Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Filosofie (1e bach) €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Filosofie (1e bach)

 39 vues  2 fois vendu

Samenvatting lessen Filosofie, tweede semester 1e bachelor Sociologie

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 29 mai 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
nikavandenbergh
Inleiding tot de filosofie
Ethiek
Begrippenkader [1]
Waarden = algemene morele uitgangspunten, aspecten van het leven die we belangrijk vinden

- Uitdrukking van beoordeling of evaluatie
- Vb. tolerantie, gezondheid, (vrijheid, authenticiteit en geluk), ...

Deugden = waardevolle karaktereigenschappen

- Vb. vriendelijkheid, eerlijkheid, bescheidenheid, ...

Normen = concrete gedragsbepaling, specifieke regels die voorschrijven wat we moeten/mogen doen

- Uitdrukking plicht of premissie of verbod
- Vb. geen belofte breken, leugentje om bestwil mag, moet waarheid spreken

Moraal = stelsel van normen en waarden dat betrekking heeft op handelen van mensen

- Stelsel = geheel dat bij elkaar hoort
- Feitelijke vaststelling (films, interviews, ...) → bepaalde groep, mensen, ...

Ethiek = studie van normen en waarden die zich richt op de vraag welke normen en waarden we kunnen
rechtvaardigen

- Afbakening:
➢ Moreel = wat overeenstemt met de heersende waarden en normen
➢ Immoreel = wat de heersende waarden en normen schendt
➢ A-moreel = waarbij geen waarden en normen betrokken zijn (meningen, feiten, ...)
➢ Afbakening van ethiek: moreel  a-moreel
- Kerntaak:
➢ Niet beschrijven, descriptief (= antropologie, rechtsgeleerdheid, ...)
➢ Niet verklaren, oorzaken (= sociologie, geschiedenis, ...)
➢ Geldigheid onderzoeken van waarden en normen
o Niet oorzaken formuleren
o Wel redenen formuleren
- Normatief: oordeel over geldende normen/waarden en welke we zouden MOETEN naleven


Funderingsprobleem
Kloof tussen zijn en behoren (moeten)

- Constatering dat iets het geval is ≠ iets moeten doen → feit ≠ norm afleiden
- Vb. vlees eten veroorzaakt leed bij dieren → we mogen geen vlees eten (≠)

2 verregaande implicaties:

- Wetenschappelijk instrumentarium van feiten, verklaringen, bewijs, ... ≠ bruikbaar in ethiek
- Hele wetenschap ≠ sluitend argument over hoe we ons leven MOETEN leiden

Normatieve argumenten! (naast feitelijk)

- Behoren (MOETEN)
- Vb. vlees eten = leed (zijn) + mogen geen leed veroorzaken (behoren) → MOGEN niet eten
➢ Wat is de waarden achter het behoren → nieuwe fundering zoeken = PROBLEEM
➢ In westerse samenleving ≠ algemeen aanvaarde geldige basis voor morele normatief
o Regressus ad infinitium = onmogelijk om ultieme fundering voor stellingen

,Ethiek ≠ wetenschap:

- Objectivisme = juistheid van algemene morele uitgangspunten kan bewezen worden
- Relativisme = normen en waarden zijn relatief → zinloos om ze te rechtvaardigen
- Tussenweg = algemene morele uitgangspunten onderzoeken + welke morele consequenties


Probleem van relativisme:

- Cultuurrelativisme = fundamentele verschillen tussen culturen (historisch en geografisch)
➢ Vb. doodstraf: EU  VS
➢ Cultuuroverstijgende normen en waarden = universeel → redenen voor overtuiging
- Subjectivisme = morele uitspraak is uitdrukking van gevoel = emotivisme
➢ Ethische discussie = uiten en beïnvloeden van gevoelens voor overtuiging
➢ Drie bezwaren tegen emotivisme (en algemeen relativisme)
• Afkeer ≠ morele afkeuring + waardering ≠ morele goedkeuring
 Vb. bewondering voor schurk, verbieden van lekkers, ...
• We hechten veel betekenis aan de rechtvaardiging van onze morele keuzes
 Vb. iets verzwijgen voor iemand anders in het nadeel van jezelf, ...
• Gevoelens ≠ oorzaak = gevolg van morele opvatting
 Vb. ecologische keuze voor trein ipv vliegtuig, ...



Vrijheid, authenticiteit en geluk
Waarden = bestanddelen van goede leven (wat we belangrijk vinden)

- 3 centrale waarden

Rechtvaardiging

- Tussen objectivisme en relativisme = redenen waarom we belangrijk vinden
- Subjectieve voorkeur → algemeen perspectief


Vrijheid
Kapitalisme: vrijheid  onvrijheid?

- Two concepts of liberty – Isaiah Berlin (1969)
➢ Negatieve vrijheid = afwezigheid van beperkingen (kapitalisme = veel vrijheid)
➢ Positieve vrijheid = aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden
➢ Vb. werkloos/dakloos = geen beperkingen maar ook geen keuzes → beleid !

Vrijheid = centrale waarde?

- Instrumentele waarde = bereik met vrijheid (consequenties)
- Intrinsieke waarde = onafhankelijk van de gevolgen van vrijheid
➢ Symbolische waarde (erkenning)
• Vb. homohuwelijk, meningsuiting, ...
➢ Expressieve waarde (zelfrealisering en verantwoordelijkheid) = kenmerk vrijheid
• vb. een beroep/studie kiezen = zelfrealisatie en verantwoordelijkheid voor keuze

Vrijheid = absolute waarde?

- Inperking nodig om andere vrijheden beschermen (vb. vrijheid van meningsuiting, ...)
- Niet iedere vrijheidsvergroting = moreel relevant (vb. keuze in consumptiemiddelen, ...)
- Extra vrijheden = extra verantwoordelijkheden (vb. prenatale diagnostiek, chat GPT, ...)

,Authenticiteit
Vrijheid → uitdrukking aan ‘zelf’

- Trouw aan jezelf: iedereen moet ware identiteit goed mogelijk tot uitdrukking proberen te brengen
- Authentiek ik: voorafgaande aan de handelingen

Problemen:

- Is dat altijd goed? → vb. sadisten, nature  nurture, ...
- Wat bedoelen we met onze identiteit? → vb. studiekeuze = oorzaak of gevolg

Identiteit

- Interne bronnen = nature
- Externe bronnen = nurture
- Authenticiteit = balans interne en externe bronnen (≠ koppigheid, karakterloos, opportuun, ...)


Geluk
Fundering voor vrijheid en authenticiteit?

- Geluk = geluksgevoel = gevoel van blijdschap, tevredenheid en extase
- Geluk = allerbelangrijkste? → einde van regressus ad infinitium

Gedachte-experiment – Robert Nozick

- Geluksmachine/ervaringsmachine = machine waarbij jezelf kan kiezen welke gevoelens je ervaart
- ≠ Juiste wijze verbonden zijn aan de realiteit → waarheid = extra waarde

Redenering omkeren:

- ≠ vrijheid en authenticiteit waardevol omdat ze leiden naar geluk
- = vrijheid en authenticiteit leiden tot geluk omdat ze waardevol zijn

! Goede/geslaagde leven = balans tussen verschillende (persoonlijke) waarden



Utilitarisme vs. Ethiek van Kant [2]
- Normen:
➢ Concrete gedragsbepaling
➢ Bestanddelen van het juiste leven
➢ Uitwerking = twee theorieën
- Rechtvaardiging:
➢ Redenen voor wijze waarop we zouden moeten handelen in specifieke situati


Utilitarisme
Vorm van consequentialisme (gevolgenethiek)

- Gaat niet over handelingen zelf maar over gevolgen
- NUT = criterium om te oordelen of een handeling goed of slecht is

Jeremy Bentham: “Utilitarisme = meetbaar (tellen hoeveel nut)”

Rechtvaardigscriterium:

- Zoveel mogelijk netto-geluk = morele plicht
- Radicale theorie (als het positief is voor iemand dan moet het gebeuren)
➢ Vb. geld aan bedelaar (geld bedelaar > geld jezelf) → verplicht om te herverdelen
➢ Geen radicaal onderscheid tussen mensen en dieren (!algemeen vegetarisme)

, Filmpjes:

- Child-in-pond gedachtenexperiment (uit ‘Het voordeel van de twijfel’ 2’21’’ tot 4’53’’)
➢ Beweging van het extreme altruïsme (altijd calculus maken wat het meeste voordeel heeft)
- TED-talk ‘Het hoe en waarom van effectief altruïsme’


Kritiek
1. Praktische problemen:
➢ Kenbaarheid van gevolgen van handelingen
• Vb. kind adopteren (goed voor kind?), geld aan bedelaar (wat met geld doen), ...
➢ Vergelijkbaarheid/meetbaarheid van leed en geluk
• Vb. keuze tussen subsidies geven aan twee organisaties?
➢ MAAR: veel gevallen wel min of meer inschatten (morelere keuze >>)
2. Puur consequentialistisch:
➢ Negeert andere overwegingen
➢ Negeert onrechtvaardigheid van de manier waarop geluk tot stand komt
• Vb. gladiatorenspelen ≠ moreel verwerpelijk (ongeluk slaaf < geluk publiek)
3. Relatie tussen authenticiteit en geluk
➢ Is geluk wel de belangrijkste waarde?
• Nozicks geluksmachine
➢ Geluksmaximalisatie = extern doel (geen rekening met overtuigingen en waarden)
• Enkel rekening met collectieve belang


Ethiek van Kant
Immanuel Kant: kritiek op utilitarisme → te abstract (vergelijken met de sterrenhemel)

- Goedheid handeling ≠ gevolgen = principe op basis waarvan gehandeld wordt
- Ethiek = plicht het goede te doen
➢ Plichtethiek = deontologische ethiek (universeel)
➢ Vb. Iemand die faalt in slechte bedoelingen = slecht // iemand helpen zonder gevolg = goed


Categorische imperatief
Autonomie = iedereen kan zichzelf doelen stellen = kenmerk van redelijk wezen ( dieren)

- Handelen op basis van principes
- Categorische imperatieven = absolute, ethische geboden
➢  hypothetische imperatieven

Ultiem criterium (waarop alle imperatieven gebaseerd zijn) = Categorische Imperatief

1. Handel alleen volgens die maxime waardoor je tegelijkertijd kunt willen dat zij algemene wet wordt
2. Handel zo dat jij het menszijn, zowel in eigen persoon als in de persoon van ieder ander, altijd tegelijk
als doel, nooit louter als middel gebruikt
 Gulden regel !!
 “Behandel een ander zoals jezelf behandeld wilt worden”
 Rationele manier
- Vb. gladiatorenspelen: mensen worden gebruikt als middel voor plezier van ander  humanisme


Categorische Imperatief:

- Rationele toets om iemands gedrag te beoordelen
- Respecteren van universele redelijkheid (morele wet)
- Streven naar evenwicht tussen eigen doelen en doelstellingen van anderen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nikavandenbergh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71947 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter