Goederen- en Zekerhedenrecht
1 Wat is goederenrecht?
Onderscheid tussen zakelijke rechten en vorderingsrechten:
Patrimoniale rechten: de zakelijke rechten, vorderingsrechten en intellectuele rechten. Deze
hebben pecuniaire waarde. (wordt in geld uitgedrukt)
Extra-patrimoniale rechten: de persoonlijkheidsrechten en de familiale rechten. Deze hebben
geen pecuniaire waarde. (kan niet in geld worden uitgedrukt)
De term ‘goederenrecht’ is eigenlijk correcter dan ‘zakenrecht’:
goed (= lichamelijk en onlichamelijk) zaak (= lichamelijk)
Het goed staat centraal. Goederen omvatten alles wat zowel tastbaar als niet tastbaar is.
Verbintenissen verbonden aan de hoedanigheid van de eigenaar van het goed (overdraagbaar) vs.
verbintenissen verbonden aan de persoon van de schuldenaar (in regel niet overdraagbaar).
Louter formele benadering: zakelijke rechten worden enkel erkend door de wetgever.
Twee groepen:
1. Eigenlijke zakelijke rechten of zakelijke hoofdrechten (eigendom, mede-eigendom,
vruchtgebruik, erfpacht, opstal, recht van gebruik, recht van bewoning, rechten van de
aangelanden van waterlopen en erfdienstbaarheden).
2. Accessoire zakelijke rechten of zakelijke zekerheidsrechten (hypotheek en pand).
Numerus clausus-beginsel. De partijen moeten bij het vestigen van een zakelijk recht dus steeds de
wezenlijke bestanddelen ervan respecteren. (enkel wat in de wet is opgenomen)
, Pagina 2 van 87
2 Algemene kenmerken van zakelijke rechten
Het volgrecht (ook sommige vorderingsrechten. Vb. huur – art. 1743 Oud BW).
Het recht van voorrang:
Doorbreking van de regel van de pondspondsgewijze verdeling onder schuldeisers).
Zakelijk recht voorrang op vorderingsrecht.
Zakelijke rechten onderling: anterioriteitsregel.
Het specialiteitsbeginsel. Individualisatie is steeds vereist.
Zakelijke subrogatie:
Enkel titularis van het zakelijk recht.
Oorspronkelijk object van het zakelijk recht gaat (juridisch of materieel) verloren.
Oorspronkelijke object van het zakelijk recht wordt vervangen door een ander object dat de
waarde ervan vertegenwoordigt.
Zowel het oorspronkelijke object als het in de plaats tredende object moeten steeds
individualiseerbaar zijn geweest.
Subsidiaire rechtsfiguur.
, Pagina 3 van 87
3 Onderverdeling van goederen: Algemeen
Alle goederen zijn hetzij roerend, hetzij onroerend (artikel 3.46 Nieuw BW).
Vroeger stond de verplaatsbaarheid van het goed centraal. Thans is dit toch enigszins achterhaald.
Belang van het onderscheid ligt hem in (1) de publiciteit en (2) verkrijgende verjaring. Ook de
“verschillende” fiscale behandeling kan een rol spelen.
Bijzondere categorie: de registergoederen. Vb. Schepen, vliegtuigen, treinen, ...
Hoewel roerend, zijn zij onderworpen aan de hypothecaire inschrijving.
1 Onderverdeling van goederen: de onroerende
goederen
(Zijn moeilijker om in beslag te nemen.)
1.1 Onroerende goederen uit hun aard:
Incorporatie is een noodzakelijke, maar voldoende, voorwaarde. Er zijn vier mogelijke onroerende
goederen uit hun aard:
De grond: zowel de bovengrond als de ondergrond.
Werken en gebouwen:
Ruime opvatting: alle voorwerpen die zwoel duurzaam als gewoonlijk met de grond zijn
verbonden.
Hof van Cassatie vanaf 15/09/1988: verschuiving van een objectief naar een subjectief
criterium (vb. tankstation).
Onderdelen: deze vormen één geheel met gebouw en zijn bijgevolg altijd onroerend.
o Vb. deuren, trappen, rolluiken en leidingen.
Uitrustingsapparatuur: deze maken het gebouw geschikt voor een normale bestemming en
zijn enkel onroerend bij incorporatie.
o Vb. badkuip, verwarmingsradiator en keukenapparatuur.
Beplantingen:
De incorporatie bepaalt hun statuut.
Let op voor de uitzondering van vervroegde roerendmaking!
Delfstoffen:
Voor ontginning: onroerend uit hun aard. Vanaf ontginning: roerend uit hun aard.
Uitzondering: vervroegde roerendmaking!
Vb. ertsen, fossielen, brandstoffen, aardolie, goud, aardgas, …
Uitzondering: water is altijd roerend uit haar aard!
Opgelet: de schat van Piet Piraat is ook roerend uit haar aard.
, Pagina 4 van 87
1.2 Onroerende goederen door bestemming:
Dit zijn goederen die juridisch weliswaar een verschillend statuut hebben, maar vanuit economisch
oogpunt 1 geheel vormen.
Dergelijke goederen zijn onderworpen aan tal van cumulatieve voorwaarden:
Subjectieve voorwaarde: uitsluitend de wilsbeslissing van de (volle) eigenaar.
Vb. Beslissing van de huurder, vruchtgebruiker, naakte eigenaar of mede-eigenaar is
onvoldoende.
Vb. Beslissing van alle mede-eigenaars is wel voldoende.
Objectieve voorwaarden:
Het moet gaan om een lichamelijke zaak.
o Vb. Schuldvorderingen en een handelszaak zijn onlichamelijk, en kunnen nooit
onroerend door bestemming zijn.
De zaken moeten duurzaam zijn voor de exploitatie van een onroerend goed.
o Uitgezonderd zaden, stro en mest zijn grondstoffen of verbruikbare goederen niet
duurzaam.
De zaken moeten bestemd zijn voor een onroerend goed uit zijn aard dat wordt ingericht om
een industrie te exploiteren.
o Het hoeft niet één welbepaald onroerend goed te zijn.
o Inrichting voor de industrie moet in die zin worden begrepen dat er geen andere
bestemming mogelijk is, behoudens wanneer dit niet leidt tot een
waardevermindering (nuttig zijn volstaat).
Bestemming van het goed is (1) ofwel voor de dienst en exploitatie (moet niet in
economische zin zijn) van het erf. Voorwerp moet wel ten dienste staan van het erf, louter
persoonlijk gebruik is onvoldoende. Noodzakelijk is echter niet vereist, nuttig is voldoende.
(2) Ofwel wordt het door de eigenaar blijvend aan het erf verbonden. Dergelijke voorwerpen
moeten zelfs niet nuttig zijn voor het erf. De wilsintentie van de eigenaar moet objectief vast
te stellen zijn. Incorporatie is hierbij een aanwijzing, maar geen vereiste.
Gevolgen van onroerend door bestemming:
De overdracht van het onroerend goed uit zijn aard leidt automatisch tot overdracht van het
roerend goed door bestemming.
De rechten van een beperkt zakelijke gerechtigde strekken zich ook uit over onroerende
goederen door bestemming (zij zijn accessoir aan de hoofdzaak).
Onroerend beslag treft ook de onroerende goederen door bestemming.
Kan er een afzonderlijk roerend beslag worden gelegd?
o Een afzonderlijk onroerend beslag zeker niet.
o Een afzonderlijk roerend beslag is voor discussie vatbaar.
Proceseconomisch is dat voordeliger een afzonderlijk beslag op een
bijzaak bij een gedwongen mede-eigendom is niet toegestaan.
Einde van onroerend door bestemming:
Einde van het nut voor de exploitatie van het erf.
Einde van de wilsintentie van de volle eigenaar.