Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Ethiek: schema/samenvatting volledig (13/20) €13,49   Ajouter au panier

Resume

Ethiek: schema/samenvatting volledig (13/20)

 19 vues  0 fois vendu

Schema van alle te kennen filosofen en bijkomende informatie die noodzakelijk zijn voor het examen. Hiermee behaalde ik 13/20.

Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 6 sur 37  pages

  • Oui
  • 19 octobre 2023
  • 6 novembre 2023
  • 37
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (29)
avatar-seller
stuvia129318
ETHIEK – schema Lijn = schema
INLEIDING
Soorten ethiek:
- Descriptieve (= beschrijvende ethiek) = brengt het morele veld in kaart vanuit historisch en
hedendaagse oogpunt
- Normatieve = filosofische reflectie op het morele, die op zoek gaat naar legitimering van
morele normen
o Algemene = zoekt naar algemene principes en fundamentele grondslagen voor ‘het’
menselijk handelen in het algemeen
 Individuele = micro ethiek
 Sociale = macro ethiek
o Bijzondere = algemene principes in verband brengen met bijzondere situaties =
toegepasten ethiek
- Meta = analyse van de taal van de normatieve ethiek in haar semantische en logische
aspecten

Vormen van normatieve ethiek:
- Teleologische = grondslag voor ons handelen = de vraag naar het doel
o Inhoud kan verschillend zijn: geluk (aristoteles), genot (epicurisme), nut (utilitarisme)
o Extreme vorm: loutere resultaatsethiek
- Deontologische = ethiek die zich richt op morele plichten en universele principes bij het
nemen van ethische beslissingen
o Levinas: “plicht die haar oorsprong vindt in de ander”
o Extreme vorm: loutere intentie ethiek

Heinz-dillema (L.Kohlberg) -> stadia van morele ontwikkeling (behoort tot discriptieve ethiek)

DEEL 1: basisthema’s uit de ethiek
HFDSTK 1: problemen voor een normatieve ethiek
Legitimeringscrisis:
- Paradox van Appel -> legitimeringscrisis

- Disjunctie feit-waarde = het uit elkaar gaan van feit en waarde
o Logisch = funderen van ethisch standpunt = formuleren van conclusie, feiten zijn geen
voldoende voorwaarde voor ethiek
 “De disjunctie van feit en waarde suggereert dat er een grens bestaat tussen de
objectieve wereld van feiten en de subjectieve wereld van waarden, en dat deze
twee domeinen niet op dezelfde manier met elkaar vermengd kunnen worden. Dit
betekent niet dat feiten geen invloed kunnen hebben op waarde-uitspraken of vice
versa, maar eerder dat er een inherente scheiding bestaat tussen wat is (feit) en wat
zou moeten zijn (waarde)”
o Historisch = probleem van de disjunctie feit-waarde is echter niet te reduceren tot
een formeel-logisch probleem -> typisch probleem van de moderniteit (HUME)
- Visies op essentie en existentie:
o Traditie: (Aristoteles)
 Essentie (functie) vormt de existentie, goede = kern van bestaan tot
uitwerking brengen
o Modern: (Sartre)
 Existentie gaat vooraf/ vormt de essentie -> geen plan staat vast voor mens
- Doel-middel rationaliteit (WEBER) = rationalisering van de wetenschap zou steeds ruimere
sectoren van de werkelijkheid inpalmen


1

, o Doel rationaliteit = afwegen van middelen, gevolgen en alternatieven in functie van
een doel
o Waarde rationaliteit = handelen dat wordt beheerst door het geloof in de
objectiviteit van ethische of religieuze waarheden

Schets van onze leefwereld als postmodern:
- Experiment moderne tijd (H. De Dijn) -> ideaal van zelfsbeschikking, interne
tegenstrijdigheden

- Einde grote verhalen (Lyotard)

- Reacties:
o toename individualiteit - > spanningen tussen individualiteit en intersubjectiviteit:
 particulariteit
 ironie = het doet er allemaal niet toe, mens kan zich niet meer engageren,
esthetische levenshouding aannemen
 cynisme = maakt niets uit, kan toch nooit goed doen
 apathie = niets meer aan te doen

HFDSTK 1: Problemen voor de normatieve ethiek
L. Kohlberg Heinz-dillema 1) Pre-conventioneel = vermijden van straf
(=stadia van 2) Conventioneel = sociale erkenning door conformiteit (loyaal)
morele 3) Post conventioneel = algemeen maatschappelijk belang
ontwikkeling)
Apel Paradox van apel Paradox = succesvolle wetenschap en techologie die de legitimeringsbehoefte doet
toenemen, schept ook onmacht om haar te vervullen
- 2 belangrijkste elementen:
o Noodzakelijkheid = planetaire verantwoordelijkheid
o Onmogelijkheid = enige universele is wetenschap en techniek, alles wat
niet positief wetenschappelijk kan worden verantwoord dreigt
irrationeel bestempeld te worden
H. de Dijn Ideaal van Ideaal van zelfbeschikking = volkomen ontplooiing op bais van intellectuele autonomie
zelfbeschikking en en het zichzelf de wet stellen
interne Interne tegenstrijdigheden = wat we zelf belangrijk vinden kiezen wij vaak zelf niet
tegenstrijdighede (waarden)
n
J.F. Lyotard Einde van grote Grote verhalen van moderne tijd (vooruitgang, emancipatie, …) zijn ongeloofwaardig
verhalen geworden -> toenemende sympatie voor allerlei vormen van particulariteit

HFDSTK 2: Geluk als grondnorm
Aristoteles: de ethiek van het goede leven

Slotbeschouwingen:
- Ethiek van de burger in de polis, het goede leven is een leven binnen de politieke
gemeenschap
- Ethiek van aristoteles is radicaal humanistisch en immanent, geluk hier en nu te bereieken
(GEEN transcedente ethiek)
- Een aantal centrale concepten uit de ethiek zijn bij aristoteles nog niet of in geringe mate
aanwezig: wet, regel, plicht, geweten, wilsvrijheid, berouw -> allemaal met innerlijke
overtuiging dus ethiek is model maar dingen die nog onder ontwikkeld zijn



2

, - In recente ethische discussies merkt men een heropleving van een deugdenethiek/ virtue
ethics (vb. Macintyre, After virtue, M. Nussbaum)
- Rehabilitatie van de particulariteit (concrete inviduele gaat weg naar universele ethiek)

HFDSTK 2: geluk als grondnorm
Aristoteles Ethiek van het 1) Statuut/ methode ethiek
goede leven - filosofische discipline
o 3 wetenschappen:
Ethiek =  Theoretische = kennis is vast (toeschouwer, begrijpen)
zelfstandige  Poietische wetenschap = technische kennis om product te kunnen
discipline maken -> POIESIS
 Praktische wetenschap = juiste beslissing (actor, handelen)
 Naar doel: doel = eupraxie
o beslissing moet ons helpen handelingen te stellen
die doel dichterbij brengen, het gaat niet om
kennis van de deugd maar de deugd zelf
 Naar aard: voor eupraxie is kennis nodig, inzicht en kritisch
onderzoek
o ethiek kan niet dezelfde graad van exactheid
bezitten als theoretische kennis (epistèmè),
gestoeld op ervaring
 = kunst om juiste beslissing te nemen, juiste wijze vna handelen,
het goede leven -> PRAXIS
- praxis (= doel in zichzelf) en poiesis (= doel buiten zichzelf)

- praktische discipline
o zedelijke goede = prakton agaton = niet een gegeven doel, maar een
richting gevend idee

 Ethiek = praxis = voltrekking van het leven zelf, op de best mogelijke manier


2) Eudaimonistische ethiek (= streven naar geluk)
- Geluk
o Het goede is het doel, want mens doet alles omwille van het doel =
teleologische ethiek
o Het hoogste goed is het geluk
o = objectief, niet het resultaat van indv. Keuzes, maar wordt bereikt door
voltooing van wat reeds potentieel in mens aanwezig is, het gaat om een
houding
- Inhoud van geluk
o Hoogste goed = geluk ligt in de activiteit
o Inhoudelijke bepaling: (3 componenten, in hierarchische volgorde)
 Activiteit van de rede
 Aangevuld met deugdzame activiteit
 Secundaire voorwaarden:
 Inwendig: genot, subjectief geluksgevoel,…
 Uitwendig: rijkdom, gezondheid, vrijheid,…

3) Deugdenleer
- Ethische deugden (karakterdeugden)

3

, o = ligt erin dat het streefvermogen de rede gehoorzaamt, het is een door
vrije handeling vervorven gewoonte
 Midden tussen twee ondeugden
 Rekening houden met de persoon
 Bepaald door de rede
 Midden = hoogtepunt, geen middelmatigheid

- Intellectuele deugden (dianoëtische deugden)
o Theoretische wijsheid = inzicht in de werkelijkheid (sophia)
o Praktische wijsheid = betrokken op het concrete, contigente handelen
(prohonésis of prudentia)
- De wijze is degen die op grond van de intellectuele deugden de ethische deugden
beoefent


HFDSTK 3: de menselijke persoon als grondslag
Kant: zedenwet en autonomie
- Fundament ethiek zoeken binnen het subject
- Alles wat geen wetenschap is, onzin?
o Idee van de ik
o Idee van god
o Idee van de wereld
 Deze ideeën vallen niet binnen het tijd-ruimtelijke veld dus leveren geen betrouwbare kennis op,
ze zijn dus een transcedente illusie, hierdoor komt er plaats voor een ethiek!

Levinas: ethiek onder de wet van de ander

HFDSTK 3: de menselijke persoon als grondslag
Kant Redenwet en 1) Praktische rede en morele factum
autonomie - Morele factum (uitgangspunt) = het feit van het zedelijke bewustzijn: de zin van het
zedelijke goede
Kategorische - Praktische reden = vermogen om te willen
imperatief (KI)
2) Analyse zedelijk bewustzijn
Vrijheid - Goede wil
o Absolute goede
o Goede wil = wil die handelt uit plicht
- Zedenwet als een KI
o Praktische beginselen
 Maximes
 Hypothetische imperatief = een handeling moet worden wild als
middel om een doel te realiseren
 KI = dringt zich, wat ook de doelen zijn, aan elk redelijk wezen
absoluut en onvoorwaardelijk op, = handelen uit plicht
o Fundering van KI
 Uit de analyse (uit begrip zelf)

3) Formuleringen KI
- 1ste formulering: UNIVERSALITEIT
o Morele regel moet dus vorm kunnen aannemen van een universele wet:
Van concept -> formulering

4

,  Wollen = maxime praktisch veralgemeenbaar -> daad moreel goed
 Maxime = metanorm, bepaalde norm in aanmerking als ethische
norm gesteld te worden? -> geen criteria voor beoordelen van
concrete handelingen
 Toetsingsprocedure: uit formulering geen inhoudelijke plichten af
te leiden
- 2e formulering: RESPECT VOOR DE PERSOON
o Respect voor menselijke waardigheid, die absoluut is
o Nooit louter als middel
o ‘In uw persoon’, impliceert niet dat ethsiche eisen louter afkomstig zijn van
de waardigheid van de ander
o De mensheid: achting is gegrond in het wat voor iedereen gelijk is
o Mens is persoon omwille van zijn bekwaamheid tot zedelijk handelen =
praktisch inzicht
e
- 3 formulering: AUTONOMIE
o = synthese van 2 formuleringen
 Individu moet handelen volgens veralgemeenbare regels
 Individu is doel op zich
o Autonomie is geen willekeur, de rede stelt zelf de wet waaraan ze zich
onderwerpt, maar als redelijke wet is deze universeel

4) Grond van zedelijk bewustzijn
- Autonomie = verklaring in zichzelf, analyse van morele factum bereikt eindpunt
- In de autonomie ligt de mogelijkheidsvoorwaarde van de zedelijke imperatief en de
verklaringen van de vorige etappes

5) Vrijheidsbegrip
- = intelligibele (noumenale) vrijheid = vrijheid als werkelijk morele vrijheid

6) Conclussie: (tekening)




Levinas Ethiek onder 1) Kritiek op westerse filosofie
de wet van de - Meest radicale poging via het zijnsbegrip om werkelijkheid te begrijpen (in
ander totaliteit denken), alles kan vervat worden onder het zijns idee, niets ontsnapt
eraan


5

, 2) Absurditeit en zelfbevestiging
- Zinloosheid = vertrekpunt = de ervaring van het il-y-a, het pure/ brute bestaan
- Hij beslist niet over het ‘dat’ van het bestaan, verliest initiatief
- Mens probeert te ontstnappen (3 modaliteiten) -> zelfbevestiging
o Genieten: wereld niet langer object buiten ons
o Het wonen (=zich terugtrekken) en arbeid (= naar buiten treden), =
tegenhanger van genieten, dingen worden daardoor beheersbaar en
krijgen functie
o Het kennen, de wetenschap: manier om greep op werkelijkheid te krijgen

3) Het gelaat van de ander
- Als expressie = concreet, individueel
- Als ethisch imperatief = kracht die uitgaat van de ander is de kwetsbaarheid van
het gelaat
- Universeel karakter = de erkenning van de ander als ander -> intimiteit ontsloten
- De ander = principieel vreemd aan mezelf, ander is iets sacraals dat mij overstijgt

DEEL 2: de grondslagen van een democratische rechtstaat
HFDSTK 4: het sociaal contractmodel
Vraag naar legitimiteit van de staat en naar de verhouding tussen individu en gemeenschap neemt
toe, het impliceert 2 dingen:
- De erkenning: OH mag bepaalde regels opleggen
- De sanctie: wie zich niet aan regels houdt, kan gedwongen worden
Theorie van maatschappelijk contract:
- Rationele reconstructie voor grondslag van de staat, door beroep te doen op de
privaatrechtelijke figuur van het contract (doet beroep op vrije instemming van personen)
- Schema:




o

 samenleving blijkt artificieel, geen natuurlijke toestand

- Alternatief: communitarisme, zoekt grondslag in bestaande natuurlijke verbanden en
organisaties
o = iedereen inziet dat samenwerking het beste werkt en meeste oplevert

Thomas Hobbes: de instemming voor orde en vrede

John Locke: social contract als de wil van de meerderheid

J.J. Rousseau: het social contract en de algemene wil




HFDSTK 4: Het sociaal contractsmodel
Hobbes Instemming 1) De mens in de natuurtoestand (Antropologie)
voor orde en - Natuurlijke drang om zich in het bestaan te handhaven


6

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stuvia129318. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€13,49
  • (0)
  Ajouter