Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Basisbegrippen van het recht - hoofdstuk 3 (GESLAAGD) €2,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Basisbegrippen van het recht - hoofdstuk 3 (GESLAAGD)

 7 vues  0 fois vendu

Het gaat hier om een samenvatting van hoofdstuk 1 (rechtssubjecten) van het vak basisbegrippen van het recht. In de samenvatting zit het boek alsook de lesnotities vervat! ik heb de les speciaal gekeken met lesopname zodat ik niets miste en al wat nodig was kon opschrijven dus niets mist! ik was da...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 45  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 3
  • 16 septembre 2023
  • 45
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (26)
avatar-seller
amina05
HOOFDSTUK 3: RECHTSHANDELING
AFDELING 1: INLEIDING
- Materiële handelingen = ze worden niet gesteld om rechtsgevolgen teweeg te brengen MAAR los v/d wil
v/h rechtssubject kunnen deze handelingen ingevolge de toepassing van bepaalde rechtsregels leidden tot
het ontstaan van rechtsgevolgen.
o Vele handelingen uit het dagdagelijks leven behoren tot deze categorie. (bv. werken, slapen,
autorijden…)
▪ Hoewel ze niet op rechtsgevolgen gericht zijn, brengen vele van deze gedragen toch
gevolgen met zich mee. (bv. je rijdt met auto en rijdt iemand aan => SV)
o Traditioneel ingedeeld
▪ Niet geoorloofde handelingen (= onrechtmatige daden)
▪ Geoorloofde handelingen/ quasi-contracten (= oneigenlijke contracten)
• Quasi contracten = geoorloofde daden waaruit een verbintenis ontstaat ten
laste van de persoon die er voordeel uit haalt zonder er recht op te hebben (zie
art. 1371 oud BW)
o Zaakwaarneming
o Onverschuldigde betaling
o Ongerechtvaardigde verrijking/vermogensverschuiving zonder oorzaak
o Tegenwoordig
▪ Worden de onrechtmatige daden (buitencontractuele aansprakelijkheid) en de quasi
contracten gezien als rechtsfeiten, niet als materiele handelingen
• Rechtsfeiten zijn net als rechtshandelingen een bron van verbintenissen (art.
5. 127. BW) => verschil? Rechtsfeiten = gebeurtenis/handeling dat
rechtsgevolgen teweeg brengt maar waarvan het niet de bedoeling was deze
teweeg te brengen >< rechtshandeling = handelingen gesteld om
rechtsgevolgen teweeg te brengen
- Rechtshandelingen = menselijke wilsverklaringen waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt, afgelegd
met het doel deze rechtsgevolgen mee te brengen.
- Proceshandelingen = handelingen die betrekking hebben op het optreden in rechte als eiser of
verweerder.
Niet in alle omstandigheden zal een rechtshandeling geldig rechtsgevolgen met zich meebrengen
- Rechtshandelingen zijn onderworpen aan geldigheidsvereisten
o Niet voldaan: rechtshandeling vatbaar voor nietigverklaring (ook al heeft er gedurende een
bepaalde tijd schijn bestaan dat er een geldige rechtshandeling was gesteld)




Pagina 1 van 45

,AFDELING 2: GELDIGHEID VAN RECHTSHANDELINGE N

De geldigheidsvereisten die van toepassing zijn op contracten (art. 5.27 BW) zijn van ook van toepassing op
het privaatrecht (art. 1.1, eerste lid BW)

- De algemene geldigheidsvereisten voor rechtshandelingen
o De bekwaamheid
o De toestemming
o Het voorwerp
o De oorzaak
- MAAR ook conformiteit van de rechtshandeling met dwingende rechtsregels is belangrijk

A. GELDIGHEIDSVEREISTEN


1. HANDELINGSBEKWAAMHEID
Principe: is elk rechtssubject rechtsbekwaam en handelingsbekwaam
- ≠ begrip ‘toereken(ingsvat)baarheid’: verwijst naar het noodzakelijke bewustzijn om een fout aan de
schadeverwekker te kunnen verwijten. (het is niet zo dat als je ontoerekeningsvatbaar bent je ook
handelingsonbekwaam bent)


2. RECHTSHANDELING MOET BEANTWOORDEN AAN DE WERKELIJKE WIL VAN DE DEGENE DIE
HAAR STELT (TOESTEMMING)
De wil is de basis v/d gelding v/d rechtshandeling => de rechtshandeling moet gewild zijn m.a.w. er moet
sprake zijn van toestemming om door die rechtshandeling gebonden te zijn


2.1. WILSLEER VERSUS VERTROUWENSLEER
- Wilsleer (daaruit vertrekt het Belgisch recht)
o Rechtshandeling is pas geldig als zij beantwoord aan de werkelijke wil van degene die haar stelt.
o Als een wilsverklaring van een rechtshandeling onduidelijk is, dan wordt ze geïnterpreteerd in
functie v/d werkelijke wil. (art. 5.64 BW)
o Strikt gezien geen geldige rechtshandeling indien de wilsverklaring niet overeenstemt met de
werkelijke wil (bedoeling) van de partijen
▪ Materiele vergissing
o Strikte toepassing van de wilsleer zou rechtszekerheid in gedrang brengen want de geldigheid
van een rechtshandeling gaan we in grote mate afhankelijk maken een subjectieve elementen
▪ 2 correcties op (al te strikte toepassing) van de wilsleer
• Door de wet via de techniek van de wilsgebreken => de werkelijke wil is geen
aanvaardbare basis indien de wil gebrekkig tot stand is gekomen
o Dwaling, bedrog en geweld = wilsgebreken en kunnen een
rechtshandeling ongeldig maken




Pagina 2 van 45

, • Door de rechtspraak: meer belang aan de wilsverklaring zelf en aan de perceptie
ervan door degene tot wie zij gericht is.
o bv. vereiste v/d verschoonbaarheid v/d dwaling => zo vermijden we
dat zomaar dwaling zomaar elke keer zou kunnen ingeroepen worden –
dwaling enkel nietigheidsgrond indien elke NZP ook zou gedwaald
hebben – zo vermijden we dat een rechtshandeling zomaar zou kunnen
vernietigd worden omdat iemand “een verkeerde voorstelling van
zaken had” – als we deze vereiste niet hadden zou de rechtszekerheid
zwaar in het gedrang komen omdat het feit dat men zich vergist heeft
louter subjectief is
o bv. vertrouwensleer => gaat niet louter voort op werkelijk wil maar ook
op de wilsverklaring (geuite wil) en zorgt ervoor dat de rechtszekerheid
in tact blijft
- Vertrouwensleer
o een wilsverklaring, ongeldig volgens de klassieke wilstheorie is toch geldig indien bij de wederpartij
het vertrouwen werd gewekt dat het om een werkelijke gewilde wilsverklaring ging; de wederpartij
mag voortgaan op de schijnbaar aanwezige wil wanneer redelijkerwijze mag worden aangenomen
dat deze ook de werkelijke wil was.
o Volgens de rechtsleer van de laatste decennia is het rechtmatig vertrouwen m.a.w. het rechtmatig
voortgaan op de gewekte schijn een voldoende grond van het bestaan van de rechtshandeling te
besluiten. Nu ook wettelijk verankerd in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek


2.2. VERSTORING VAN HET BEWUSTZIJN OF WILSVERMOGEN
Het recht hecht slechts rechtgevolgen aan een wilsverklaring die afgelegd is door iemand die over het
bewustzijn of wilsvermogen beschikt dat vereist is voor een zinvol gebruik v/d eigen wil.
- Men gaat ervan uit dat iedereen die handelingsbekwaam is ook bewust is.
o Toch zijn er enkele uitzonderingen. (hypnose, dronkenschap, geestesziekte…)
▪ In het klassieke recht sprak men van de afwezigheid van de wil
▪ In de moderne rechtsliteratuur spreekt men van wilsongeschiktheid, wilsonvermogen,
onvolwaardige wilsvorming of wilsdeficiëntie
• Wilsdeficiëntie= een feitelijke toestand waarbij het rechtssubject in zijn
wilsvermogen verstoord is. (≠ handelingsonbekwaamheid)
o Handelingsonbekwaamheid = juridische toestand waarin men niet
meer zelfstandig rechtshandelingen kan stellen
▪ Ongeschiktheid is dus iets anders dan onbekwaamheid
(ongeschiktheid gaat over een feitelijke toestand,
onbekwaamheid gaat over een staat van een persoon die zijn
rechtstoestand bepaalt)




Pagina 3 van 45

, 2.3. WILSGEBREKEN
Niet alleen dient iemand het nodige bewustzijn of wilsvermogen te hebben, iemand met een intact
wilsvermogen kan een wilsverklaring afleggen die ongeldig is omdat de wil aangetast is door een gebrek.
Indien de wil gebrekkig gevormd is, is de geldigheidsvoorwaarde van de toestemming niet voldaan
- Een rechtshandeling brengt pas rechtsgevolgen met zich mee als de betrokkene zijn wil op een
volwaardige wijze heeft kunnen vormen.
o Indien iemand zich vergist heeft, bedrogen is, onder druk gezet werd of er misbruik werd
gemaakt van zijn zwakte is de geldigheidsvereiste niet voldaan want de werkelijke wil is aangetast
door een wilsgebrek (ook al had die persoon het nodige wilsvermogen)

2.3.1. DWALING
Dwaling = een onjuiste voorstelling van zaken die een partij ertoe brengt een rechtshandeling te stellen die
ze niet zou gesteld hebben bij kennis van de juiste toedracht van zaken (art. 5.34 BW)
Slecht grond tot nietigverklaring indien ze:
- Zelfstandigheid v/d zaak betreft= de dwaling heeft betrekking op een essentieel punt v/d overeenkomst
(= doorslag gevend element)
▪ Dwaling kan betrekking hebben feiten en op het recht
▪ Geen nietigheidsgrond indien men dwaalde over de persoon (tenzij intuïtu-personae
contracten) of de waarde/prijs
- Verschoonbaar is
o = de dwaling ook zou begaan zijn door een redelijk voorzichtig persoon
o Men moet op verschoonbare wijze gedwaald hebben – gedrag van SO wordt getoetst aan de
algemene zorgvuldigheidsnorm
o Deze vereiste is er omdat een zeer ruime toepassing van de dwaling de rechtszekerheid in
gedrang zou brengen => het feit dat men zich vergist is immers een subjectief element
Enkel de verschoonbare dwaling die betrekking heeft op een doorslaggevend element zal als nietigheidsgrond
aanvaard worden

2.3.2. BEDROG

Bedrog = situatie waar men list aanwendt om bij iemand anders verkeerde voorstelling van zaken op te wekken
om een partij ertoe te bewegen rechtshandeling te stellen. (= opzettelijke verwekte dwaling) art. 5.35. BW


Slechts nietigheidsgrond indien:
- De partij werd misleid door kunstgrepen
- Kunstgrepen uitgaan van de medecontractant en opzettelijk aangewend
- Moet niet verschoonbaar zijn m.a.w. maakt niet uit of een NZP ook zou gedwaald hebben – we gaan het
gedrag van de SO niet gaan toetsen aan de algemene zorgvuldigheidsnorm – SO is vrij van schuld
o Vloeit voort uit FRAUS OMNIA CORRUMPIT (bedrog vernietigt alles) verankerd in art. 1.11 BW
- Bedrog wordt niet vermoed maar moet worden bewezen



Pagina 4 van 45

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amina05. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73918 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
  Ajouter