Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Stadsgeografie - Blok 2 €14,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Stadsgeografie - Blok 2

 56 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Deze samenvatting voor het vak Stadsgeografie omvat detailleerde aantekeningen van hoorcolleges en uitwerkingen van de belangrijkste literatuur, zoals Lofland (1973), Hajer & Reijndorp (2001) en Hackworth & Smith (2001). Ook staan er aantekeningen in van de excursie door Amsterdam Noord. Het is bu...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 19  pages

  • 28 mai 2023
  • 19
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting stadsgeografie – blok 2

HC 10: De ruimtelijke geleding van Amsterdam – Justus Uitermark
Definitie ‘Geleding’
‘Verbinding tussen delen’ (betekenis)  het gaat om verschillende delen en de relaties tussen
buurten en groepen (onderzoeken geleding van de stad). Kan je op verschillende manier duiden:
- Lagen van de stad  uiteenlopend, laagje voor laagje gegroeid
- Lagen in een buurt  door decennia heen vestigen ook verschillende groepen zich in een
buurt (denk aan oude stadsbewoners die er al heel lang wonen, dan migrantengezinnen, dan
nieuwe stedelingen)
- Groepen die lagen vormen  hoe een groep zich manifesteert in een stad; waar komen ze
veel/weinig voor

Groei van Amsterdam
- 1300: Circa 1000 inwoners
- 1700: 200.000 inwoners - de stad groeit explosief door de Gouden Eeuw (voor Amsterdam)
 daarna daling
- 1850: Tweede periode van grote groei
- 1963: 870.000  veel groei door industrialisatie
- 1984: Daling want mensen trekken naar omringende plekken zoals Almere  pas in 2019
evenaren we weer het deel van 1963

Vanaf de Gouden eeuw ontstaat de grachtengordel en de Jordaan, daarvoor was alleen het centrum
rond de Dam. Later komt de Vlooienburg (Jodenwijk).

Amsterdam als magneet (trekt mensen van de hele wereld naar zich toe die de stad rijker, meer
divers en groter maken) en sorteermachine (trekken naar bepaalde plekken en zorgen voor
segregatie door verschillen)
 Sefardische Joden (afkomstig uit Spanje)  vluchten door inquisitie naar Portugal. Toen die
inquisitie kwam gingen ze ondergronds  een eeuw. Daarna komt de migratie naar
Amsterdam door push- (maken zich zorgen over hun leven) als pullfactoren (erg
aantrekkelijk). Het waren rijke mensen. Uitgesloten van bepaalde gildes dus het
economische deel  echter bood het alsnog mogelijkheden door bankier te worden,
diamant slijpen en diamanthandel. Veel waren al bekeerd en werden gezien als katholieken.
Ze werden weer Joden met een nieuwe invulling. Uitbundig, uitten van religie (synagoge) 
rijkdom, Dit succes trok andere joden aan:
 Asjkenaziche Joden: Loop van de 17e eeuw. Ook door vervolging, in Duitsland. Hadden
gehoord dat Joden succes konden hebben in Amsterdam, maar ze gingen niet goed samen
met de andere Joden. Duitse joden, economische voorspoed najagen, waren wel minder rijk.
Toen ze kwamen was er een recessie doordat de gouden eeuw bijna was afgelopen. Echter
werkte deze twee groepen niet samen en kwam er een nieuwe synagoge rechtstreeks er
tegenover.  manifesteren als afzonderlijke bevolkingsgroep
 Ze woonden dus bij elkaar in dezelfde buurt, maar gingen niet echt samen
 Mokum  juridische woord voor stad
 Het is dus echt een magneet en sorteermachine

,Ontwikkeling van Amsterdam
Voor 1860: Binnenstad en Grachtengordel (op zijn hoogste 300.000 (samengepakt in kleine
woningen) mensen  nu rond 80.000)
1860-1919: Bijna 2 keer zo groot (19e -eeuwse ring), mensen willen groter wonen, er komt veel
migratie, veel meer vraag naar woningen (slechte kwaliteit). Enquêtering: stadsbestuur gaat zich
actief bemoeien met wat er in de stad wordt gebouwd. Ook nationale regering gaat zich er mee
bemoeien (Woningwet). Ook is er een opkomst wat betreft woningbouwverenigingen. Woningen
door bijvoorbeeld leraren die zich gingen samenvoegen en plannen maken voor nieuwe woningen;
breed proces van emancipatie. Overgang naar revolutiebouw.
1920-1939: (Gordel ’20-’40) Bouwmeester Berlage (bedacht baarsjes, rivierenbuurt, mercatorplein),
Stadsontwikkeling moet geleid worden, hoge kwaliteit, idee achter zitten. Gaat bedenken hoe de
stad er uit moet zien, moeten zich houden aan zijn ontwerpen/ideeën.
1940-1969: Naoorlogse sociaal democratische stedenbouw  modernistische bouw. (Algemeen
Uitbreidingsplan) Periode van wederopbouw, economische groei, mensen krijgen meer rechten.
Mensen moeten een goede woonomgeving krijgen. Ontvluchtten aan slechte wijken naar deze ‘licht,
lucht en ruimte’ woninggebieden. Tegenhanger oude organische stedenbouw. Vooral arbeiders en
lagere middenklasse.
1970-1985: De periode van Bijlmermeer (modernistische stedenbouw)  heel veel lucht, licht,
ruimte en groei. Inwoneraantal heeft een daling, er was dus geen nieuwe wijken nodig  plek vrij
voor postkoloniale immigranten die zich hier vestigden. Mensen vestigen zich in Almere en Abcoude,
maar toch gaat Amsterdam doorbouwen
1986-2001: Voorzichtige groei van de steden; herwaardering; meer grote laagbouwwoningen, voor
de middenklasse. Bedoeld voor hoge inkomens en meer kapitaal
Na 2001: IJburg, opgespoten land als gemengde wijk. Koop en huurwoningen, verder kleine plukjes
herstructurering.

Gastarbeiders (Turken en Marokkanen) komen naar NL
 In het begin voornamelijk in het centrum  mensen vertrokken uit het centrum om te
verhuizen waardoor er daar plaats voor was (1973)
 Later (1981) verhuisde ze naar huurwoningen in de 19 e-eeuwse ring, de pensions in het
centrum waren niet meer genoeg.
 1991 (tijdens de herwaardering) trekken ze naar buitenwijken van de buurt (Kolenkitbuurt)
 Migratiebuurten voegen een laagje toe aan de buurt

Drie groepen stadsbewoners volgens Reijndorp
 Oorspronkelijke stedelingen: autochtonen die er al lang wonen
 Migrantengezinnen: die er later zijn gaan wonen (worden gezien als mensen die ‘hun buurt’
komen overnemen). Nemen toe in omvang en hebben ook succes in de zin van dat ze grote
sociale mobiliteit meemaken.
 Nieuwe stedelingen: gentrificerenden
Deze uiteenlopende groepen bestaan uit bewoners die er op verschillende momenten zijn komen
wonen. Oorspronkelijke bewoners zijn voor een deel verhuisd en voor een deel gebleven, net als
voor migrantengezinnen en zelfs nieuwe stedelingen. Ook komen er steeds weer nieuwe groepen bij
en blijft dit rouleren (analyseren op basis van laagjes die naar verschillende plaatsen trekken)

Ook toeristen concentreren zich duidelijk in het centrum, bijna niet buiten de A10. Amsterdam is
een plek waar nieuwe stedelingen zich vestigen en culturele elite.

In Amsterdam is een sterke overgang naar culturele beroepen, concentreren zich sterk in
Amsterdam. Deze sectoren vestigen zich voornamelijk in het centrum en de 19 e-eeuwse ring.

, Specifieke buurten binnen de Amsterdamse ring waar mensen naar toe trekken. Dit vertaalt zich ook
door in stemgedrag:
- Groenlinks: gentrificerende wijken
- Zuidoost: PvdA, BIJ1
- Zuid: VVD
- Noord-West: Denk
- Weesp: VVD
Geeft aan dat mensen met uiteenlopende ideeën ook op verschillende manieren spreiden over de
stad (zie je zowel op stedelijk niveau als micro niveau in buurten)

Online uitsortering?
 400.000 berichten met geotags in Amsterdam
 Toeristen eruit gefilterd
 30.000 gebruikers
Instagram is plaatsgebonden door placetags. Er wordt voornamelijk veel gepost in het centrum.

De stad op Instagram: verschillen tussen groepen
 Door middel van likes en comments
 Verschillende groepen zoals ‘typisch Amsterdams meisje’ en ‘dansen’  posten op
voornamelijk andere plekken  centrum vs zuidoost
 Aandeel placetags in verschillende groepen varieert tussen de 6 en 37 procent
 Sommige groepen claimen de stad als consumptiedomein
 Placetags zijn dus niet alleen een stukje informatie, maar ook een manier om de
stad/ruimte te claimen

De gevolgen van ongelijke online vertegenwoordiging
 Voornamelijk positieve dingen worden uitgelicht, negatieve dingen worden naar de
achtergrond gezet  vervormd beeld
 Status laten zien door iets te delen (bijvoorbeeld eten)  juist niet door de bewoners die er
lang wonen, maar mensen die er pas net wonen / tijdelijk verblijven
 Javastraat: Oude stedelingen en migranten zie je bijna niet, maar nieuwe stedelingen wel.

De gevolgen van ongelijke online representaties zijn dat er een specifiek beeld van de stad ontstaat
en heeft gevolgen voor de vorming van de stad. Maar ook overeenkomsten en dwarsverbanden: Er
is wel sprake van, maar het uiteindelijke beeld suggereert toch anders.

Hoe beïnvloedt beleid ruimtelijke ongelijkheid?
 Onderzocht voor de periode 2007-2014
 Vergelijking verschillende delen woningvoorraad:
o Stabiele voorraad
o Verkochte huurwoningen  vaak door private eigenaren (voornamelijk in het
centrum)  hoogste inkomensgroepen nemen hierdoor toe
o Gesloopte huurwoningen  voornamelijk aan de buitenwijken (randen van de stad),
waar nieuwbouwwoningen komen  hoge inkomens neem toe (op de Zuidas na 
ontwikkelaar wilde meer sociale huur dus meer lagere inkomens)
o Nieuw gebouwde huurwoningen
o Nieuw gebouwde koopwoningen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ssm3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€14,49  7x  vendu
  • (0)
  Ajouter