HOOFDSTUK 1: WAT BESTUDEERT DE
SOCIOLOGIE
SCHEMA
SOCIALE ALS MORELE KWALITEIT
Het sociale als morele kwaliteit en als sociale feit
Morele kwaliteit
- Een betrokkenheid op mens en / of solidariteit met gemeenschap
- Analyseren hoe morele kwaliteit vorm krijgt door socialisatieprocessen
Beschrijven of verklaren van hoe mensen, groepen, opleidingen en
werkveld deze morele kwaliteit benoemen, vorm geven en beoordelen
- Sociaal zijn
- Is niet studieobject van de sociologie- eerder ethiek- al kunnen morele kwaliteiten
sociologisch geanalyseerd worden
- Morele kwaliteit → je bent solidair, je bent empathisch, lief voor de medemens.
Naar mensen toe ( horizontaal)
Naar samenleving toe ( verticaal)
Egoïsme of altruïsme, kunnen niet worden gezien als onveranderlijke morele kwaliteiten.
Interactie, invloed tss mensen die bepalend is of hetzij egoïsme of altruïsme de basis vormt
voor moraal tussen mensen/ gemeenschap
NIVEAUS- HORIZONTAAL- VERTICAAL
Twee niveaus ( de waal)
- Horizontale niveau heeft betrekking op sociale relaties:
, Niveau van interactie
Eén op één moraal
Gebaseerd op besef dat eigen gedrag andere beïnvloedt
Gevolg:
morele kwaliteiten als empathie, caritas en humanitas
- Verticale niveau heeft betrekking op grotere gemeenschap:
Niveau van sociaal systeem
Zorg voor gemeenschap
Persoonlijke belangen → MAAR radicale stap
Gemeenschapszorg doel? → harmonie
Vb. sociale zekerheid / sociale bijstand
HET SOCIALE ALS STUDIEOBJECT- SOCIALE FEIT
Sociale als feit, kan ‘sociaal’ als morele kwaliteit worden geanalyseerd. Vanuit wat?
Horizontale pool of interactieve → sociaal handelen
Verticale pool of gemeenschap → systeem
Tussenruimte
Feitelijkheid → het gaat om netwerken, godsdiensten, politiek, armoede, … dat zijn
maatschappelijke contexten of sociale feiten. Sociologie gaat over feitelijkheid, het
sociologisch standpunt. Het sociale benaderen vanuit het actor perspectief, verzameling van
actoren die samen handelen, een betekenis geven aan bepaalde werkelijkheid, samen een
groep vormen en zo komt die sociale in het beeld
Circulaire causaliteit, mensen maken hun sociaal context en worden er tezelfdertijd bepaald.
Er is een wisselwerking tussen actoren en systemen. Circulaire causaliteit: oorzakelijk, dit is
er gebeurt en dit is de oorzaak. Bij sociale feiten kijken wat heeft die gedaan, maar je moet
ook kijken naar de wisselwerking. Om het sociale te vatten, moet je oog hebben voor drie
dingen:
- agencyperspectief
- sociaal systeem: structuur en cultuur perspectief
- tussenruimte of de wisselwerking tussen beide ( wat gebeurt er tussen actor en
systeem
- vb. je relatie, je gezin, je klas,… maak je jezelf ( in interacties met elkaar) maar wordt
ook bepaald door maatschappelijke standaarden, waarden en normen.
Vb. romantische liefdesrelatie of verstandshuwelijk, burgerlijke gezinsideaal
- Uitgangspunt Sociaal werk: oog hebben voor de werkelijkheid
Sociologen priofileren zich op basis van de Tweeledigheid- agency of structure
actorperspectief
- Analyse vanuit het sociaal handelen en van daaruit sociaal systemen af leiden
=sociale constructie
Bottem -up : actoren construeren hun sociaal systeem
- Maken het systeem
- Horizontaal niveau: sociaal handelen
- Kijken naar actoren in een systeem
, - Agency
- Waar legt max weber de nadruk?
Hoe vanuit handelen van actoren grotere sociale verbanden ontstaan
Systeem perspectief
- Analyse vanuit sociaal systeem om van daaruit sociaal handelen te verklaren
= sociale bepaaldheid
- Wat bij Emiel Durkheim?
Verklaart individueel gedrag vanuit soc. feiten, kenmerken van grotere SV
verbanden
- Kijken naar het systeem op zich zelf
- Vanuit het systeem het sociaal handelen bepalen
Top down
- Sociaal bepaaldheid/sociale beïnvloeding
- structuur
MAAR, soc. werkelijkheid is beide:
- We maken ons sociaal milieu en worden bepaald door deze soc. omgeving.
- Vb. we maken onze relatie, maar hoe we die maken wordt bepaald door de
verwachtingen, normen die gelden binnen de gemeenschap waarin we de relatie
maken.
- Sw hanteren deze dubbele kijk in het werken met gezinnen, groepen, werken,
buurten, netwerken, arbeidscontexten,…
WAT IS SOCIOLOGIE
Sociologie is de wetenschap die zich bezig houdt met het analyseren, beschrijven en
verklaren van:
Gedrag van en tss mensen voor zover dat beïnvloed wordt door het feit dat
zij in bepaalde verhoudingen tot elkaar staan en van
Daaruit voortgekomen- min of meer vaste- gedragspatronen, structuren en
bindende opvattingen in hun ontstaan, voorbestaan en veranderen
Argumenten bij het hanteren van de begrippen agency/sociaal handelen en structure/ sociaal
systeem
- Mens als startpunt van sociologische analyse, zonder circulaire te zien is onjuist.
Waarom?
Mens is zelf product van sociaal leven → geen neutraal startpunt
Begrip ‘ mens’ → geen stabiele grond van sociale, maar een creatieve en
veranderlijke verworvenheid van dat sociale .
Mens is geen ondeelbaar wezen, maar juist in tijd waarin systemen zo
functioneel gedifferentieerd zijn, is de mens deel van allerhande
maatschappelijke deelsystemen wordt hij of zij gereduceerd tot een deel
- Concept maatschappij als startpunt, zonder circulaire te zien, levert problemen
Begrip MS is containerbegrip, dat niet door empirische data kan worden
onderbouwd
,SOCIALE CONSTRUCTIE: HET ACTORPERSPECTIEF
→ interactie, inter-ageren van actoren
→ analyseren hoe mensen, en subsystemen in en door interactie in wederzijds beïnvloeding
met elkaar het sociale construeren.
sociaal handelen ( max weber)
- = gedrag dat zinvol betrokken is op anderen
- In interactie gaan met anderen vanuit betekenisvolle relatie
- Wanneer is handelen van mensen sociaal?
individu op basis van subjectieve betekenis die hij aan dat handelen
toekent, rekening houdt met gedrag van andere en daardoor wordt
beïnvloed
vb. tegen iemand aanlopen en je verontschuldigen
- sociaal handelen gericht op verleden, heden en toekomst
toekomst? → anticipatief sociaal handelen: handelen wordt bepaald door
anticiperen op toekomstige ontwikkelingen die je inbeeldt of toekomstige
reacties van andere
ILLUSTRATIE: MAX WEBER
→Founding father van de “sociology of action”
→Ging voor een verstehende of interpretatieve sociologie, focus op sociaal handelen van
leden van een gemeenschap
→ die protestantische ethik un der gesit des kapitalismus
- protestanten geloofden dat ze door hard werken en sober leven een plaatsje in de
hemel zouden krijgen ( predestinatieleer)
- uit hun samenhandelen groeide het kapitalisme als een economische systeem
dominant in Noord-West Europa
- of hoe de economische context ( structure) van het kapitalisme wordt geconstrueerd
door het samen-handelen van religieuze actoren ( maar andersom ook ascetische,
spaarzame, hardwerkende individuen voortbrengt
Max weber zag dat in de regio’s waar meer protestanten waren, dat er ook meer
kapitalistische economische systemen had. Dit vooral in het noorden. In het zuiden had je
vooral Rooms Katholieken, die andere systemen hadden. Weber zag een verband tussen
protestantisme en kapitalisme. Wat heeft dit te maken met actor- systeem perspectief?
Weber ontwikkelde een theorie dat het kapitalisme een soort economische instituut, in een
gemeenschap waar mensen hard werken, proberen winst te maken, investeren. Het wordt
gemaakt door mensen, vanuit actorperspectief. De cultuur van de protestanten, hun
eigenaardig gedrag en door met elkaar om te gaan, dit lag aan de basis van het kapitalisme.
Hoe ontstond het kapitalisme en wat heeft mensen het bezield om winst te maken en
kapitaal te accumuleren? Volgens weber ligt de oorzaak aan het godsdienstig fenomeen. Ze
wilden er zeker van zijn dat ze naar de hemel gaan en dat er plaats is in het hiernamaals.
Protestanten zeiden dat als ze hun kansen wouden vergroten in de hemel, dat ze hard
,moesten werken. Op die manier laten ze aan goed zien dat ze goed bezig zijn en wordt hun
kans op een plaats vergroot. -> het sociaal handelen van actoren.
TYPOLOGIE VAN SOCIAAL HANDELEN BIJ WEBER
Sociaal handelen, is het zinvol of betekenisvol betrokken zijn op anderen: dat afgestemd is
op de ander, het wordt er door beïnvloed.
1.affectief sociaal handelen
emotie onbewust en niet rationeel
uiting emotionele, passionele of instinctieve en ongecontroleerde reactie op
stimulus
manier van uiten? → gebonden aan regels, die verschillen volgens situatie
waarin men zich bevindt
plaats en tijdsgebonden
passioneel handelen kan verschillen van cultuur tot cultuur
vb. passionele moord, een dakloze geld geven puur uit compassie of uit
sympathie
2.traditioneel sociaal handelen
soc. handelen bepaald door gewoonte of traditie
onbewust handelen → zinvolheid ervan niet hoeft in te zien of er niet mee
akkoord hoeft te gaan
iets doen? → omdat het zo hoort of omdat je het zo hebt geleerd
tijds- en plaatsgebonden
vb. etiquetteregels, trouwen voor de kerk als niet praktiserende
3.waarderationeel sociaal handelen
vertegenwoordigt ethische, religieuze, esthetische of sociale waarde
niet resultaat, maar activiteit heeft voor persoon een betekenis
plaats en tijdsgebonden
vb. vanuit het principe gezelligheid, rechtvaardigheid, schoonheid
4.doelrationeel
bereiken van een opgesteld doel
doelen met elkaar vergelijken
vb. economisch bureaucratisch handelen
als sociaal werker?
- Doerationeel: methodisch werken/ handelen: met bepaalde middelen een doel
bereiken, proberen bereiken.
- Waarderationeel: vanuit rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit werken
ACTORANALYSE VAN HET SOCIALE ( WILLEM ISAAC THOMAS)
, Sociologische theorieën die vanuit actor/ agency perspectief tot stand kwamen.
Actoren doen aan sociaal handelen, oefenen invloed uit en worden ook beïnvloed door soc.
handelen van andere actoren
- INTERACTIE → wederzijdse beïnvloeding
- Actor niet alleen product van soc. beïnvloeding, maar construeren zelf ook realiteiten.
Via?
Interpretaties + betekenis
1)Thomas theorema
- If men define situations as real, they are real in there consequences
- Situatie definiëren, interpreteren gedrag van andere en die subjectieve betekenis is
bepalend voor het menselijk gedrag
- Definitie van de situatie-> sociaal constructieproces-> objectieve werkelijkheid/gedrag
- Kracht van het sociale: ‘ dat is zo’-> als iedereen tegen je zegt dat je sociaal en mooi
bent, dan ga je dat ook geloven en wordt dat ook zo.
- Deze stelling ligt aan de basis van self fulling prophecy
Gebruik maken van bestaande definities, categorieën met interpretaties. Geeft aanleiding tot:
- Stereotypen
andere wordt gezin als lid van een bepaalde categorie of groep en ook
gekenmerkt door bijhorende eigenschappen
= versimpeld, veralgemeend beeld van een groep / categorie mensen
Simpele beelden die nuttig zijn om de sociale werkelijkheid te ordenen en
te begrijpen
Vb. de Turk
- Vooroordelen
= aan stereotype beeld een waardering toevoegen
Verwijzen naar negatieve attitudes, die ook positief kunnen zijn
Vb. het is een knappe blonde, ze zal wel niet zo slim zijn
- Discriminatie
= niet gerechtvaardigd onderscheid maken, enkel en alleen op basis van
categorisering
Vb. de oude man beter geen rijbewijs geven
Sociale constructie in ‘ verschil in cultuur’ tss verschillende gezinnen/ families
- Manier waarop ze met elkaar interageren -> gezinsstructuur creëren
Gesloten gezin
Gezinsgrens minder doorlaatbaar
Uitgenodigd om te komen
Extreme geval -> onderlinge verstrengeling van gezinsleden
= kluwengezin
Open gezin
Doorlaatbare afgrenzing van buitenwereld
Deur staat open -> komen en gaan van gasten die informeel
ontvangen worden