1
MULTINATIONALS
Globalizing business
Opening Case: Adidas: sales, suppliers and stakeholders around the world
Hoe Adidas, een Duitse fabrikant van sportschoenen en ondertussen ook sportkleding, internationaliseerde Om u een voorbeeld
te geven van hoe de internationalisering is verlopen: Adidas concurreerde oorspronkelijk op zijn thuismarkt met Puma, een
concurrent uit dezelfde regio, in Duitsland.
Na Nike werd Adidas de tweede grootste leverancier van sportschoenen en kleding nadat het in 2005 Reebok had overgenomen
(We zullen het in hoofdstuk 14 over fusies en overnames hebben).
Adidas heeft een wereldwijde omzet. In 2014 was West-Europa goed voor 28,3% van de omzet, gevolgd door Noord-Amerika
met 20,4% en ongeveer de helft van de omzet van Adidas kwam uit opkomende markten, waaronder Europese opkomende
economieën (13,3%), Groot-China (12,5%), overig Azië (14,3%) en Latijns-Amerika (12,2%).
1.1.1 Outsourcing en offshoring
Naast de verkoop strekt ook de waardeketen van het bedrijf zich uit over de hele wereld, met name de arbeidsintensieve
onderdelen van de schoenen- en kledingproductie zijn al sinds de jaren tachtig verplaatst naar locaties met lage arbeidskosten.
In 2015 had Adidas 891 primaire leveranciers over de hele wereld, waarvan er veel gevestigd zijn in opkomende economieën
zoals China (227), Vietnam (63), India (30), Indonesië (45) en Korea (51)...Zij werden aangevuld met leveranciers in
geavanceerde economieën zoals de VS (83), Japan (52), Italië (12), het VK (24), Spanje (8) en Duitsland (19).
Verschillende informele instellingen in de landen waar Adidas actief is.
Terwijl Adidas probeert om zijn gedragscodes voor het bedrijf en zijn leveranciers te uniformeren, ontdekte het bedrijf veel
gevallen van normen die niet werden nageleefd, zoals het negeren van maximale werktijden, slechte leeftijdsdocumentatie
(van de werknemers), lonen onder het minimumloon, en werkregels die niet publiekelijk werden weergegeven op de werkplek ...
De geconstateerde schendingen varieerden aanzienlijk tussen landen als gevolg van verschillende nadruk van wetten,
rechtshandhaving en informele normen. Als reactie daarop heeft Adidas verschillende initiatieven gelanceerd om haar normen
van betrokkenheid te verspreiden, waaronder identificatie van leveranciers verderop in de toeleveringsketen, ontwikkeling van
controle-instrumenten en -procedures.
Wat is Global Business, International business en MNE?
International Business Een bedrijf/firma dat zijn economische activiteiten uitbreidt op internationaal
niveau (cross-border) of gewoonweg handelt in het buitenland.
Global Business Business zowel nationaal als internationaal, dus bedrijf doet nog altijd in het
thuisland zaken
Multinational Enterprise (MNE) Een bedrijf dat Buitenlandse directe investeringen aangaat (FDI)
Foreign Direct Investment (FDI) investeringen in, controle over en beheren van activiteiten die zorgen voor
(= directe buitenlandse investeringen): toegevoegde waarde in andere landen
1) Foreign direct investment is NOT portfolio investment (cross participations
of firms in other firms)
- for a good comprehension: this aim of controlling and managing the foreign
business is not present with portfolio investment
2) Franchising, licensing is NOT foreign direct investment
Yara Eeckhout Academiejaar ’21 - ‘22
, 2
Belangrijke economische termen
Gross National Product (GNP) Gemeten als de som van de toegevoegde waarde van ingezeten bedrijven,
Bruto Nationaal Product (BNP) huishoudens en overheid die in een economie actief zijn.
Gross NATIONAL product by RESIDENT firms, households and government
Gross Domestic Product (GDP) Totale marktwaarde van alle eindproducten en -diensten die in een bepaald tijdvak,
Bruto Binnenlands Product (BBP) gewoonlijk een kalenderjaar, in een land zijn geproduceerd.
Gross DOMESTIC product within a country, so ALSO by NON-RESIDENTS (e.g.
foreign workers)
Gross National Income (GNI) BBP plus inkomen uit niet-ingezeten bronnen in het buitenland - de term die door
Bruto Nationaal Inkomen (BNI) de Wereldbank en andere internationale organisaties wordt gebruikt ter vervanging
van de term BNP.
Gross national INCOME = (GNI) GDP PLUS income from nonresident sources
abroad (e.g. top countries for remittance income: Libia, Lesotho, Nepal, Samoa, …
Purchasing Power Parity (PPP) Aanpassing van het BBP om rekening te houden met verschillen in de kosten van
Koopkrachtpariteit levensonderhoud.
Let wel op , als u de groei van het bruto nationaal inkomen vergelijkt, moet u reële in plaats van nominale waarden nemen en
deze moeten in PPP (koopkrachtpariteit) zijn om te corrigeren voor de verschillende kosten van levensonderhoud in de
verschillende landen.
b.v. Big Mac (van MacDonald's):
kosten in Zwitserland: 6,83 $ - kosten in de VS: 4,80 $
Het BBP per hoofd van de bevolking in Zwitserland bedraagt nominaal 81 276 $.
Vergeleken met de VS is het BBP per hoofd van de bevolking 53 001 $ in nominale termen
De KKP is de koers waartegen de valuta van een land moet worden omgerekend in die van een tweede land om ervoor te
zorgen dat met een bepaald bedrag van de valuta van het eerste land dezelfde hoeveelheid goederen en diensten kan
worden gekocht als in het tweede land.
Nu op basis van de KKP (op basis van de wisselkoers met de Big Mac & met de VS als benchmark (vergelijkend land) in KKP-
berekeningen) bedraagt het BBP per hoofd van de bevolking in Zwitserland op basis van de KKP slechts 57 119,3 $, slechts iets
meer dan in de VS (53001 $). => Het BBP per hoofd van de bevolking in de VS op basis van de KKP is 53 001 $
Link tussen inkomen en levensverwachting:
vb.: medicijnen. Als er oudere mensen zijn in de bevolking dan ga je meer medicijnen verkopen.
European and Global Business
International Business is een discipline die oorspronkelijk is ontstaan in de Verenigde Staten met een grote binnenlandse
economie. Aangezien wij ons in het hart van de Europese Unie bevinden, concentreren wij ons in onze aanpak niet op de VS,
maar meer op Europese bedrijven en ook op Aziatische bedrijven aangezien, in tegenstelling tot de Europese, Amerikaanse en
Japanse bedrijven (de zogenaamde Triade), vele Aziatische bedrijven, vooral uit China en India veel later en veel sneller
internationaliseerden.
Case studies komen ook vooral uit deze twee regio's en ik integreer ook met het eerste deel van Prof. Pauwels, o.a. in het deel
over concurrentiedynamiek (Hoofdstuk 13)
Yara Eeckhout Academiejaar ’21 - ‘22
, 3
Internationaal zakendoen gaat over:
• Bedrijven/ondernemingen die zich bezighouden met internationale (grensoverschrijdende) economische activiteiten
• De activiteit van het zakendoen in het buitenland
Uitdagingen waarmee Europese firma’s geconfronteerd worden – onderzoek focus ligt bij:
• Zaken in buurlanden,
• De instellingen van de EU
• Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s)
• Onderzoek door Europese wetenschappers over deze onderzoeken
Wij gaan verder dan de ontwikkelde economieën door ook de uitdagingen in opkomende
matkten te bestuderen.
1.4.1 International trade in Europe
Data van internationale handel in EU: intra EU trade => import en export tov totale import en export in %:
Het aandeel van de intra-EU-invoer van een specifiek EU-land als aandeel/percentage van de totale invoer uit dat land
Hetzelfde voor de uitvoer: het aandeel van de intra-EU-uitvoer in de totale uitvoer en invoer van het land
1. De meeste landen hadden in dat jaar een overschot op de betalingsbalans, waarbij hun uitvoer (X) groter is dan hun
invoer (M) als percentage van de totale handel (X+M)
2. De intra-EU-handel voor deze EU-landen varieert van 81% (voor een land als België en Tsjechië, die zeer sterk
geïntegreerd zijn in de EU) tot 45% voor de uitvoer
3. 52% voor de invoer voor het VK, dat natuurlijk een groot deel van zijn uitvoer naar landen buiten de EU heeft (als gevolg
van zijn handelsintegratie met het Gemenebest en Noord-Amerika in plaats van EU-landen) en ook een groot deel van
zijn invoer uit niet-EU-landen (bijna de helft ervan). De meeste landen exporteren meer dan de helft van hun goederen
binnen de Europese Unie.
Sommige landen zijn veel meer geïntegreerd in handelsblok vb.: België, Nederland,
polen, Tsjechië
Griekenland en uk hebben ook veel andere partners; hun belangen liggen dan ook op
andere plaatsen dan europa
1.4.2 The contributions of emerging businesses
Triad - Noord-Amerika, West-Europa en Japan
BRIC - acroniem voor de opkomende economieën van Brazilië, Rusland, India en China
Groep van 20 - Leiders van 19 grote landen + EU die om de twee jaar bijeenkomen om
economische wereldvraagstukken te bespreken
Totaal EU 27
Focus op import en export:
Hoeveel van wat geproduceerd wordt, wordt geëxporteerd? Bij Europese bedrijven is
dat heel veel.
Wat gaan we exporteren als Europese Unie? Groot %: machine’s en auto’s en
manufacturing goods (verwerkende industrie) ook chemie heel belangrijke sector
Wat gaan we importeren als Europese Unie? Ook machine’s en auto’s, maar ook
belangrijke energie (bijna voor 1/3 afhankelijk van import), daarnaast ook wat
manufacturing goods..
Directe Buitenlandse Investeringen EU:
• outward groter dan inward
• Meer dochterbedrijven buiten EU dan andere bedrijven dochterbedrijven in EU
• Meer investeren naar buitenland dan omgekeerd
Yara Eeckhout Academiejaar ’21 - ‘22
, 4
• FDI gaat op en af; hangt af van bepaalde investeringen
Directe investering is een categorie van grensoverschrijdende investeringen door een ingezetene van één economie (de directe
investeerder of moedermaatschappij) met het doel een duurzaam belang te vestigen in een onderneming die is gevestigd in een
andere economie dan die van de directe investeerder.
De beweegreden van de directe investeerder is een strategische langetermijnrelatie met de onderneming waarin de directe
investering wordt gedaan, om te zorgen voor een aanzienlijke mate van invloed van de directe investeerder op het beheer van
de onderneming waarin de directe investering wordt gedaan. Er is sprake van een "duurzaam belang" wanneer de directe
investeerder ten minste 10% van de stemrechten van de directe-investeringsonderneming in handen heeft. Directe investering
kan de directe investeerder ook toegang verschaffen tot de economie van de directe-investeringsonderneming, waartoe hij
anders misschien niet in staat zou zijn.
De doelstellingen van directe investeringen verschillen van die van portefeuillebeleggingen, waarbij beleggers in het
algemeen niet verwachten invloed te kunnen uitoefenen op het beheer van de onderneming. Directe-
investeringsondernemingen zijn vennootschappen, die ofwel dochterondernemingen kunnen zijn, waarin meer dan 50% van de
stemrechten wordt gehouden, of geassocieerde deelnemingen, waarin tussen 10% en 50% van de stemrechten wordt
gehouden, ofwel quasi-vennootschappen, zoals filialen die feitelijk voor 100% eigendom zijn van hun moederondernemingen.
A Unified Framework: Wat bepaalt het succes/falen van een bedrijf wereldwijd?
= leidraad van de cursus
2 perspectieven om deze vraag te beantwoorden:
• Institution-based view: kennis over formele en informele regels die gelden bij
internationale handel
o Formele regels vb.: het gelijk behandelne van binnen- en buitenlandse firma’s
o Informele regels vb.: cultuur, waarden en normen
o Bepaalt succes obv externe elementen
• Resource-based view: bedrijfsspecifieke middelen en kennis
o Bepaalt succes obv interne middelen en kennis
o Let op: “Liability of Foreigness” (LOF): hoe verder het bedrijf verwijderd is van het land/bedrijf waarmee ze willen
handelen, hoe minder kennis ze hebben over dat land/bedrijf, hoe moeilijker het zal zijn om effectief handel te voeren
Het is belangrijk te beseffen dat deze twee perspectieven elkaar niet uitsluiten, maar elkaar juist aanvullen. Ofwel verklaart u het
succes van een onderneming zoals Delhaize op de Amerikaanse markt (via Lion) door haar vermogen zich te houden aan de
juridische context van het opereren in de VS (institutioneel perspectief), ofwel kan het worden verklaard door het feit dat zij een
goed merk/logistiek/concurrentiële positie op de Amerikaanse markt heeft in vergelijking met haar concurrenten.
Ondernemingen als Coca Cola en Microsoft beschikken over bedrijfsspecifieke middelen die hen in staat hebben gesteld
wereldwijd een leidende positie te verwerven.
• Het voornaamste wapen van buitenlandse bedrijven is dan ook
overweldigende middelen en capaciteiten (intern) die, na het
compenseren van de aansprakelijkheid van buitenstaanderschap,
nog steeds resulteren in een significant concurrentievoordeel.
Globalisering vereist dat bedrijfsleiders op de hoogte blijven van
economische, sociale en politieke ontwikkelingen overal ter wereld.
Huidige en potentiële bedrijfsleiders moeten op de hoogte zijn van hun
eigen verborgen pro-globalisatie vooroordelen.
Yara Eeckhout Academiejaar ’21 - ‘22