H1 Inleiding
1. Kracht
Normale kracht → normaal functioneren van 3 elementen:
- Hoger motorneuron (centraal)
o Cellichamen in cerebrale cortex vnl in frontale kwab rostraal (anterieur) vd sulcus
centralis
- Lager motorneuron (perifeer)
o Cellichamen in motorische kernen vd craniale zenuwen in hersenstam en in
voorhoorn vh ruggenmerg
- Skeletspier
1.1. Hoger motorneuron
Motorische cortex = somatotopisch = motorische homunculus →
- Been: mediaal
- Spieren romp, arm en hoofd: lateraal
Deel centrale motorneuronen → axonen naar ruggenmerg = corticospinale baan of piramidebaan
Deel → axonen naar motorische kernen vd craniale zenuwen in hersenstam = corticobulbaire baan
Afdalende corticospinale vezels convergeren via corona
radiata naar achterste been capsula interna (tss thalamus
en globus pallidus) → via pedunculus cerebri (in
mesencefalon), pons en pyramis naar ruggenmerg.
Overgang verlengde merg naar ruggenmerg (decussatio
pyramidum): kruisen 85% vd corticospinale vezels
middellijn en dalen als tractus corticospinalis lateralis in
zijstreng ruggenmerg. Andere 15% ongekruist in
voorstreng vh ruggenmerg als tractus corticospinalis
anterior.
Corticobulbaire vezels dalen af door corona radiata en
capsula interna en kruisen in hersenstam naar hun
motorische kernen.
Corticospinaal systeem → motoriek contralaterale lichaamshelft
Corticobulbair deels bilateraal:
- Kauwspieren (n. V)
- Spieren bovenste helft gelaat (m frontalis en m orbicularis oculi; n. VII): fronsen en ogen
sluiten
- Farynx- en larynxspieren (n. IX en X)
Corticobulbair ook deels contralateraal:
- Spieren onderste helft gelaat (n. VII)
, - Tongspieren (n. XII)
1.2. Lager motorneuron
Axonen vd spinale motorneuronen via voorste wortel, plexus en perifere zenuw naar skeletspier
1.3. Spier
Elk motorneuron → meerdere spiervezels innerveren. Motorneuron + geïnnerveerde spiervezel =
motorische eenheid
- Spieren nauwkeurige bewegingen: kleine motorische eenheden (bv 5-10
spiervezels/motorneuron) bv oogspieren
- Been- of heupspieren: motorische eenheid groter → 100-1000/neuron
Synaps tss motorneuron en spiervezel = neuromusculaire junctie. Uit axonuiteinde: acetylcholine
vrijgezet → binden aan R vd postsynaptische spiervezelmembraan → depolarisatie →
eindplaatpotentiaal. Groot genoeg over drempel? AP → spiercontractie
1.4. Centrale vs perifere facialisparese
Stel centraal letsel
- Onderste gelaatshelft paretisch (contralateraal)
- Bovenste gelaatshelft blijft intact aangezien m
frontalis bilateraal bezenuwt wordt (rood
motorneuron)
Stel perifeer letsel
- Volledig ipsilateraal aangetast
o Banen zijn al gekruist
- Teken van Bell: wit vd oogbol wordt zichtbaar bij
vragen sluiten vd ogen
o Normaal gaat oogbol naar boven bij
sluiten ogen; hier sluiten niet mogelijk
→ wit wordt zichtbaar, pt niet van
bewust want wordt donker
2. Reflexen
2.1. Peesreflexen
= proprioceptief = spierrekkingsreflex = osteotendineuze reflex = uitgelokt door plotse uitrekking vd
spier
Slaan hamer → spierspoeltjes uitgerokken → afferente impuls via sensibele zenuwvezels naar
ruggenmerg → groepje lagere motorneuronen → spiercontractie = monosynaptisch (verloopt over
2 neuronen:
- Sensibel afferent neuron
- Motorisch efferent neuron)
Masseter reflex: gelinkt aan corticobulbaire baan <-> biceps, knie, achilles, triceps: corticospinaal
Afdalende banen uit cerebrale cortex → inhiberende invloed op de reflexen. Dus letsel daar?
Reflexen worden levendiger!
2
, 2.2. Exteroceptieve reflexen
Uitgelokt door tactiele stimulus op de huid (huidreflexen) of optische stimulus (pupilreflex). Is
polysynaptisch
Bv voetzool, buikhuidreflex, cremaster…
3. Klinische gevolgen van aantasting hoger of lager motorneuron of spier
3.1. Letsel hoger motorneuron
= piramidaal syndroom. Boven of onder decussatio? Afwijkingen in romp en ledematen
respectievelijk contralateraal of homolateraal tov letsel. Naast parese ook
- Hyperreflexie peesreflexen
o Reflexen worden levendiger
- Verandering huidreflexen
o Voetzool: teken van Babinski
o Buikhuid en cremaster verlaagd of ontbreken
- Hypertonie spastische type
o Toegenomen spiertonus: weerstand als je lidmaat passief beweegt is toegenomen
o Hypertonie niet even uitgesproken in agonisten en antagonisten
▪ Bv spastische arm door CVA: adductie schouder, flexie elleboog en vinger
• Je wil biceps uitrekken/arm strekken → veel R!
• Omgekeerde beweging: triceps uitrekken → nauwelijks R!
▪ Spastisch been vnl omgekeerd: strekkers hypertoon; circumductie
o Vnl in begin moeite met R, daarna makkelijker = knipmesfenomeen
o Tonus afh van snelheid passieve beweging: heel langzaam? Relatief weinig
hypertonie
3.2. Letsel lager motorneuron
Tekenen meestal binnen anatomische distributie van 1 of meer perifere zenuwen of wortels. Uitval
altijd ipsilateraal! Naast parese:
- Hypo- tot areflexie
- Hypotonie
- Spieratrofie: stoffen die LMN vrijzet die trofische invloed hebben, nu niet meer
- Fasciculaties: onvrijwillige contracties van groepen spiervezels zonder bewegingseffect op
lidmaat
o Voelbaar voor pt en zichtbaar indien aan de opp
o Nemen toe bij lichte percussie spier
o Bij aandoeningen vd motorische voorhoorn
3.3. Letsel vd spier
Parese meestal symmetrisch en proximaal; verder ook:
- Atrofie: vnl bij chronische spierziekten
- Peesreflexen normaal of verlaagd
4. Van normale kracht naar normale beweging: basale ganglia en cerebellum
Normale beweging:
- Normale kracht
3
, - Normale basale ganglia
- Normaal cerebellum
Letsels basale ganglia of cerebellum → geen verlies kracht, wel verlies normale beweging
4.1. Basale ganglia
4 grijze kernen:
- Striatum: nucleus caudatus en putamen
- Globus pallidus: internus en externus
- Substantia nigra: pars compacta en reticulata
- Nucleus subthalamicus
= extrapiramidaal systeem
Basale ganglia connectie met ipsilaterale cerebrale
cortex: ontvangen afferenten uit cortex →
efferenten via thalamus terug naar cortex =
modulatie piramidale systeem → normale
beweeglijkheid. Letsels? Altijd problemen in
contralaterale helft
Striatum = inputdeel. Globus pallidus internus en
pars reticulata = outputdeel. Tussen input en output
= directe verbinding (directe route) en indirecte (via
globus pallidus externus en nucleus subthalamicus).
Pars compacta: dopaminerge neuronen → projectie
naar striatum (nigrostriatale baan).
Functie:
- Faciliteren gewenste bewegingen
- Onderdrukken ongewenste bewegingen
Stoornissen? Ofwel tekort aan beweging (hypokinetisch) of te veel (hyperkinetisch) of combinatie
- Hypokinetisch = vnl bewegingsarmoede
o Vaak geassocieerde rigiditeit (hypertonie vh extrapiramidaal type)
▪ Even goed voelbaar bij trage passieve bewegingen
▪ Zelfde mate in agonist als antagonist
▪ Constant over hele traject
▪ Tandradfenomeen: je voelt kleine schokjes als je beweegt
- Hyperkinetisch: dyskinesieën (abnormale, onwillekeurige bewegingen)
o Tremor = oscillatorische, ritmische beweging
▪ Rusttremor: tremor in lichaamsdeel die op dat moment in rust is, tijdens
actie stopt dat
• Unilaterale vorm: sterk verdacht voor ziekte van Parkinson
• Altijd door dysfunctie basale ganglia (nigrostriatale baan)
▪ Actietremor
• Posturale tremor = houdingstremor, bij een bepaalde houding
• Kinetische tremor (oa intentietremor) = tijdens een beweging
waarvan amplitudo hevig toeneemt op einde
o Typisch letsel van cerebellum
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gnk567. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.