ALGEMENE PSYCHOLOGIE (ZELFSTUDIE)- HOOFDSTUK 15
1. STRESS EN GEZONDHEID: INLEIDING
Om de relatie tussen gedrag en gezondheid goed te begrijpen, moeten we eerst wat inzicht verkrijgen
in de thema's die een invloed uitoefenen op deze onderwerpen.
- 1e thema: is het biologische thema. Dit heeft betrekking op de genetische component.
bv. kan gaan over de gevoeligheid voor bepaalde ziekten.
- 2e thema: is het cognitief thema. Dit thema gaat in op de manier waarop een individu
gebeurtenissen beoordeelt en welke overtuigingen iemand heeft over gezondheidsgedrag.
Iemand kan bijvoorbeeld het idee hebben dat hij/zij/die zelf weinig invloed heeft op zijn/haar/hun
eigen gezondheid.
- 3e thema: is het sociaal cultureel thema. We zien dat er verschillen zijn tussen verschillende
culturen in de kijk op gezondheid en ziekte. Deze verschillen kunnen een invloed uitoefenen op
hoe een individu omgaat met ziekte en gezondheid.
Deze thema's hebben een invloed op hoe mensen naar gezondheidsgedrag en naar ziekte kijken en
hebben bijgevolg ook invloed op hoe iemand hiermee om zal gaan.
Het lijkt logisch dat sommige gedragingen goed of slecht zijn voor onze
gezondheid, (bijvoorbeeld kettingroken is slecht voor de gezondheid).
Echter, het blijkt niet altijd eenvoudig om de helpende gedragingen goed
vast te houden. Zelfs bij zieke individuen blijken sommige gedragingen
makkelijker of moeilijker vast te houden. Zo weten we bijvoorbeeld wel
dat we een antibioticakuur moeten uitdoen en niet zomaar moeten
stoppen, maar in de praktijk stoppen velen sneller met hun antibiotica
dan voorgeschreven.
Gezondheid staat dan ook in functie van de omgeving, de lichamelijke kenmerken en de
levensstijl.
1.1. STRESS EN GEZONDHEID
In dit onderdeel van het leerpad, gaan we dieper in op de relatie tussen stress en gezondheid.
Er wordt ingegaan op:
- Verschillende bronnen van stress
- Gevolgen van stress
- Hoe om te gaan stress
Stress: is een lichamelijke reactie, die optreed
wanneer iemand zich moet aanpassen of de
dagelijkse structuur beïnvloed dreigt te
worden. Stress creëert ook fysiologische of
lichamelijke reacties. Het zijn deze reacties die
een invloed kunnen uitoefenen op de
gezondheid.
Stressreacatie zijn niet altijd negatief.
-> bv. stress ook nodig voor opwinding.
,! het is echter wanneer de draaglast de draagkracht overschrijdt, dat stress WEL schadelijk kan
worden.
1.2. BRONNEN VAN STRESS
Bronnen waar stress kan uit voortvloeien, kunnen opgesplitst worden in twee groepen:
1. Ingrijpende bronnen van stress (life events)
2. Cumulatie van dagdagelijkse stressoren
De manier waarop stress ervaren wordt, hangt grotendeels af van het individu.
1. Life events (= belangrijke levensveranderingen)
De ervaren stress is afhankelijk van:
- De grootte van de aanpassing
- De mate van verandering
Hoe groter de aanpassing en hoe groter de mate van verandering, hoe hoger de ervaren stress
Conclusie getrokken adhv de Social Readjustmen rating Scale
STUDIES (van life events)
= bestudeerd welke levensgebeurtenissen door mensen als een grote stressor ervaren werden
Deze kregen een stress score
- Hoogste: dood van een partner
- Laagste: beginnen van een studie of begin van het pensioen
Individuen met levensgebeurtenissen met een hoge stress score , hadden een grotere kans op
gezondheidsproblemen
2. Dagelijkse iritaties (= belangrijke stressor, kan gezondheid beïnvloeden)
Onderzoek Kanner en collega’s: zelfs kleine alledaagse irritaties zijn minstens even belangrijk voor de
gezondheid als grote levensveranderingen.
3. Chronische stressbronnen (= situaties die langere tijd, minstens 6 maanden blijven aanhouden)
Bv. 6 maand financiële problemen + familielid langdurig ziek -> meer stress dan iemand die dit niet
ervaard
4. Perceptie van de persoon (= invloed dat een specifieke gebeurtenis heeft op een individu is erg
afhankelijk van de beoordeling van de gebeurtenis door dit individu)
Elk individue beoordeeld eenzelfde beurtenis namelijk anders
Belangrijke factor: de mate waarin een gebeurtenis schadelijk of bedreigend ervaren wordt.
STUDIES (van perceptie v/d persoon)
Sarason en collega’s: aangepaste versie van Social Readjustment Scale
- Voegden impactfactor toe
- Wat houdt de levensverandering in, daarnaast ook wat de impact hiervan was op het individu
= Life Experiences Survey
Lazarus: belang van appraisal of beoordeeling van een situatie bestudeerd
Conclusie: wnr een situatie als bedreigend wordt gezien voor het welzijn, dan zal er stress zijn
Andere factoren:
- Hoe centraal de gebeurtenis is in het leven van het individu
- De mate waarin men overbelast is
- De mate van ambiguïteit van een situatie (hoe meer, hoe stressvoller)
- Het gevoel van controle over een situatie
Andere conclusies uit onderzoeken:
1. Meer perfectionistische studenten→ ervaren meer stress bij dagelijkse irritaties
, 2. Objectief belastende omstandigheden lokken stress uit, desondanks je het gevoel van
controle ervaart
3. Objectief & subjectief ervaren situaties, hebben invloed op de totale stress van een individu
1.3. GEVOLGEN VAN STRESS
Stress in het lichaam start bij een bepaalde stress factor (gebeurtenissen rond je, mentaal,..)
Wanneer deze stressfactor ons gaat prikkelen gaat onze hypothalamus geactiveerd worden
2 reacties:
o Kortdurende snelle shockreactie
o Of ons lichaam probeert zich aan te passen op lange termijn
1.3.1 FYSIOLOGISCHE GEVOLGEN VAN STRESS
Lichaam ervaart langdurig stress en probeert continu het lichaam in balans te houden.
MAAR; soms werkt dit proces minder goed/ faalt => mogelijks fysiologische veranderingen
Onderzoek Segerstrom en Miller (2004): immuunsysteem werkt minder goed
Onderzoek:
- Langdurige stress vergoot de kans op meer ontstekingen en minder goede verdediging tegen
externe infecties
- Grotere kans op maag- en darmklachten
- Verhoogde kans op verkoudheid en griep toe
- Groter risico op hart- en vaatziekten
o Verhoogde bloeddruk aanwezig, verhoogde cholesterol, meer ontstekingsreacties,
vernauwing van de bloedvaten
- Verhoging van ongezond gedragen (meer roken, drinken, ongezond eten)
Shockreactie
= begint met stressfactor -> hypothalamus activeren -> geeft signalen af waardoor ons sympathisch
zenuwstelsel geactiveerd wordt -> bijniermerg schiet ook in gang (creëert noradrenaline en
adrenaline) -> flight- or fight- or freeze reactie ontstaat -> bijniermerg= binnenste stukje van bijnier
- Flight reactie= weglopen van probleem,
door al onze energie in onze ledematen te
steken
- Fight reactie= probleem aanpakken, door al
onze energie in onze armen en benen te
steken
- Freeze reactie= ons lichaam valt stil
Om 1 van deze reacties te verkrijgen:
- Meer bloed in omloop
- Hogere hartslag
- Spijsvertering stopt even
- Meer energie/glucose vrijgegeven worden
- Meer zuurstof in omloop (want we gaan sneller gaan ademen)
Lange termijn aanpassing
Niet zo gezond als ons lichaam lange tijd in shockreactie zou blijven
-> daarom ook aanpassingen op lange termijn.
, Stressfacator -> activatie hypothalamus -> triggert de hypofyse ->
bijnierschors activeren -> geeft corticosteroïden af -> zorgen ervoor
dat de vitale functies gezond gaan blijven
- Extra glucose afgeven vanuit de lever
- Maken dat er niet teveel water en zout afgegeven wordt, anders
uitdroging
= doordat vitale functies v eilig blijven -> lichaam terug in balans
1.3.2. PSYCHOLOGISCHE GEVOLGEN VAN STRESS
Effect op onze stemmen= angstklachten, somberheid, frustratie en woede stijgen bij hogere stress
Verschil tussen stemming en emotie?
- Emotie= een kortdurend gevoel
- Stemming= een emotie, die lang duurt en niet op specifieke stimulus gericht is
Langes en Stucke (2005): effect van dagelijkse irritaties op stemming (positief en negatief) van
universiteitsstudenten.
ze dienden het aantal stressoren aan te geven waar ze last van hadden
nadien: adjectieven aanduiden die pasten bij hen
studenten die veel dagelijkse stressbronnen aangeven → vaker negatieve adjectieven
aanduiden en minder vaak positieve adjectieven
-> naast effect van emotie op stemming, ook invloed van stress op cognitief functioneren
Marin en collega’s en McEwen en collega’s: volgende resultaten
1. wanneer individu een beetje stress ervaart -> prestatieniveau beter
2. wanneer stressniveau hoog is -> prestatie/ concentratie minder goed +
oproepen van info uit geheugen verloopt moeizamer
-> door deze onderzoeken aandacht geschonken aan de wet van Yerkes en Dodson: voor elke taak
is een optimaal niveau van motivatie/opwinding nodig
CONCLUSIE obv de wet van Yerkes en Dodson:
- te lage of te hoge motivatie → mindere prestatie
- arousal te hoog → niet goed functioneren
- moeilijke taak → meer arousal
- arousal bij moeilijke taak → lager dan bij makkelijke taak
- hoge stress en moeilijke taak → minder factoren in overweging nemen bij het
nemen van beslissingen en er zullen meer denkfouten gemaakt worden, dan bij lage stress en
moeilijke taken
→ merken dat mensen cognities maken rond stresserende gebeurtenissen
→ als deze onderdrukt moeten worden voor andere taken is er grotere kans dat er meer
gepiekerd zal worden
→ als men veel piekert → verandering snel als bedreigend ervaren worden
→ leidt tot hogere stress
→ uiteindelijk zal dit catastrofaal denken worden
o veel belang gehecht aan mogelijk negatieve gevolgen van verandering
o geen mogelijkheid gezien op om goede manier te reageren → stress stijgt
1.3.3. GEDRAGSGEVOLGEN VAN STRESS
Stress ervaren -> veranderingen in gedrag
- gespannen gezicht, trimmende stem en bevingen
- schrikachtig en slapen gemiddeld minder goed