europees recht (zeer belangrijk)
 België draagt geen bevoegdheden over naar supranationale instellingen: in het
Europees recht gebeurt dit wel.
Essentiële kenmerken:
- Primauteit of de voorrang van het Europees recht: alle regels in een
nationaal gebied mag niet strijdig zijn met die van het Europees recht.
Indien dit het geval is moet de grondwet van dat gebied gewijzigd worden.
- De directe/rechtstreekse werking: iedere burger kan zich beroepen op
regels van het Europees recht, zelfs tegen de nationale instanties.
 Regel van Europees recht inroepen om tegenstander te kunnen
veroordelen.

Deel 2: Publiek recht
Hoofdstuk 1: Grondprincipes van de staatsorde
1) Rechtsstaat
 Wij in België zijn een rechtsstaat.


3

,  Een staat is er niet om in de eerste plaats zijn eigen belangen na te streven,
maar om de rechten en vrijheden van de burgers te beschermen (ook tegen
buitenlandse krachten). Bescherming gebeurt door fundamentele rechten (bv.
vrije meningsuiting, recht van vereniging, vrij onderwijs, …). Deze moeten
worden vrijgesteld door de overheid.
 Europees verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM): ze
legt een aantal fundamentele rechten vast. Nationale wetgeving kan hieraan
getoetst worden: dit is een bijkomende garantie om als rechtsstaat waardig te
blijven.
2) Wetstaat
 Men stelde vast dat bepaalde groepen niet konden genieten van sommige
rechten.
 Men probeert ook zwakke partijen te beschermen, maar groot probleem.
 Dwingend recht: private belangen vrijstellen (bv. consumentenbescherming,
sociaal recht, …)
 Na verloop van tijd enorme massa aan wetgeving omdat je steeds wil
gelijkmaken, iedereen vrijstellen, …
 Reactie wetstaat: “misschien moeten we sommige wetten dereguleren”.
3) De drie staatsmachten
 Bijzondere regel: scheiding der machten. De volgende 3 machten staan los
van elkaar, en kunnen elkaar geen instructies geven. Ze zijn 3 aparte entiteiten.
Wel controleren ze elkaar, en houden elkaar in evenwicht.
- De wetgevende macht (wetgever: Vlaams Parlement en koning)
 Wetten maken, uitvoerende macht controleren, recht van onderzoek
- De uitvoerende macht (koning en regering)
 Land leiden, wetten uitvoeren, staatsapparaat beheren, rechters
benoemen
- De rechterlijke macht (gerechtelijk apparaat: hoven en rechtbanken)
 Geschillen beslechten, wetgevende en uitvoerende macht controleren
4) Het democratisch beginsel
 Wetgeving wordt gemaakt door rechtstreeks verkozenen van het volk: in
België is dat het parlement.
 Democratisch deficit: wetgeving Europese Unie gebeurt niet door Europees
Parlement, maar wel in samenwerking met de raad van ministers, die immers
niet democratisch is verkozen.

Hoofdstuk 2: De supranationale rechtsorde
Van EEG naar Europese Unie
Historisch:
 Men vroeg zich af: hoe kunnen we samenwerken? Economie functioneerde
eerst op steenkool en staal. Frankrijk was grote fan van samenwerking.
 °EGKS: Europese gemeenschap voor kolen en staal (eerste gemeenschap):
maar nog verdere samenwerking, ook politiek (en dus niet enkel op kolen en
staal). Maar eerst is er dus een economische samenwerking nodig, voor er ook
een politieke samenwerking tot stand kan komen: spill-over effect.
 °EEG (’57): Europees Economische Gemeenschap, samen met EURATOM: ook
samenwerking op gebied van atoomenergie voor niet-militaire doeleinden
(bestaat vandaag nog altijd), maar wil nog altijd verdere samenwerking.
 °EG: Europese Gemeenschap, en dus ook samenwerking op niet-economische
domeinen.
 °EU: ook samenwerking op gebied van justitie, cultuur, sociale zekerheid, …
Ondertussen is de EGKS opgeheven, en geïntegreerd in de EU. Dus wat er
vandaag overblijft is EURATOM en de EU.
Europese Unie:

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur connoreke765. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,98
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté