1. Eerste helft 19de eeuw
Vroegromantiek
Goethe
1749-1832
Leven opgedeeld in drie delen
o Italiëreis 1786-1788
o Dood van vriend Schiller in 1805
o Dood Goethe in 1832 = dood van Duitse romantiek
Auteur van Werther, Faust (I & II), Hermann und Dorothea, Die Wahlverwantschaften en
Wilhelm Meisters Wanderjahre
zijn Godsbesef is heel persoonlijk, zijn bestaan wordt gestuurd door ‘noodlotsmacht’ dat een
rode draad is die door het leven loopt. Religie is voor hem een heilzame kracht.
Men kan dat heilige vorm geven in de kunst.
Het deel en het geheel: elk concreet object staat op zich en is iets afzonderlijks, maar
tegelijkertijd is het ook de afspiegeling van het geheel waarvan het deel uitmaakt
Nabootsing: schoonheid is geen eigenschap van de natuur die kan worden nagebootst. De
echte kunst volgt niet de natuur maar zijn tegenspel.
Doelgerichtheid: elk thema verlangt en streeft naar een bepaalde vorm waarin het zich
ontplooit.
Genie: iets wat in hem ‘dicht’ is verschillend van hemzelf.
Schiller
1759-1805
De esthetische toestand: de moderne tijd luister te veel naar de lokroep van de nuttigheid, de
schone doelloosheid gaat door dit nutsdenken verloren.
Het spel: de mens is pas werkelijk wanneer hij speelt. Cultuur is een spel, hierin voelt men
het gevoel en is men tegelijk speler en toeschouwer van zichzelf.
Artistieke autonomie: hierdoor is er in de esthetische speling geen plaats voor censuur. Kunst
wil enkel zichzelf.
Deel en geheel: kunst vormt een coherent geheel waarin alle delen afgestemd zijn op een
geheel dat in elk van de delen aanwezig is en voorvoeld wordt. Het is een antwoord op de
versnippering die de moderne tijd kenmerkt.
Vrijheid: de kunstenaar is fundamenteel vrij. De gewone man is dat ook.
Revolutie: ‘ongelijktijdigheid’, in de Franse revolutie wordt een vrijheid bevochten waarvoor
de tijd niet rijp is. De mogelijkheden die die vrijheid biedt, worden niet benut.
De grote keten der dingen: een grote keten verbindt alle wezens. Deze worden zowel
omhooggetrokken als omlaag gezogen.
Auteur van Raüber (1781) en dat was het eerste stuk van Schiller en anoniem. Ook Don
Karlos, Infant van Spanine (1787) is een dramatisches Gedicht, een zeer lang toneelstuk. Met
Wallenstein (1799) bevestigt Schiller zijn status als grootste Duitse theaterauteur van zijn
tijd.
Klopstock
1
, 1724-1803, vroegromantiek in Duitsland
Ook evocatie van een weinig bekend of bijna verloren gegaan nationaal erfgoed (zoals
Engeland)
Bezingt de natuur, verbonden met vriendschap en religie
In Hermanns Schlacht (1769) en Hermann und die Fürsten (1784) staat de schimmige
Germaanse leider Hermann centraal
Inspiratie romeinen en Edda
De Göttinger Hainbund, tegen de Sturm und Drang
Herder
1744-1803, vroegromantiek in Duitsland
Was cruciaal voor de ontwikkeling van de romantiek in Europees perspectief, want hij was de
voorman van de Sturm-und-Drangbeweging.
Reageert vooral tegen de verlichting en het primaat van de rede.
Maakt onderscheid tussen natura naturata (de natuur zoals ze is) en de natura naturans (de
scheppende natuur).
Pleit dat elk individu zou bijdragen tot de glorie van de natie waartoe hij behoort.
Über die neue deutsche Literatur (1766-1767) en Abhandlung über den Ursprung der
Sprache (1772)
Enorme interesse voor middeleeuwen (Nibelungelied).
Burke
1729-1797, vroegromantiek in Engeland en Schotland
Enquiry of the Sublime and the Beautiful (1756)
Opent de weg naar een esthetica die niet meer gericht is op het object (zoals classicisme)
maar op het subject d.w.z. op de figuur van de dichter zelf
Macpherson
1736-1796, vroegromantiek in Engeland en Schotland
Fragments of ancient poetry collected in the Highlands of Scotland (1760)
o Bundel fragmenten van eeuwenoude poëzie uit de 3 de eeuw
o Schots
Oud Iers epos, Fingal, dat witte vreemdeling betekent
Works of Ossian (1765) en Temora (1763)
Rousseau
1712-1778, vroegromatiek in Frankrijk
2