Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Economie (1001WETECN) €9,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Economie (1001WETECN)

 2 vues  0 fois vendu

Leerstof: Hoofdstukken: 1, 2, 4, 5, 7.

Aperçu 4 sur 39  pages

  • 26 mai 2023
  • 39
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
Mstudent123
Algemene economie / inleiding economie

Leerstof: Hoofdstukken: 1, 2, 4, 5, 7.


Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1...............................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 2...............................................................................................................................................................7
Hoofdstuk 4.............................................................................................................................................................14
Hoofdstuk 5.............................................................................................................................................................23
Hoofdstuk 7.............................................................................................................................................................34




1

,HOOFDSTUK 1

Veelvuldige behoeften vs schaarse middelen
Behoefte Het aanvoelen van een tekort en het verlangen
om dit tekort aan te vullen.
Consumentsoevereiniteit Economie spreekt zich niet uit over morele
waarde van behoeften (of bijv. roken gezond is
of niet).
Economische goederen Schaarse middelen
Vrije goederen Niet-schaarse goederen
nastreven is het maximum te halen uit de
Efficientie
beschikbare middelen.
Allocatieprobleem Hoe wijs je de schaarse middelen toe aan de
diverse aanwendingen?
Verdelingsprobleem / distributieprobleem Hoe verdeel je de voordelen van de
geproduceerde goederen en diensten over de
bevolking?
Stabilisatieprobleem Een goed beheer van schaarse middelen vereist
het nastreven van de volledige aanwending van
de beschikbare middelen.
Productiefactoren Arbeid, kapitaal, technologie, natuur
Consumptie Aankoop van economische goederen door
gezinnen met het oog op verbruik of gebruik
ervan.
Productiemogelijkhedencurve Stelt alle mogelijke combinaties van de
productie van economische goederen voor die
tot stand komen bij volledige aanwending van de
beschikbare productiefactoren.
Grafieken en tabellen: pagina:
29, 30, 31,


Er zijn individuele en collectieve behoeften van een samenleving en schaarse beschikbare middelen.
De middelen en de tijd zijn beperkt, deze volstaan niet om in alle behoeften te voorzien en alle
doelstellingen te realiseren. Het gevolg hiervan is dat er keuze gemaakt moeten worden. Hoe kun je
beperkte schaarse middelen gebruiken om in bestaande behoeften te voorzien, wanneer je deze
middelen slechts een keer kan inzetten? Deze keuzeproblematiek is de economische analyse, met
daarbij de behorende individuele en maatschappelijke gevolgen.
Behoeften in de economie zijn verscheiden; meer dan basisbehoeften van voeding, kleding en
huisvesting en heeft niet alleen betrekking op materiele goederen (bijv. fruit, pc, bureaulamp), maar
ook immateriële goederen bijv. geneeskundige verzorging, cultuur, onderwijs, religie. Behoeften
kunnen zowel collectief als individueel zijn. Elk individu behoort tot een gemeenschap die een
collectieve behoefte heeft zoals orde en nationale veiligheid. Rangorde en intensiteit van behoeften
verschillend per persoon en verandering in tijd en naargelang omstandigheden.
Economische goederen omvatten materiele goederen en immateriële diensten. Eigenschap hiervan is
dat ze een behoefte geheel of gedeeltelijk kunnen opvangen, direct of indirect. Economische
goederen hebben nut, schaarste en nut moet aanwezig zijn om te spreken over economische
goederen. (Er hangt bijv. een prijskaartje aan vast).
Voorbeeld van vrije goederen zijn: de lucht, zuivere lucht is schaars (door bijv. industriële ontwikkeling
waardoor luchtkwaliteit daalt). Ditzelfde geldt voor water, dit zijn ook wel nieuwe schaarsten.
Aanwending van schaarse middelen kan op verschillende wijzen, dit is het keuzeprobleem van de
economie. Bijv. je kan je geld dat je hebt verdient maar 1 keer besteden: bijv. als je 10.000 euro hebt,
kan je of een auto kopen, of op vakantie, het kan niet allebei. Ook wel: de werkelijke kosten van een
gemaakte keuze zijn niets anders dan de waarde van het beste alternatief dat men opgeeft door deze
keuze te maken. Dit is de opportuniteitskost van de gemaakte keuze. Bijv. een pas afgestudeerde
studente die moet beslissen of ze onmiddellijk een voltijdse baan aanneemt, of zich nog verder
specialiseert tijdens een aanvullend jaar. Als de studente kiest voor het extra studiejaar, dan omvatten

2

,de kosten van die keuze niet alleen de uitgaven voor boeken en studiemateriaal, maar ook het loon
dat zij had kunnen verdienen voor het alternatief, een voltijdse baan, had gekozen. Dat is wat ze
opgeeft door haar keuze voor een extra jaar studeren. Het gederfde loon behoort tot de
opportuniteitskosten van het extra studiejaar. Een 2 e voorbeeld: stel men denkt eraan een ecologisch
waardevol bos te rooien en het hout te gebruiken in de woningbouw. Als je beslist het bos te rooien,
dan zijn de opportuniteitskosten van het gebruikte hout de ecologische waarde van het bos: dit is wat
men opgeeft door de beslissing de bomen om te hakken.
Economische definities hebben gemeen dat schaarste de essentie vormt van het economisch
keuzeprobleem. Definitie van Scitovisky zegt: economie is een sociale wetenschap die tot voorwerp
heeft het beheer van schaarse middelen. Hierbij zijn er drie economische problemen mbt het beheer
van de beschikbare middelen: allocatieprobleem (allocatie van middelen), een verdelingsprobleem,
een stabilisatieprobleem. Allocatie en verdelingsprobleem: wat, hoeveel, hoe, waar en voor wie de
gemeenschap zal produceren. Stabilisatieprobleem omvat nastreven van volledige werkgelegenheid.
Wat / hoeveel: Er wordt beslist welke goederen en diensten aangeboden worden en in welke
hoeveelheden.
Hoe: Realisatie gegeven hoeveelheid productie komt tot stand met verschillende combinaties van
schaarse productiefactoren zoals arbeid, materialen en kapitaal.
Waar: Door toegenomen globalisering de vraag waar te produceren.
Voor wie: Naar wie gaan de voordelen vd productie in een maatschappij?
Micro en macro-economie
Micro-economie heeft te maken met allocatie en distributieproblemen, ook wel studie van het gedrag
van individuele economische agenten (consumenten, bedrijven, organisaties). Macro-economie:
stabilisatieprobleem (volledige werkgelegenheid, prijsstabiliteit, extern evenwicht en evenwichtige
groei), invloed van menselijk gedrag (inclusief vd overheid) op de globale of aggregatieve
economische grootheden (nationaal product, algemeen prijsniveau, globale werkgelegenheid, saldo
vd betalingsbalans enz) aan bod. Ook probleemstelling volledige inzet vd beschikbare hoeveelheid
productiefactoren. Gericht op lage inflatie en werkloosheid, een aanvaardbare economische groei etc.
Productieproces
Inzet arbeid omvat alle mogelijke arbeidsprestaties, zowel fysiek als intellectueel  aantal
arbeidsuren. Effectieve bovengrens vd omvang van de beschikbare arbeid bepaald door de bevolking
op actieve leeftijd; institutionele factoren spelen een grote rol bijv. schoolplicht. Vakantie, deeltijdse
arbeid en kwalificaties hebben invloed op de beschikbare hoeveelheid arbeid.
Productiefactor natuur zijn natuurlijke rijkdommen: de bodem met vruchtbaarheid, (grondstoffen), het
water, lucht, klimaat, gunstige ligging. Is zeer ongelijk verdeeld over diverse landen.
Productiefactor kapitaal omvat alle reëel kapitaalgoederen; bijv. geheel van de door mensen
geproduceerde productiemiddelen. BIjv. fabrieksgebouwen en machine, infrastructuur. Heterogeniteit
is probleem voor aggregatie. Verouderde machines zijn minder reëel kapitaal dan nieuwe want deze
vertegenwoordigen een lagere productieve capaciteit.
Arbeid, natuur en kapitaal zijn eigenlijk productiefactoren, ook wel het ondernemingsinitatief dat in
sommige sectoren belangrijke bijkomende productiefactor is om op succesvolle manier gecombineerd
om productie (output) te realiseren.
Het productieproces hangt af van veel factoren en verschillende stadia bijv. arbeid en machines die
nodig zijn om grondstoffen te innen en te verwerken tot intermediair goed, waarna het door andere
arbeid en kapitaal wordt verwerkt als finaal goed. Ook vervoer behoort tot productieproces tot dat het
bij de consument is.
Kenmerkend voor kapitaalgoederen is dat ze niet direct in aanmerking komen voor consumptie om op
die wijze aan menselijke behoeften te voldoen. Worden aangewend om weer andere economische
goederen te produceren die hiervoor wel in aanmerking komen. Ook wel omwegproductie. Ipv primaire
productiefactoren (arbeid en natuur) is kapitaal een afgeleide productiefactor.
Verhogen van de hoeveelheid reële kapitaalgoederen noemt men investeren. Bijv. bouw van een
nieuwe fabriekshal of machine is kapitaalvorming. Investeren is uitstel van consumptie.
Als meer middelen ingezet worden om bedrijfsmachines te produceren, gaat dit ten koste van minder
consumptiegoederen. Nu investeren is meer consumptie op lange termijn.


3

, De productiefunctie
Productiefunctie is een technische relatie tussen de hoeveelheid productiefactoren (input) en
maximale output (hoeveelheid economische goederen) die men daarmee kan produceren. Zowel
betrekking hebben op productie van een gegeven bedrijf als op productie van een hele sector in de
economie:
X = f (L, N, K)
X = output, bijv. computers, onderwijs, L is hoeveelheid ingezette arbeid, N is hoeveelheid vd
productiefactor natuur (bijv. land, ertsen) en K is hoeveelheid kapitaal.
Verhoging van elke productiefactor geeft aanleiding tot een verhoging van de output. In het geval van
arbeid betekent dit dat het marginaal product van arbeid (de toename in de productie ten gevolge van
een kleine verhoging van de ingezette hoeveelheid arbeid) positief is. Afgeleide van f naar L is dus
positief. Afnemend marginaal product is stijgend concaaf, dit betekent dat er bij toename vd
hoeveelheid arbeid de voorgebracht hoeveelheid graan ook toeneemt, hoewel die toename steeds
kleiner wordt. Ook wel afnemende fysieke meeropbrengsten.
Constant marginaal product is lineair, ofwel constante fysieke meeropbrengsten; elke toename van de
inzet van arbeid leidt tot dezelfde verhoging van de productie.
Verruimen productiemogelijkheden ve land
De productiemogelijkheden van een land zijn niet constant in de tijd. Belangrijke determinanten van
toenemende productiemogelijkheden zijn toenemende arbeidsverdeling en specialisatie, vooruitgang
in de technologische kennis en verbeteringen in de economische ordening. Deze zorgen ervoor dat de
productiemogelijkhedencurve verder van de oorsprong verschuift.
Arbeidsverdeling betekent specialisatie in het productieproces. Verklaringen voor het toenemen van
arbeidsproductiviteit uitgedrukt als productie per arbeidseenheid in vergelijking met het verleden is dat:
de deeltaak beter in overeenstemming gebracht kan worden met de aangeboren talenten, een
aangepaste opleiding en scholing kan worden gegeven, routine meestal de vakbekwaamheid
verhoogt.
Nadelig gevolg van arbeidsverdeling is dat aliënatie kan ontstaan ten opzichte van de productie;
arbeider herkent zijn persoonlijke bijdrage niet en vervreemdt van het eindproduct. Arbeidsverdeling
heeft belangrijke implicaties voor de werking van een economie; specialisatie impliceert de behoefte
aan ruiltransacties. Meubelmaker die alleen meubels maakt, kan slechts in zijn behoefte aan voeding
voorzien door ‘ruil’ met de bakker en de kruidenier.
De vooruitgang in technologische kennis verhoogt arbeidsproductiviteit en bijgevolg
productiemogelijkheden. Geeft kennis tot nieuwe en meer geperfectioneerde kapitaalgoederen. Bijv.
informatietechnologie (gebruik pc, internet, multimediatoepassingen). Wijzigingen in de economische
ordening kunnen ook productiemogelijkheden verhogen. Dit omvat het gehele institutionele kader
waarbinnen een economie opereert. Ofwel het heeft betrekking op het geheel van wetten,
reglementen, instellingen, gewoonten enz. Bijv. de verlening van de schoolplicht, afschaffing van
beroepsprivileges, veranderingen in eigendomsrecht, afschaffing protectionistische maatregelen,
invoering verplichte sluitingsdagen enz.
Arbeidsverdeling en specialisatie, vooruitgang in de technologische kennis en verbeteringen in de
economische ordening verschuiven de productiemogelijkhedencurve naar rechts.
Productiecombinaties die vroeger onmogelijk waren, kunnen nu wel geproduceerd worden.
Productiefunctie is nu dus: X = f (L,N,K,T) waarbij T de stand van de technologie weergeeft.
Technologische vooruitgang verschuift grafisch de productiefuncties naar boven en het verruimt de
productiemogelijkheden; ofwel deze schuift naar rechts.
Centrale planning versus het marktmechanisme
Om in een economie allocatie- en distributieproblemen op te lossen zijn meerdere
sturingsmechanismen denkbaar; waaronder: centrale planning en marktmechanisme.
In een centraal geleide economie worden de relevante beslissingen aan een centraal orgaan
overgelaten, deze worden vastgelegd in een plan. Dit plan bepaalt hoeveel de economie van de
verschillende goederen zal produceren, wat daarbij de inzet van productiefactoren dient te zijn enz. De
beslissingen kunnen de voorkeur van de consumenten weerspiegelen of integendeel genomen zijn
met het oog op de snelle expansie van bepaalde sectoren zoals de zware industrie, de
exportnijverheid, de wapenproductie enz. Bij een centrale geleide economie is de interne consistentie

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Mstudent123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté