Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Complete Samenvatting Sociale Psychologie (2023) €5,50   Ajouter au panier

Resume

Complete Samenvatting Sociale Psychologie (2023)

3 revues
 183 vues  13 fois vendu

Dit is mijn samenvatting van het vak Sociale Psychologie. Dit vak wordt gegeven in het 1ste jaar van Toegepaste Psychologie op de hogeschool VIVES in Kortrijk. Ik heb dit samengevat aan de hand van het handboek + powerpoints en behaalde hiermee een 18/20. Succes :)

Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 4 sur 40  pages

  • Oui
  • 12 mai 2023
  • 2 juin 2023
  • 40
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (31)

3  revues

review-writer-avatar

Par: kim89 • 6 mois de cela

review-writer-avatar

Par: laurenvangele • 7 mois de cela

review-writer-avatar

Par: elinebulcke • 7 mois de cela

avatar-seller
jentevandroogenbroeck
SOCIALE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1 WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE?

- Hoe reageren individuen in sociale situaties? OF wat is de invloed van (de aanwezigheid en het gedrag
van) anderen op een individu?
- Belangrijk gegeven: je wordt altijd door anderen beïnvloed
 Watzalawick: je kan niet niet communiceren
 Zowat alle gedrag is dus sociaal gedrag
 Maar hier: meestal de expliciete interactie tussen individuen
 We worden beïnvloed door anderen, of we willen of niet


1.1 STUDIEOBJECT EN DE DEFINITIE VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE?

- Het materiële object:
 Hoe wordt het gedrag van mensen beïnvloed door (het gedrag van) anderen?
 Beïnvloeding gebeurt:
 Bewust of onbewust
 Expliciet of impliciet
- Het formele object:
 Wat zijn de wetmatigheden hierin?
 Wetmatigheden zijn nooit 100% juist, er zijn altijd uitzonderingen
- Sociale psychologie = de studie die tracht te begrijpen, verklaren en voorspellen hoe de gedachten,
gevoelens en gedragingen van een individu worden beïnvloed door de geobserveerde, ingebeelde of
impliciete gedachten gevoelens en gedragingen van anderen. (Allport)
 Wat maakt dat deze definitie gaat over de sociale psychologie en niet over de gewone psychologie?
 Alles wat komt na individu
 Begrijpen = in andermans schoenen kunnen zetten
 Verklaren = oorzaak en gevolg kunnen omschrijven


1.2 WERKWIJZE VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE


1.2.1 DRIE DIMENSIES

1. De breedte-dimensie
 Een zo breed mogelijk onderzoek + een zo veelzijdig mogelijke theorievorming
 Niet alleen beperken tot de meest voor de hand liggende onderzoeksthema’s
 Een zo breed mogelijke onderzoeksgroep
 De totale populatie zo dicht mogelijk benaderen
 Alle lagen, leeftijden, niveaus, geslachten, etc. representeren
 Steekproeven zijn slechts een schatting/benadering van de werkelijkheid
 Probleem: steekproeven zijn niet toevallig gekozen in de (sociale) psychologie
 Goedkope of onbetaalde personen die bv. geld nodig hebben → beperkt deel van de bevolking
 Moeilijk om vanuit deze groep mensen veralgemeningen te maken naar de totale bevolking
 Veelal studenten die, niet vrijwillig, deelnemen aan experimenten → twee problemen:
 Beperkte steekproef: groep studenten is niet representatief voor de gehele bevolking
 Deelnemers zijn niet gemotiveerd: gebrek aan inzet en inspanning
 Indien men wel een brede groep van deelnemers weet te strikken:
 Vaak autochtonen of mensen van eigen land
 Zorgt voor problemen indien je hieruit conclusies wil trekken naar andere culturen of landen


1

,2. De diepte-dimensie
 Wil doordringen in het diepste van de mens, de mens onder zijn oppervlakte of onder zijn gedrag
bekijken
 Sociale geaardheid van de mens beschouwen en van daaruit bestudeerde verschijnselen en
wetmatigheden verklaren en begrijpen
 Niet eenvoudig → black box = hypothetische constructen: kwaliteiten die we niet kunnen zien,
maar waarvan we wel veronderstellen dat ze er zijn
 Onbewuste inhouden en dynamieken (bv. de dieptepsychologie)
3. De hoogte-dimensie
 Een theorie moet in de hoogte opgebouwd worden
 Basis wordt gevormd door empirische vaststellingen die ondersteuning moeten bieden voor de
theorieën
 Hypothetisch-deductief werken = vanuit een theorie proberen evidentie te vinden in de empirie
(veelal in experimenten)
 Hoe langer de theorie standhoudt onder empirische toetsing, hoe meer je in de theorie kan
geloven
 Metafoor van de zwarte zwaan
 Probleem van overdaad aan theorieën en empirisch materiaal
 Wanneer je een heleboel theorieën hebt die elkaar overlappen, die elkaar op bepaalde punten
misschien tegenspreken, die elkaar aanvullen en die elkaar beconcurreren, wordt het geheel
niet meer hanteerbaar of controleerbaar

1.2.2 HET EXPERIMENT ALS METHODE
- Jargon:
 Socius = de ander in de sociale situatie (meervoud: socii).
 Pseudoproefpersoon of rolspeler = iemand die doet alsof hij ook een deelnemer aan het
onderzoek is, maar in werkelijkheid in een ‘complot’ zit met de proefleider en ofwel de opdracht
heeft om een welbepaald gedrag te stellen, ofwel om de gedragingen van de echte proefpersoon te
observeren en te registreren.
 Proefpersoon/naïeve proefpersoon = de echte proefpersoon die van niets weet
 De experimentele methode = situatie waarin de proefpersonen (of proefdieren) op basis van de
hypothese een bepaalde manipulatie ondergaan.
 Controleconditie = er wordt een ‘nulmeting’ gehouden om na te gaan wat het gedrag is van een
proefpersoon zonder die experimentele methode.
 Jukconditie = twee proefpersonen (of proefdieren) ondergaan exact dezelfde onaangename
prikkel.
- Voor- en nadelen van de experimentele methode:
 Voordelen:
 Labosituatie = situatie waarin je alle onafhankelijke variabelen en alle storende factoren zoveel
mogelijk onder controle kan houden.
 Onafhankelijke variabelen = veranderingen die je aanbrengt in de omgeving.
 Afhankelijke variabelen = de factor die wijzigt door de onafhankelijke variabelen.
 Storende factoren = omgevingssituaties of persoonseigenschappen die niet algemeen
geldend zijn en het resultaat vertekenen.
 Door deze zaken onder controle te houden wordt een experiment herhaalbaar
 Conclusies zijn vaak objectief en eenduidig door de kwantificeerbaarheid
 Cijfermateriaal maakt statische bepalingen en correcties mogelijk
 Nadelen:
 Moeilijk praktisch uitvoerbaar
 Deontologie (beroepseer) of juridische klachten
 Reactief gedrag = gedrag dat uitgelokt wordt, louter door het feit dat het hier een experiment
betreft.

2

,  Demand characteristics = de proefpersoon gaat zich gedragen zoals hij verwacht zich te moeten
gedragen.
 Geen grote externe validiteit (niet meer veralgemeenbaar naar dagelijkse situaties)
 Proefleiderseffecten = de proefleider heeft zijn eigen persoonlijke verwachtingen ten aanzien
van de resultaten, en dit kan diens observatie en/of interpretatie vaak onbewust beïnvloeden.
 Selffulfilling prophecy = dat wat verwacht wordt, zal ook optreden, net omdat het verwacht
wordt.
- Experiment van Rosenthal en Jacobson → Pygmalion-effect (fenomeen rond selffulfilling prophecy)
 Benadrukten het belang van de opvattingen van de leerkracht voor de prestaties van leerlingen
 Intelligentietest bij het begin van het schooljaar
 Selecteerden 20% van de leerlingen waarvan men een bloei verwachtte in hun academische
prestaties
 Opnieuw een intelligentietest aan het einde van het schooljaar waarbij de geselecteerde leerlingen
beter scoorden
- Golem-effect = te lage verwachtingen van leerkrachten ten aanzien van welbepaalde leerlingen kunnen
hun prestaties net doen dalen.
- De nadelen van experimenten zijn niet altijd onontkombaar:
 Coverstory = de proefpersonen worden met een list naar een ‘gecamoufleerd’ laboratorium gelokt,
waar ze in een schijnbaar alledaagse situatie in het onderzoek betrokken worden zonder dat ze ook
maar een moment aan de mogelijkheid van een psychologisch experiment denken.
 Onopvallende metingen = metingen gebeuren door bv. een verborgen camera, acteurs of
pseudoproefpersonen, een onewayscreen (halfdoorzichtige spiegel), …
 Dubbelblind experiment = de onderzoeker/proefleider heeft nog steeds zijn verwachtingen of
vooroordelen, maar hij weet zelf niet welke proefpersonen tot welke experimentele groep behoren
en welke tot de controlegroep.




3

, HOOFDSTUK 2 HULPVERLENEND GEDRAG

- Plato: mensen zoeken enkel sociaal contact om hier voordeel uit te halen voor zichzelf, niet uit de
behoefte aan anderen (de mens is egoïstisch)
- Maar: toch vaak tegenovergesteld gedrag → altruïsme
 Het stellen van een gedrag waarbij je de ander centraal stelt en zelf geen voordeel uit haalt
 Synoniem voor hulpverlenend gedrag
- Daniel Batson: empathie-altruïsme-hypothese
 Je kan pas van altruïsme spreken indien de hulpverlener het perspectief van de noodlijdende kan
aannemen
 Wanneer de hulpverlener enkel ageert vanuit een persoonlijke bezorgdheid, zal dit bv. zijn om een
ongemakkelijk gevoel of schuldgevoel te vermijden → dus: om het eigen ‘lijden’ te verminderen
 In dat geval kan de hulpverlener het hulpverlenend gedrag stopzetten of ontlopen indien hij het
lijden van de ander kan negeren of ontkennen




2.1 KITTY GENOVESE


2.1.1 DE NACHT VAN DE MOORD
- Queens, New York, 1964
- Om 3u ’s nachts werd Kitty aangevallen door een man met een bewapend mes
- Iemand riep “laat dat meisje met rust” waardoor de aanvaller wegliep
- De aanvaller kwam terug en doodde Kitty
- De totale duur was minstens 32 minuten, Kitty riep steeds om hulp maar niemand kwam helpen of
belde de hulpdiensten
- Er waren 38 getuigen die de moord hadden zien of horen gebeuren maar die niet in actie schoten → ze
dachten dat dat iemand anders de hulpdiensten al gebeld had, of wachtten af tot er iemand zou
ingrijpen (wat dus niet gebeurd was)
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jentevandroogenbroeck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,50. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,50  13x  vendu
  • (3)
  Ajouter