Basisbegrippen logopedie: Deel 2
Communicatiestoornissen!
Articulatiestoornissen!
1. Inleiding!
In gesproken taal wordt gebruikt gemaakt van een bepaalde set van klanken om te communiceren.
Het zijn een 35-tal klanken die de spreker kan combineren tot betekenisvolle woorden. Sommige
sprekers kunnen deze moedertaalklanken niet meer correct produceren/gebruiken: ze hebben een
articulatiestoornis. Articulatiestoornissen komen frequent voor; ze maken 75% uit van alle
communicatiestoornissen bij kinderen.!
2. Spraakontwikkeling!
Het is eerst nodig een zich te krijgen op de spraakontwikkeling zoals deze zich normaal voordoet.
Op een bepaalde leeftijd zal een kind nog niet correct spreken, men spreekt pas van een
articulatiestoornis wanneer een kind in zijn spraakontwikkeling achterop blijft ten opzichte van
leeftijdsgenootjes. De spraakontwikkeling vereist ook een ontwikkeling op vlak van auditieve
perceptie. Het kind moet spraakklanken auditief leren identificeren en van elkaar discrimineren.!
2.1 De prelinguale periode ( van 0 tot 1 jaar)!
Binnen het spraakproces onderscheiden we verschillende stadia:!
Tot en met de leeftijd van 1 jaar maakt het kind uitsluitend geluiden zonder vaste betekenis: de
prelinguale periode. Deze splitsen we nog eens in 5 subperiodes.
Tot 1 maand maakt het kind uitsluitend geluiden zonder vaste betekenis:
vegetatieve en reflexmatige geluiden
Vanaf ongeveer 1 maand begint het kind ook klanken te produceren vooral /..../-achtige
geluiden. Ook soms consonantproducties gelijkend op velaire
frictatieven en occlusieven. Ze komen vooral voor wanneer het kind
zich goed voelt: comfortgeluiden. Dit is de fase van het vocaliseren
Vanaf ongeveer 4 maanden Er komen ook andere vocalen en andere consonanten voor dan
velairen. De periode van het vocaal spel
Vanaf ongeveer 6 maanden Het kind gaat veelvuldig herhalingen van combinaties van van een
consonant en een vocaal (blablabla,mamama,..) produceren. Het
canoniek brabbelen verwijzend naar de vaste vorm (CV) van de
basiseenheden in het brabbelen. Ook wel repetitief of
reduplicerend brabbelen verwijzend naar de veelvuldige herhaling
Vanaf ongeveer 9 maanden Gevarieerd brabbelen: langere brabbelgroepjes worden
geproduceerd met een grotere variatie aan C's en V's. De klemtoon
en intonantie worden gevarieerd waardoor het lijkt alsof het kind in
zinnen spreekt, die weliswaar nog onverstaan-baar zijn: jargon.
Kenmerk van de brabbelperiode en de hele prelinguale periode: de producties zijn niet specifiek.!
!
2.2 De overgang naar de eerste woorden (rond 1 jaar)!
Rond de leeftijd van ongeveer 1 jaar, zal het kind geleidelijk overgaan naar de eerste woorden. Het
kind gaat zijn klankpatronen meet consistent gaan gebruiken. De uitingen van het kind krijgen een
vaste betekenis en gaan in die zin meer en meer op woorden gaan gelijken. Aanvankelijk komt de
vorm nog niet overeen met volwassen woorden: het zijn protowoorden. Uit deze protowoorden
zullen vervolgens de eerste woorden ontstaan. Het kind gt nl zijn uitingen ook meer en meer
aanpassen aan de omgevingstaal. Het maakt de overstap van polyglottis brabbelen naar
taalspecifieke woorden.!
!
!
, 2.3 De eerste woorden (van 1 tot 1:6 jaar)!
De eerste woorden worden gekenmerkt door grote variabiliteit en gebrek aan systematiek.
Kinderen in deze fase gaan selectief te werk bij het nabootsen van volwassen woorden. Ze laten
een voorkeur zien voor bepaalde klanken en woorden en vermijden andere. Het wordt daarom
soms als een aparte periode aanschouwt. De periode van de eerste 50 woorden. Vanaf de
leeftijd van ongeveer anderhalf jaar vertoont de taalverwerving van het kind wel meer systematiek.!
!
2.4 Systematische spraakverwerving (van 1;6 tot 4 jaar)!
Tussen de leeftijd van ongeveer anderhalf jaar tot vier jaar zal het kind op vlak van de
spraakverwerving een enorme ontwikkeling doormaken. Deze houdt 2 dingen in: Alle
moedertaalklanken moeten verworven en correct leren uitgesproken worden: fonetische
ontwikkeling. De moedertaalklanken moeten echter ook gebruikt leren worden bij de vorming van
betekenisvolle woorden: fonologische ontwikkeling. Deze 2 staan niet los van elkaar.!
2.4.1 De verwerving van de moedertaalklanken!
Het is niet makkelijk om precies aan te geven welke klanken een kind op welke leeftijd correct
moet kunnen spreken. Er is weinig grondig onderzoek naar, we zijn dus grotendeels aangewezen
op anderstalige studies. Deze studies verschillen vaak qua lmethodologie. En de criteria
verschillen van onderzoek tot onderzoek. Er moet rekening gehouden worden dat de verwerving
van een klank een geleidelijk proces is en dat het een zekere tijd vergt voor een klank altijd correct
gevorm wordt. Ook is er variaties tussen kinderen onderling qua tempo van verwerving.!
Er zijn wel enkele grote lijnen:!
• het is duidelijk dat de verwerving van V's en diftongen eerder voltrokken is dan deze van C's. !
Op 3jarige leeftijd zijn de vocale vaak al verworven; over de volgorde hierbinnen is weinig bekend.!
Bij consonanten worden occlusieven, naslan en semi-vocalen eerder verworven dan liquiden en
frictatieven. De drie moeilijkst te verwerven kanken zijn /s/, /z/ en /r/. Aan 6jarige leeftijd zijn in
principe alle klanken verworven met eventueel nog een toevallige fout.!
Roman Jakoboson: stelt dat kinderen geen klanken als dusdanig verwerven maar dat ze wel
contrasten tussen de klanken en dit volgens een schema dat onveranderlijk en universeel zou zijn.
Klanken worden gezien als bundels van distictieve kenmerken. Het eerste contrast zou dat tussen
de /p/ en de /a/ zijn. Deze verschillen maximaal van elkaar. Bij de verdere verwerving worden deze
verschillen geleidelijk aan opgevuld. Lang niet alle kinderen blijken dit schema te volgen. Kinderen
verwerven trouwens geen losse klanken, maar klanken in woorden wat eveneens voor variaties in
de productie zorgt. Beschrijving van spraakverwerving met nadruk op het feit dat de
spraakverwerving via woorden gebeurt, is in termen van fonologische vereenvoudigingsprocessen.!
!
2.4.2 Fonologische vereenvoudigingsprocessen!
Het zijn geen willekeurige vervormingen maar wel systematische vereenvoudigingen van woorden
die grotendeels universeel blijken te zij: fonologische vereenvoudigingsprocessen. Er kunnen
verschillende types onderscheiden worden. David Ingram: beschreef 3 types processen.!
Syllabestructuurprocessen wijziging van de structuur van woorden.!
Bij polysyllabische woorden een onbeklemtoonde syllabe weglaten 'olifant'
wordt /o:fant/
Substitutieprocessen Over de aard van de klanken: bepaalde klasse van klanken worden niet
gebruikt maar systematisch vervangen door een andere klasse van klanken.!
'soep' wordt /tup/
Assimilatieprocessen Een klank wordt vervangen of aangepast onder invloed van een naburige
klank, er ontstaat een eenvoudigere vorm.!
Potlood wordt /poplo:t/
Naarmate het kind ouder wordt, zullen fonologische vereenvoudigingsprocessen minder en minder
voorkomen. De woorden van het kind zullen meer en meer de volwassen woorden benaderen. Het
is moeilijk algemeen geldende regels te geven over de leeftijd waarop dit proces normaal
verdwenen is. Spraakverwerving is een geleidelijk proces, met veel variaties tussen de kinderen.
De methodologische verschillen bemoeilijken de vergelijking van de verschillende studies.!
!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laureenvg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.