ESSENTIEEL
• Meeste verschoven fracturen moeten gereduceerd • Mal-union = rel frequente complicatie na fractuur
en gestabiliseerd w à soms wel goed getolereerd
• Veel fracturen = non-operatieve behandeling • Posttraumatische OA = geassocieerd met
MAAR grote breuken v lange beenderen = verplaatste intra-articulaire fracturen
chirurgie à risico = afh van residuele scheefstand
• Peri-articulaire of intra-articulaire fracturen die • Avasculaire necrose = occasionele complicatie
zorgen voor scheefstand = interne fixatie à meest bij femorale nek, nek van talus, en
• Meeste pediatrische fracturen = non-operatief scaphoid
BEHALVE wanneer groeischijf betrokken • Vetembool = complicatie van fractuur v lange
• Dislocaties = mogelijks zenuwbeschadiging beenderen
à urgente reductie à symptomen » ARDS
• Trauma = meest voorkomende oorzaak van • DVT en longembool < 1% fracturen
compartment syndrome à LMWH en voetpomp ter preventie
• Vroege infectie = meestal in open fracturen à verhoogd risico
à wondexcisie en debridement o Oudere pt
• Non-union = 5% fracturen o Multiple trauma
à vaker bij high-energy of open breuken met o Onderste lidmaattrauma
aantasting bloedvoorziening o Hoofdletsel
DEFINITIE
= elk verlies van continuïteit van bot
à Meestal door trauma
à RX ter beschrijving
• Open (gecompliceerde) breuk = wonde in communicatie met breuk
• Comminutieve fractuur = meer dan 2 hoofdfragmenten
• Angulatie = relatie van lange as van proximale en distale segmenten v bot
• Verplaatsing = graad van scheiding tussen botuiteinden
• Rotatie = graad van foute rotatiestand thv breuk
à angulatie, verplaatsing en rotatie = beschreven in relatie tot grote proximaal fragment!
PRINCIPES VAN BEHANDELING
Fundamentele doelen van behandeling =
• Reductie van fractuur
à open of gesloten methode
• Behouden van reductie tot genezing
à keuze van methode = afh van
o Locatie en morfologie van breuk,
o Aanwezigheid van andere letsels
o Ervaring v/d chirurg
• Optimaliseren van langetermijnsuitkomst
,Breuk aaneen zetting = vnl afh van bloedvoorziening bij breuk
à relatie met intrinsieke kwaliteit v/h bot vascularisatie en breukenergie
à algemeen: spongieus bot = betere bloedvoorziening
Soort letsel = grote invloed
à hoogenergetische breuk = meer schade aan bloedvoorziening
NIET-OPERATIEVE BEHANDELING
Voordelen:
• Geen chirurgie nodig
• Goedkoop
Nadelen:
• reductie niet altijd precies
• Stabiliteit vaak inadequaat voor grote letsels
• Vaker mal-union (slechte heling)
• RX nodig voor opvolgen behandeling
RELATIEVE INDICATIES
• Laag energetische onverplaatste breuken
• Breuken in spongieus bot
• Phalangeale/metacarpale/metatarsale breuken
• Breuken die geen anatomische reductie nodig hebben
• Sommige fracturen bij kinderen
TYPES
= Rust (vb: geïsoleerde fractuur van ramus pelvis), gips, tractie (nu nog zelden gebruikt), spalk
OPERATIEVE BEHANDELING
EXTERNE FIXATIE
= via draden en pinnen aan extern frame
= vnl wanneer interne fixatie moeilijk of risicovol
vb: distale metafyse fracturen, botten meet voorgeschiedenis van osteomyelitis, multiple fracturen,
uitgebreide huidbeschadiging en zwelling na hoogenergetische breuk
Voordelen: Nadelen:
• Minimaal invasief • Problemen met infecties
• Veelzijdigheid van toepassing • Meer mal-union
• Slechte acceptatie door pt
Indicaties:
• Gesloten fracturen met uitgebreide zacht-weefsel • Tijdelijke stabilisatie
beschadiging • Verlenging van botten na posttraumatische
• Sommige open breuken verkorting
• Juxta-articulaire breuken • Correctie van complexe posttraumatische
à nagels en platen moeilijk angulaire/rotationele misvorming
2
,INTERNE FIXATIE
= keuze bij verplaatste, onstabiele fracturen wanneer slechte reductie wondheling of functionele outcome
compromitteert
à vaak in hoogenergetische open fracturen en fracturen met zenuw- of bloedvatbeschadiging
= 2 grote categorieën
Indicaties:
• Verplaatste intra-articulaire fracturen Platen
• Peri articulaire fracturen Platen
• Fracturen van lange beenderen in onderste lidmaat Intramedullaire nagels
• Fracturen met vasculaire of zenuwbeschadiging
• Salter Harris type III en IV fyse fracturen bij kinderen
Intramedullaire nagels:
= breuken van lange beenderen van onderste ledematen
à niet zo gemakkelijk in bovenste ledematen owv nauwe medullaire kanalen
= minimaal invasieve chirurgie
= hoge graad van union, en lage graad van mal-union
Kinderen:
• Flexibele intramedullaire nagels voor lange beender fracturen en voor radius en ulna
• Niet door groeischijf!
Plating:
= metafysebreuken, verplaatste intra-articulaire fracturen en dyiafyse fracturen in bovenste lidmaat
= meer invasieve techniek
Voordeel = zeer precieze reductie
Geïsoleerde vijzen = bij kinderen:
= epifysebreuken (Salter-Harris types III en IV)
à continuïteit behouden van gereduceerd articulair opp + stabilisatie van bovenste femorale epifyse
Percutane “pinning” van instabiele via manipulatie gereduceerde fracturen = vaak gebruikt bij kinderen
DISLOCATIES
= volledig verlies van gewrichtsintegriteit (congruity)
à subluxatie = partieel verlies van integriteit
à kunnen geassocieerd zijn met neurovasculaire beschadiging
Diagnose = anamnese + karakteristieke vervorming + RX
Behandeling = meestal snelle gesloten reductie onder lokale of algemene verdoving
à als gesloten niet mogelijk: chirurgisch
ARTHROPLASTIE
Gewrichtsvervanging als eerste behandeling = zelden
BEHALVE verplaatste subcapitale heupfractuur bij ouderen
3
, VROEGE COMPLICATIES VAN FRACTUREN
= complicaties tijdens acute fase van behandeling
COMPARTMENT SYNDROME
= wanneer spieren zwellen binnen compartiment omsloten met fascia
à uiteindelijk occlusie van bloedvoorziening
à infarct en late ischemische contractuur (v Volkmann)
Trauma = meest frequente oorzaak van compartment syndrome
= meest frequent in kuit
= minder vaak bij kinderen
Pathofysiologie:
• Spierzwelling door posttraumatische bloeding en oedeem
• Initiële drukstijging: veneuze occlusie
à nog meer drukstijging
• Uiteindelijk: druk hoger dan artiolaire druk
à spierischemie
• MAP = hogere druk dan arteriolen
à pas zeer late occlusie
à zelfde voor zenuwen
Diagnose
Distale pulsen en neurologische functie = normaal tot zeer laat in proces
à als wel al afwezigheid: te late diagnose
Klinisch:
• Hoge graad van verdenking
• Toenemende pijn ondanks adequate pijnbehandeling en breukimmobilisatie
• Hoogste risico bij jongvolwassenen met breuken van tibia schacht, voorarm of pletwondes v/d voet
• Meer pijn bij passieve flexie en extensie in vingers en tenen van aangedane lidmaat
Compartimentdruk < 30mmHg = Normaal
> 40mmHg = Hoog
à meest nuttig = verschil tussen dyastolische druk en compartimentdruk
à > 30mmHg = adequate bloedvoorziening voor spieren
Behandeling = snelle fasciotomie v/d spiercompartimenten
ZENUWBESCHADIGING
= meestal door tractie neuropraxie
= meestal goede prognose voor herstel, MAAR vaak incompleet
à slechte prognostische factoren:
• meer uitgebreide zenuwbeschadigingen
• ernstige verlammingen
• hogere leeftijd
Fractuur Zenuw
Ant dislocatie van schouder n. axillaris of plexus brachialis
Diafyse fracturen van humerus n. radialis
Supracondylaire fractuurvan humerus bij kinderen n. interosseus ant
15% heupdislocatie of fractuur van post wand van n. ischiadicus
acteabulum
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentgnk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.