Algemene Taalwetenschappen
1. Van taal naar taalwetenschap
1.1 Inleiding
Taalgebruikers zijn in staat om te beoordelen of een zin wel/niet goed is op grond van hun
kennis van taal, niet uitsluitend op basis van hun geheugen. Die kennis is onbewust &
abstract*, vaak in de vorm van algemene regels.
* Taalgebruikers hebben de kennis om taal te begrijpen en te produceren, maar kunnen niet
uitleggen hoe het systeem werkt.
● Natuurlijke taal: taal die in een menselijke gemeenschap gebruikt wordt voor
algemene communicatie en die een kind, opgroeiend in zo’n gemeenschap, als zijn
moedertaal leert. Op natuurlijke wijze ontwikkeld, waarschijnlijk uit primitief
communicatiesysteem.
→kan verschillende vormen aannemen naargelang het onderwerp v/d communicatie
(bv. weerbericht vs. politiek debat)
1.2 Talen
Taalwetenschap: expliciteren van de onbewuste, abstracte kennis van taalgebruikers
→Wetenschappelijke studie van natuurlijke taal
Door de focus op natuurlijke talen en dus menselijk gedrag, behoort de taalkunde tot de
humane wetenschappen of menswetenschappen (Empirische wetenschap!)
Talen kunnen sterk van elkaar verschillen in hun regelgeving (grammatica):
→Ndl: De uitgeverij heeft het boek laten vertalen
→Du: Der Verlag hat das Buch übersetzen lassen
→Sp: La editorial hizo tradicur el libro
de uitgeverij liet vertalen het boek
Ondanks grote verschillen toch overtuiging in de taalwetenschap dat er veel
gemeenschappelijkheden zijn tussen talen:
Roger Bacon (1245): “De grammatica van alle talen is in wezen gelijk, al zijn er marginale
variaties.” Iemand die de grammatica van 1 taal kent, kent tegelijk, voor wat betreft de
essentie, de grammatica’s van alle talen
1