Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Organisatiesociologie €7,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Organisatiesociologie

 25 vues  1 fois vendu

Lesnotities uit de hoorcolleges Organisatiesociologie. Onderwerpen: Wat is een organisatie, wat is organisatiesociologie?; Missie, strategie en effectiviteit; Kritiek op de rationele organisatie; Externe omgeving en organisatieontwerp; Arbeidsdeling; Globalisering (met gastcollege); De bureaucratie...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 100  pages

  • 3 janvier 2024
  • 100
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
GoossensY
Organisatiesociologie - Prof. Dr. Monique Ramioul (2022-2023)

Wat is een organisatie, wat is organisatiesociologie?
Waarom organisatiesociologie?
 Van wieg tot graf zijn er organisaties; onzichtbaar, maar overal aanwezig = de organisatiemaatschappij.
 Ons leven wordt bepaald door organisaties; onze opvoeding, onderwijs, vrije tijd (scouts, chiro, sportclub),
arbeidsmarkt (je zal werken in een organisatie), huisvuil wordt opgehaald en verwerkt door een organisatie, …
o Organisaties structureren dit, met een doel. Heel ons leven is georganiseerd, gestructureerd.
o => ! Organisaties zijn de centrale actoren in de samenleving, niet de mensen, maar de
organisaties. In de moderne maatschappij bepalen organisaties onze samenleving.

 Voor alle functies en maatschappelijke domeinen
 Steeds meer en groter
 Een enorme diversiteit rondom ons
 In constante beweging, veel verandering van en in organisaties. Dit komt door…:
o Globalisering: constant in verandering, maar moeilijk terug te draaien. Afhankelijk van relaties in het
buitenland BV - Gasprijzen – Rusland
o Digitalisering: ontwikkelt zo snel, dat de echte impact op organisaties vaak achterloopt – het creëert
dat veranderingen in praktijk trager gaat, dan verwacht. Slechts 40% van de beroepen kan via
telewerk in ons land worden uitgevoerd, volgens onderzoek.
o Tijd- en plaatsonafhankelijk werken: thuiswerk heeft een enorme groei gekend tijdens de pandemie,
dit wordt nu teruggedraaid door o.a. de energiecrisis
o E-commerce: op een afstand worden zaken in een paar klikken besteld, winkelpanden worden
uitgedund
o ‘Deel’-economie: ruimer aspect, van nieuwe soorten organisaties – autodelen, crowd funding, … -
mensen met ideeën richten constant nieuwe organisaties op, met nieuwe ontwikkelingen die soms
aanslaan en soms niet
o Duurzaamheid en Corporate Social Responsibility
*Omwille van hun schaal en complexiteit, veranderen organisaties traag.

Organisatiesociologie: wat is een organisatie? + “Organisations as hamburgers”
Definitie:

Organisaties zijn door mensen opgericht: sociale systemen die bewust ontworpen en constant herontworpen
worden: gericht op een doel. Als systemen van bewust gestructureerde en gecoördineerde activiteiten en
verbonden met de externe omgeving.

*De organisaties waarnaar wij kijken zijn door mensen opgericht, iemand met een goed idee. Per definitie een sociaal systeem,
bewust ontworpen (“Ik heb een goed idee”) en constant herontworpen (door allerlei veranderingen in de externe omgeving –
economie, crisis, globalisering), met het doel om iets te bereiken. Structuur en coördinatie: maken organisaties wat ze zijn!

Het uitwerken van de 4 basisdimensies van de definitie:

1. Sociale systemen

Een sociaal systeem is een veelheid van individuen die met elkaar in interactie staan om essentiële activiteiten uit
te voeren die nodig zijn om doelen te bereiken; daarbij onderscheiden zij zich van de omgeving. Begrensd via
lidmaatschap!

 Zonder mensen, geen organisatie: Members are necessary if organizations are to exist and to act at all.
 Het woord ‘systeem’ duidt op een continuïteit – een systeem is meer dan een hoop ongestructureerde mensen,
het gaat om individuen die met elkaar in interactie gaan om essentiële activiteiten uit te voeren en om zo doelen

1

,te bereiken. Mensen die interageren met elkaar hebben een bepaald gemeenschappelijk doel en het is duidelijk
waar de grens ligt, bij het lidmaatschap – het gaat verder dan bijvoorbeeld alleen lidgeld betalen; het idee van
lidmaatschap, ‘hoe zijn organisaties begrensd’, het wordt begrensd door lidmaatschap; het is ingewikkeld
geworden – je hebt mensen met interimcontracten, tijdelijke contracten… essentieel is natuurlijk dat je een
grenscriterium stelt – een criterium om te bepalen “wie zit erin en wie niet” – bij organisaties waarnaar wij gaan
kijken  arbeidscontracten. Waar mensen in ruil voor een loon, werk verrichten.

In organisaties heerst een grote heterogeniteit van leden, afhankelijk van:

 Functie/rol
 Hiërarchie en bevoegdheden
 Expertise
 Contracten: grensvervaging!

 Er zijn veel verschillende leden binnen organisaties, daar is een grote heterogeniteit te vinden. BV - in een
restaurant heb je kelners, koks, de eigenaar, flexi-jobbers, studenten, … - desondanks er aan 1 gemeenschappelijk
doel wordt gewerkt, belet dat niet dat er een grote heterogeniteit aan leden is.
 De meeste organisaties hebben ook hiërarchie – hoe groter, hoe meer hiërarchie.
 Intern zijn organisaties dus sterk heterogeen. Heterogeniteit hangt ook van expertise; je hebt salespersoneel,
maar ook ingenieurs, … - breng ze maar eens op één lijn, voor een gemeenschappelijk doel. Dit maakt dat ze vaak
chaotisch zijn.
 Contracten: toename van soorten contracten waarmee organisaties kunnen werken. Het zegt iets hoe
organisaties moeten omgaan met hun omgeving; de juiste mensen aantrekken voor de gepaste job.

Voetnoot: ook een gezin, kerk, protestbewegingen, sportverenigingen, … zijn organisaties.


2. Doelgericht

 Zonder doel, heb je geen organisatie - een organisatie is opgericht met een bepaald doel.
 Heterogeniteit van doelen: er zijn veel verschillende doelen; kan leiden tot conflict, want ze stroken niet
allemaal met elkaar.
BV - een gemeentebestuur (armoede bestrijden, een woonbeleid voeren, duurzaam worden, verkeersmobiliteit garanderen 
armoede VS een begroting in evenwicht
 Richtlijn voor gedrag en beslissingen: finaal duwen ze de neuzen in dezelfde richting – als het doel helder is, is
het ook makkelijker om beslissingen te nemen en gedrag te sturen.
Wat is onze missie, waar willen we naartoe werken? : hierin moet een overeenstemming zijn – een doel stellen en
de opvolging ervan is van belang.
 Basis voor evaluatie en controle op prestaties: evaluatie is onlosmakend verbonden met een doel. Doelen
kunnen verschuiven wanneer ze zijn bereikt, maar hiervoor moet je ze evalueren – en ook hierin zullen verschillen
zijn
BV - HRM zal het misschien niet eens zijn met het bereikte doel, en stelt een ander belang voorop – welke prestaties evalueren




- Organiseren is functionaliseren en coördineren
- Organiseren is overleven




ze nu precies? De winst, het welzijn, … het is geen uitgemaakte zaak.


2

, Organizing transformation processes: transformatieproces kan vannalles zijn; activiteit, dienst, product
- BV - Productiebedrijf waar e-bikes gemaakt worden – materiële productie moet worden georganiseerd – input >
transformatie > output
- BV- kleuters starten in de kleuterklas, transformeren om te kunnen functioneren in het eerste leerjaar – dit moet
gestructureerd worden, het transformatieproces
 Strategie: nodig om een transformatie te bekomen, en om activiteiten te structureren en coördineren in
functie van een doel. Activiteiten moeten zinvol zijn, in het kader van het doel dat een organisatie stelt.
 Turbulente omgeving: constant veranderende omgeving, waarbinnen organisaties zinvol moeten bezig zijn en
activiteiten zinvol moeten organiseren om te overleven!

3. Functionaliseren en coördineren

“Ontworpen als systemen van bewust gestructureerde en gecoördineerde activiteiten”

 Functionalisatie
 Coördinatie  transformatieproces
 Rationele finalisatie in functie van het doel  organisatiestructuur

 Spontane context: met vrienden naar de film gaan: taken worden verdeeld maar moeten ook worden gecoördineerd (wie
reserveert tickets, wie helpt mee koken, …) – wie doet wat en hoe coördineren we dit?
 organisatiecontext: Bij organisaties is dit niet anders… echter moet dit binnen organisaties wel met
systematiek/onveranderlijkheid worden afgesproken: Alleen bij organisaties gebeurt dit: bewust gestructureerd en
gecoördineerd. Het doel is er om te blijven bestaan, te overleven en dit op een zinvolle manier. Reflexief en
expliciet omgaan met die structuren en coördinatie om complexiteit waarin organisatie zich beweegt op te vangen.

- Organisaties zijn stabiele entiteiten, systemen die je niet zo snel verandert en opgeeft- te maken met die
functionalisatie en coördinatie

Voorbeeld woonzorgcentrum:

Transformatieproces: verzorging, verpleging,
kiné/ergotherapeut, sociale dienst (financiële zijde, wat
als er iets gebeurt, afstemmen met familie),
administratie, keuken (gezonde voeding), poetsen,
logistiek, nachtverpleging, animatie, … - veel functies
die nodig zijn in het transformatieproces van een
woonzorgcentrum, waar het doel is om mensen een
mooie oude dag te bezorgen. In grote organisaties, met
complexe transformatieprocessen, zijn er experten
nodig die een aantal fucnties kunnen opnemen in het transformatieproces: taken opsplitsen en geven aan
experten, er moet ook gecoördineerd worden! Alle activiteiten moeten zorgvuldig op elkaar worden afgestemd.

Cyclustijden: operaties worden zo opgesplitst dat het werk nooit stilvalt – bijvoorbeeld bij bandwerk



Het transformatieproces:




3

, Operationele aspect: welke activiteiten zijn nodig?  van zand tot klant
Coördinatie: Hoe zit de hiërarchie? Hoe wordt hier beslist?  ook hier is structuur en coördinatie nodig om je doel
te bereiken

 Formele VS informele organisatie
 Organisatie = chaos

 Bij coördinatie wordt een onderscheid gemaakt, tussen formeel (wat op papier staat) en wat er feitelijk gebeurt,
informeel.
 In de praktijk loopt het anders, dat is eigen aan elke organisatie.
BV - veiligheidsgedrag – reglementering beschermingsmiddelen in de bouw: dit is verplicht, maar wordt vaak niet gedragen
(helmen worden weggelaten, handschoenen worden niet gedragen) – dat heeft te maken met culturele aspecten
(machogedrag) en technische aspecten (krijgen niet voldoende tijd om zich te equiperen).

4. Een open systeem

Een systeem is een serie van onderling verbonden elementen die haar input uit de omgeving krijgt, deze
transformeert, en de output terugstuurt naar de externe omgeving.

Input > transformatie > output

 De grens met de externe omgeving is de realiteit.



Types van organisaties:
 Utilitaire: leden worden ‘betaald’ voor hun inzet (loon, student met een diploma)
 Normatieve: sterke nadruk op gemeenschappelijke (hogere) doelen en gemeenschapszin – denk aan een
sociale beweging, een kerk bijvoorbeeld
 Dwingende organisaties: je kiest meestal niet voor lidmaatschap en beslist niet zelf om er uit te stappen;
sterk gestructureerd – denk aan een gevangenis, een woonzorgcentrum, een psychiaterische afdeling, het
leger (je mag vrijwillig deelnemen, maar je moet discharged worden om het te verlaten), …

 Productorganisaties – dienstorganisaties. - We leven in een diensteconomie.
 Profit- non/social profit
 Levenscyclus van organisaties: in hoe oud een organisaties zijn, kan je verschillen vinden in het doel van
een organisatie, een structuur, cultuur, … BV - een start-up of KBC

Organizations and bureaucratization (video, slide 15, samenvatting hieronder):

Hoewel we het ons misschien niet realiseren spelen organisaties en bureaucratieën een steeds grotere rol in ons
leven. Wanneer sociale wetenschappers het hebben over organisaties, hebben zij het over instellingen die zijn
ontworpen voor een specifiek doel. Ze hebben een collectief doel en ze zijn vaak opgezet om maximale efficiëntie
te (proberen) bereiken.
BV - de Amerikaanse postdienst bezorgt post, McDonald's geeft ons fastfood, hetzelfde fastfood waar we ook
naartoe reizen, ...

"Bureaucratization" wordt gebruikt om het proces te beschrijven waarbij een organisatie steeds meer beheerst
wordt door wetgeving en beleid.
BV – customer service: vroeger - gewoon werd doorverbonden met één persoon, als ik de klantenservice belde, –
nu: heb ik de ervaring, en jij misschien ook, dat ik door 12 verschillende menu-opties word geleid voordat ik vind
wat ik nodig heb, of dat ik van persoon naar persoon word doorgegeven terwijl ze proberen uit te zoeken wie je
kan helpen met je probleem.


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur GoossensY. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté