verschillende stijlen van verschillende tijden verenigen tot sobere werken
Andrea Mantegna. De ontmoeting van Ludovico Gonzaga en zijn zoon, kardinaal Francesco,
ca. 1465–74 (detail). Fresco. Camera degli Sposi, Palazzo Ducale, Mantua.
Grootmeester van de renaissance
Perspectief, geometrie, soberheid, rethorica (samenspel met personages), kennis van
teksten
College 11: Vorm en inhoud (deel 2)
Slide 3:
Gewerkt in blokken = gevaarlijk
Tot aan 1400 een scheiding (ten noorden en ten zuiden)
16de eeuw: banden aangehaald
De 16de eeuw (stijl en iconografie) – Confrontatie tussen Noord en Zuid
Kunstenaarsreizen
Fiamminghi in Italië
Italianen in de Nederlanden
Internationale (kunst)handel
Reformatie & Iconoclasme
=> 'Herdenken' van Kunst (vormelijk en inhoudelijk)
Noord en zuid: de banden worden aangehaald, een wisselwerking, een actie en
reactie en naar mekaar kijken
Impact op de stijl
Confrontatie tussen noord en zuid
Er wordt nu gereisd (diplomaten, vorsten meevolgen op hun reizen)
De vlamingen die naar Italië gaan (Famminghi)
De ideeën worden verder uitgewisseld
Een internationale kunsthandel die zal worden opgebouwd systemetisch kijken
naar wat er elders wordt geproduceerd
Het probleem van de reformatie: anders kijken naar beeld, geen beeldevotie meer,
de beeldenstorm
Verder werken naar de eigen traditie
, Rafael. De school van Athene, 1509–11. Fresco. Stanza della Segnatura, Apostolisch Paleis,
Rome.
Pausen zetten in op kunst, macht etaleren
Kunstenaren zoals Rafaël – kadert in de renaissance en kijkt naar de antieken
De filosofen van de antieke wereld en die kunnen niet ontbreken
Plato, Socrates en Aristoteles
Dergelijke werken zijn heel handig om belangrijke figuren voor te stellen en over te
brengen
Terug kijken naar de stijl van de antieken en zichzelf proberen overtreffen
Jheronimus Bosch. De Tuin der Lusten, ca. 1490–1510. Museo Nacional del Prado, Madrid.
In onze streken
Een triptiek waarin drie verschillende Tuinen worden afgebeeld
Typische onderwerpen met een boodschap aan de beschouwer
Een wirwar van menselijke figuren, simulacra, halfwezens, half mens half dier, …
Gebasseerd op prenten die op dat moment circuleerde
= zondigheid tonen
Leonardo da Vinci. Sint-Anna-te-drieën, ca. 1508–13 (detail; zie 1.70). Musée du Louvre,
Parijs.
Trekt naar Frankrijk en die verschillende zaken uit N& Z samenbrengen
Psychologische interactie tussen de personage
Kleurgebruik, rokigere laag (sfumato)
Michelangelo. David, 1501–04. Marmer. Galleria dell’Accademia, Florence.
Michelangelo. Stervende slaaf, 1513–16. Marmer. Musée du Louvre, Parijs.
Grootmeester van de renaissance
Vasari ziet hem als belangrijkste meester
Beste de stijl van de antieken evenaren
Wedergeboorte: seneriniteit, correcte houding, ratio, …
Ze blijven niet bij dat wat ze kennen: ze gaan verder experimenteren
Evolueren naar maniërisme: beweging, houding – meer integreren
Bijna standvastige David en een getormenteerde slaaf
Ook rethorica (lichamstaal) belangrijk
Michelangelo. De Schepping van Adam. Detail van de plafondschildering in de Sixtijnse Kapel,
1508–12. Apostolisch Paleis, Vaticaanstad.
Ook de schilderkunst
Heldere compositie maar een kiem van sterke emoties
Veel meer drama (het laatste oordeel)
Zichzelf steeds opnieuw uitvinden
Rafael. Graflegging, 1507. Galleria Borghese, Rome.
Rafael. Transfiguratie (onvoltooid), ca. 1520. Pinacoteca Vaticana, Rome.
Een vroeg werk: heldere compoitie, perspectief, sereniteit, serene menselijke
interactie