Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Vergelijkende Politiek KULeuven - 2022/2023 €7,39
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Vergelijkende Politiek KULeuven - 2022/2023

 9 vues  0 fois vendu

Samenvatting van het vak Vergelijkende Politiek gegeven aan de KULeuven. Deze samenvatting omvat zowel het handboek als de inhoud van de lessen. Ik behaalde met deze samenvatting een 15/20 in de eerste zit.

Aperçu 4 sur 90  pages

  • Oui
  • 6 décembre 2023
  • 90
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
avatar-seller
charlottemarien
Vergelijkende politiek
Deel 1. Vergelijkende Politiek als Discipline
Afbakening van politiek (14/02)
Afbakening van politiek
o Wat is politiek?
 Geen echte definitie
 Op basis van autoriteit, publieke beslissingen nemen, door
tegengestelde meningen met elkaar te verzoenen
 4 elementen
 Collectieve activiteit: publieke betrekking op een samenleving
 Verschillende meningen
 Verzoening: vereist communicatie
 Autoritatief: legitiem
 Politiek = die macht verwerven, behouden en uitoefenen
o Noodzaak aan politiek vloeit voort uit het collectieve karakter van het
menselijk samenleven
o Aristoteles: Mens is een politiek dier (politiek = noodzakelijk maar ook een
deugd)
o Politiek = de meest rationele weg om tot een gezamenlijke oplossing te
komen voor een gezamenlijk probleem
o Van puur conflict tot pure coöperatie

Specifieke vragen
o Welke beslissingen met welke invloed?
o Hoe worden beslissingen genomen? (conventioneel vs. Niet-conventioneel)
(Demo vs. Autor.)
o Wie neemt de beslissingen en door wie worden we beïnvloed?)

Afbakening van politiek: Bouwstenen
o Overheid: Instituties om collectieve beslissingen te nemen en uit te
voeren
o Governance: De activiteit, het proces en kwaliteit om collectieve
beslissingen te nemen
o Naties: Een gemeenschap en nationalisme (naties hebben recht op
zelfbeschikking)
o Autoriteit: Het recht om te regeren, gelinkt aan een positie (Weber 
tradit. charismatisch)
o Regering: Het hoogste niveau om de beslissingen te nemen
o Staten: politieke gemeenschap op 1 territorium onder 1 regering en
soevereiniteit
o Macht: De motor van de politiek
o Legitimiteit: systeem gebaseerd op autoriteit

Hoe is het politiek stelsel georganiseerd
o Monarchie = koningshuizen
o Republieken
o Zwitserland  binnen groep van 7 wordt elk jaar afgewisseld wie president
is  dan zowel voorzitter van regering als president van Zwitserland
o Subsidiariteit = op een zo laag mogelijk niveau beslissingen nemen
(gelinkt aan EU)
o Federaties = veel bevoegdheden doorgeven aan lagere niveaus
o Confederaties (vb. Benelux)
1

, o Semi-federale staat (vb. Spanje)
o Unitaire staat (vb. Corsica)
o Internationale instellingen (vb. NAVO  iedereen moet het eens zijn
met toetreding)
o VK heeft geen grondwet  alle autoriteit uit basic laws (Magna Carta
1215)  VK heeft 2 kamers (house of commons en house of lords)


Variantie in Europa
1. Staatshoofd
1. Monarchie vs. Presidentieel (Monarchie in Europa: NL, UK, BE, LUX,
SP, NO, DK, SW)
2. Politieke systeem
1. Parlementaire systemen vs. Presidentiële systemen
2. !! Opgepast !! Landen met een President:
 Presidentiële systemen: verkozen, staatshoofd =
regeringshoofd (US)
 Parlementaire systemen: aangesteld, ceremoniële positie (ITA,
DUI,…)
 Semi-Presidentiële systemen: president + regering gebaseerd
op meerderheid in parlement (FR, FIN, PT, IR, AT)
3. Parlementen
1. Eén Kamerstelsels (NO, DK, SW,LU)
2. Twee Kamerstelsels:
 Hoge Vergadering: rechtstreeks verkozen?
 Hoge Vergadering: delegaties van regionale of
subnationale entiteiten
o NL Eerste kamer: Provincies >< FR: Sénat: régions
o DU Bundesrat: Länder >< BE: Senaat:
gemeenschappen

4. Partij systemen
2 partij 2,5 partij Multipartij


5. Regeringsmeerdeheid
1 partij Multipartij

Minderheid ‘oversized’
(SW, NO, NL 2010, BE 2018) ‘gewone coalitie’ (IS 2020)


6. Electorale Systemen (kiesstelsel)
Meerderheidssystemen Gemengde Systemen Proportionele
systemen
(DU, N-Z, JP)


7. Staatsstructuur
Federale staten quasi-federale Gecentraliseerde
BE, DU SP + FR (Corsica) FR + UK (hoewel:
devolution)



2

,Discipline Vergelijkende politiek (14/02)
Subdisciplines politieke wetenschappen
o Politieke theorie (normatief)
o Internationale relaties (oorlog en vrede)
o Vergelijkende politiek (werking staat)
 Vanaf eind 19e eeuw als aparte discipline
 Empirisch
 In principe waarde-neutraal
 Focus op instituties, individuele/collectieve actoren, processen en
interacties binnen politieke systemen
 Onderwerp = machtsgerelateerd (vb. partijfinanciering)
 Onderverdeling is niet zo eenduidig (interdependentie? Stel covid zonder
interdependentie)
Types en tradities in Vergelijkende Politiek (14/02)
Founding fathers van Vergelijkende politiek
o Aristoteles
o Nicolo Machiavelli
 Negatief (hoe macht in voordeel gebruiken II principe 1515)
 Manieren om stadstaat de regeren
 Hoe op een efficiënte manier beleid maken
o Montesquieu (Charles Louis de Secondat)
 Trias politica
 L’esprit de lois
o Alexis de Tocqueville
 In opdracht van Franse staat democratie in VS bestuderen
 La democratie en Amerique 1835
o Ook bij andere klassieke denkers vind je elementen van Vergelijkende
Politiek terug
Soorten studies
o Eenlandenstudies (Substantie)
 Angelsaksische dominantie
 Country chapters
 Impliciete vergelijking
o Methodologisch
 Regels vastleggen, Methode, Logisch en statistisch
o Analytisch
 Combinatie
 Vergelijking welbepaalde systematiek

Wat wordt vergeleken? (14/02)
Evolutie door de tijd
o Twee revoluties
 Behavioral Revolution (1920-1966)  nieuwe institutionalisme
 Tweede wetenschappelijke revolutie (1989-…)
o Vier periodes:
 Ca. 1880-1920: grondleggers van vergelijkende politiek
 1921- ca. mid 1960: behavioral revolution
 1967-1988: post-behavioralisme
 1989-nu: Tweede wetenschappelijke revolutie
1. Voor WOI: eind 19e eeuw tot ca 1920
o Duitse school: Staatswissenschaft vs. Geisteswissenschaft

3

, o Analyse van staat en instituties
o Formele analyse (i.p.v. substantiële)
o Legalistisch: bronnen = wetteksten, constituties,…
o Geografisch: West-Europa en Noord-Amerika
2. Golden Age of Comparative Politics (1920-1966)  Behavioral
Revolution
o Charles Merriam (Chicago School): 1921: Oproep voor nieuw paradigma
o Reactie tegen formalisme en weinig wetenschappelijke benadering
voordien
o Behavioral revolution  Nieuwe realiteit observeren  nieuwe noden
 Communistisch blok, fascisme WOII, de-kolonisatie)
o Importeren invloeden uit sociale antropologie, sociologie, biologie
o Mobilisatie van de massa
 Welke rol voor belangengroepen, partijen,…
o Europa: dominantie Angelsaksisch meerderheidsstelsel in vraag
o Grote toename van aantal landen (de-kolonisatie)
o Uitbreiding geografisch en historisch
 Variëteit politieke systemen
 Grotere rol voor agenten dan instituties
 Nieuwe Methodologie
 Beschrijving van echt gedrag
 Veel gevallen
 Intrede statistiek
 Data collectie
 Nieuwe taal: Het systematisch functionalisme
o ‘Staat’ wordt ‘politiek systeem’ (functionele benadering)
 Bv. David Easton (1965)
 Output: daden en beslissingen
 Input: Vraag en steun
 Feedback van enorm belang
 Probleem: Verschillende partijen in tussenfase = zwarte doos
 Onduidelijk hoe relaties tussen verschillende partijen zich
verhouden
 Toepassing Behavioralisme : Functionele Systeembenadering
van David Easton (1965)
 Startvraag : Wat is politiek?
 Harold Lasswell (1936): Politiek is het nastreven van 8
waarden : welvaart,welzijn, respect, ‘macht’, deelname,
moraliteit, professionele vaardigheden, kennis ,affectie
 Elkeen : een eigen waardehiërarchie
 Politiek = gelegitimeerde toewijzing van de schaarse mi
ddelen.
 Hoe komt men tot een besluit?




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlottemarien. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,39
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté