Samenvatting elektriciteit en verlichting
Inleiding
Energie-efficiënt gebruik van licht
• Nodig omdat verlichting binnen de EU 14% en wereldwijd 19% van het totale elektrisch verbruik
vertegenwoordigt
• Verlichting heeft ook een invloed op het E-peil (→ EPB = EnergiePrestatie en Binnenklimaat) van alle niet-
residentiële nieuwbouw en grondige renovatie (enkel als er een vergunning wordt aangevraagd).
Welk licht?
Gebruik van daglicht is de eerste prioriteit als ontwerper → zoveel mogelijk diffuus daglicht (≠ direct zonlicht)
• Daglicht varieert ook in kleur doorheen de dag
o Sturen van fysiologische en psychologische processen in het menselijk lichaam → als licht op het
netvlies valt wordt de biologische klok gesynchroniseerd
▪ ‘s Morgens: blauw licht → wakker worden
▪ ‘s Avonds: rozig/geel licht → slaperig worden
o Bevordert de productiviteit van mensen
o Voorkomen ziektes en slaapstoornissen (bv. werken in shiften)
• Als mensen een stukje van de lucht zien voelen ze zich comfortabeler → belangrijk om rekening mee te
houden bij het ontwerpen
Daglicht beoordelen op verschillende niveaus:
• Daglichtaanbod: hoeveel licht is er aanwezig
• Oriëntatie: noord- en oostlicht het meest comfortabel om te werken
• Gebouwvorm: bv. vleugel die zonlicht tegenhoudt
• Daglichtfactor: hoeveel daglicht en hoe diep je dat kan gebruiken
• Verblinding kan door 2 zaken:
o Armatuur dat niet goed gekozen of niet goed afgesteld is
o Door de zon
• Uitzicht: zodat je de lucht kan zien
• Daglichtafhankelijke regeling: sensoren die ervoor zorgen dat
armaturen minder licht geven als er voldoende daglicht is
Welk licht en wanneer?
Badkamers eerder op het zuiden zetten → hier wil je het warmer
hebben
Kantoren eerder op het noorden
Zonnewering zeker belangrijk in nieuwbouw → zijn zeer goed
geïsoleerd waardoor oververhitting niet ‘uit het gebouw kan’
1
,Aspecten verlichting: voorbeeld museum
Ook door kunstlicht kan er schade optreden aan kunstwerken
Wat is “licht”? Licht als …
Partikel-theorie door Isaac Newton
• Licht verplaatst zich in een recht lijn en reflecteert zoals een bal
tegen een muur botst
• Hij dacht dat licht partikels waren, dus dat hij ze moest kunnen
waarnemen → dit lukte niet → hij dacht dat deze partikels te
klein waren en te snel bewogen
• Merkte ook dat wanneer licht door glas valt er bepaalde
refractie op zit
Golf-theorie door Thomas Young
• Licht zijn golven
• Plaat met 2 spleten: verwachtte 2 lijnen licht te zien → zag in
realiteit meer dan dat
Elektromagnetisch spectrum en fotonen door James Clerk Maxwell
• Licht als vorm van elektromagnetische straling
• Elektronen die in een specifieke baan rond een atoom draaien en een
bepaalde energie uitstralen
o Elektronen op vaste afstand van het atoom =
energietoestand
o Energie aan elektronen toevoegen → elektronen gaan naar
een hogere baan (≠ evenwichtstoestand) → stoten overtollige energie uit
tot in de vorm van een foton (= licht) zodat ze evenwichtstoestand weer
bereiken = excitatie van elektronen
• Wij zien tussen de 400 en 750 nm Enkel de zon als lichtbron
o Lage frequentie: langere golven en rode kleur dekt het volledige spectrum
o Hoge frequentie: kortere golven en violet kleur (geen enkele lamp kan dat)
Vermogen per golflengte: menging Halogeenlamp heeft een vlakke Kwik lamp heeft een curve met veel
van verschillende wattages in curve, maakt vooral licht op basis pieken
verschillende frequenties zorgen van warmte
voor een specifieke kleur van licht
2
,Werking van het menselijk oog
• Harde oogrok/oogvlies = sclera: stevig wit en geeft bescherming
• Hoornvlies = cornea: doorzichtig; licht valt binnen in het oog
• Netvlies = retina: zintuigcellen, staafjes en kegeltjes, impulsen naar het
zenuwstelsel
o Staafjes (1 soort, zeer gevoelig) zorgen voor contrasten
▪ Scotopisch zicht: geen kleuren maar enkel contrasten
zien (bij heel weinig licht zoals bv. een kelder)
o Kegeltjes (3 soorten, minder gevoelig) zorgen voor kleuren
▪ Fotopisch zicht: als er voldoende licht is gaan we met de 3
soorten kegeltjes waarnemen (blauwe, groene en rode)
▪ Purkinje-effect = verschijnsel waarbij de maximale
lichtgevoeligheid bij lage verlichtingssterkte naar de
blauwe kant van het spectrum verschuift → verschil in
kleurcontrast
• Centrale groef = fovea centralis: inzinking in de gele vlek van het netvlies,
enige plek op het netvlies waar wij (en alle andere zoogdieren) scherp zien
• Blinde vlek: plaats waar de oogzenuw het oog verlaat (en geen netvlies zit)
Ooggevoeligheidscurve
= combinatie van de gevoeligheid van staafjes en kegeltjes
= Vlambda-curve of fotopische ooggevoeligheidscurve
Piek in wat wij zien op het groen: ons oog heeft minder moeite met groen waar te nemen (heeft te maken met
overleving over miljoenen jaren) λ = 555nm = groen → 1 V
DUS lampje met het minste vermogen is het meest helder voor het menselijk oog
Fotometrie of lichtgrootheden ‘Foto-’ in een woord duidt aan dat er rekening
wordt gehouden met de ooggevoeligheid
Radiometrie ’Scoto-’ in een woord duidt aan dat er geen
rekening wordt gehouden met de ooggevoeligheid
= optellen van de intensiteit/vermogens van het licht op elke
golflengte van het spectrum: geeft de stralingsgrootheid (W)
Zal voor bv. museum/expositie soms wel een belangrijke impact hebben. IR en UV zijn voor sommige toepassingen
schadelijk. Stralingsgrootheid wordt gemeten met een toestel.
Fotometrie
= optellen van de intensiteit/vermogens van het licht op elke golflengte na vermenigvuldigen met de
ooggevoeligheid: geeft de lichtgrootheid
Alles wat met zien te maken heeft (ooggevoeligheid vervat in fotometrische grootheden)
3
, Lichtstroom Φ in lumen of lm
Hoeveel licht komt uit het armatuur? = zichtbare straling
• Stralingsstroom (W): vermogen geassocieerd met optische straling
• Lichtstroom (lumen): zichtbaar licht geassocieerd met optische straling
Golflengte x stralingsstroom = lichtstroom
Bv. kwiklamp: 4 lijnen in het zichtbare elektromagnetische gebied: 404.7nm, 435.8nm, 546.1nm en 578nm
met respectievelijk een stralingsstroom van 1.0, 0.8, 0.1 en 0.2W → (10.0006 + 0.80.0168 + 0.10.9803 +
0.20.87) * 683 = 198 lm lange kommagetallen komen uit de tabel
Lichtstroom meten
Gebeurt met integrerende sfeer of bol van Ulbricht → wordt gebruikt om elke lamp die op de markt komt te testen
Specifieke lichtstroom of lamprendement
• Gloeilampen hebben een zeer laag rendement (rode lijn)
• Gasontladingslampen zoals TL, spaarlampen, … hebben een grote
evolutie qua rendement meegemaakt (groene lijn)
• Specifieke fluorescenten zoals TL (oranje lijn)
• LED lampen hebben nu het hoogste rendement (blauwe lijn)
Verlichtingssterkte E in lux of lx
= de hoeveelheid licht dat wordt opgevangen door een oppervlakte
= lumen per m² ontvangend oppervlak
Verlichtingssterkte als maat van comfort
• Min. 500 lux op elke tafel voor werkomstandigheden → bv.
restaurant mag minder zoals 300 lux
• Hoeveelheid reflectie valt niet de onderschatten (zeker bij witte
muren of plafonds) → reflectie draagt ook bij aan
verlichtingssterkte
Verlichtingssterkte ook afhankelijk van de positie van Verlichtingssterkte ook afhankelijk van de oriëntatie
de lichtbron van de lichtbron/oppervlakte
Hoe verder de lichtbron zich van het oppervlak bevind, Lampen vaak een beetje gekanteld zodat de
hoe minder sterk de verlichtingssterkte is → daarom in stralingsrichting rechter op het oppervlak valt (bv. TL-
grote/hoge ruimtes vaak sterke lampen om toch lampen in aula zijn gericht op het bord)
voldoende licht beneden te krijgen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberbuteneers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.