Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Het Beleid van de Europese Unie, Hoofdstuk 1 t/m 4 6 t/m 8 €4,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Het Beleid van de Europese Unie, Hoofdstuk 1 t/m 4 6 t/m 8

1 vérifier
 169 vues  10 fois vendu

Samenvatting van het vak Het Beleid van de Europese Unie, dat wordt gegeven in de 3e Bachelor van de studie Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Gent. De samenvatting omvat bijna het gehele handboek De Impact van de Europese Unie, geschreven door professor Hendrik Vos. Echter, het (korte) vi...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 64  pages

  • Non
  • H1 t/m h4 h6 t/m h8
  • 7 août 2018
  • 64
  • 2017/2018
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (4)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: hannelisabeth • 3 année de cela

avatar-seller
RenzoNieland
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: Het Landbouwbeleid 2
1. Algemene Situering 2
2. Historische Evolutie 4
3. Politieke Strijd 9
4. Uitdagingen voor Morgen 11

Hoofdstuk 2: Het Interne Marktbeleid 12
1. Algemene Situering 12
2. Historische Evolutie 14
3. Politieke Strijd 19
4. Uitdagingen voor Morgen 20

Hoofdstuk 3: Het Milieubeleid 21
1. Algemene Situering 21
2. Historische Evolutie 22
3. Politieke Strijd 27
4. Uitdagingen voor Morgen 29

Hoofdstuk 4: Het Sociaal Beleid 30
1. Algemene Situering 30
2. Historische Evolutie 31
3. Politieke Strijd 37
4. Uitdagingen voor Morgen 38

Hoofdstuk 5: Het Cultuurbeleid 39
1. Algemene Situering 39
2. Historische Evolutie 40
3. Politieke Strijd 41
4. Uitdagingen voor Morgen 42

Hoofdstuk 6: Het Uitbreidings- en Nabuurschapsbeleid 43
1. Algemene Situering 43
2. Historische Evolutie 45
3. Politieke Strijd 47
4. Uitdagingen voor Morgen 48

Hoofdstuk 7: Het Extern Economisch Beleid 49
1. Algemene Situering 49
2. Historische Evolutie 50
3. Politieke Strijd 54
4. Uitdagingen voor Morgen 55

Hoofdstuk 8: Het Gemeenschappelijk Buitenlands/Veiligheidsbeleid 56
1. Algemene Situering 56
2. Historische Evolutie 57
3. Politieke Strijd 61

, 2.

4. Uitdagingen voor Morgen 62
Hoofdstuk 1: Het Landbouwbeleid

1. Algemene Situering

- Interne dimensie
o Harde Wetgeving
 Bescherming van traditionele specialiteiten en oorsprongsbenamingen,
om misbruik en namaak te voorkomen
 Regels omtrent milieu en dierenwelzijn
 < belastingen en fiscale voordelen zijn niet mogelijk op EU-niveau;
enkel lidstaten kunnen hier gebruik van maken
o Softe wetgeving
 Etikettering van biologische producten; zo tracht men op indirecte
manier bedrijven te stimuleren om biologisch te produceren
 Dit label wordt steeds strikter beschermd; men mag het enkel op de
eigen producten plaatsen indien het daadwerkelijk voldoet aan bepaalde
normen
o Open coördinatie (zie H.4)
 Europese doelstellingen en verplichte rapportering, zonder
sanctiemechanismen voor lidstaten
 Door het publiceren van deze vergelijkende rapporten hoopt men
lidstaten aan te zetten tot het halen van de normen
o Subsidie
 Inkomenssteun aan boeren en landbouwbedrijven
 De EU waarborgt een groot deel van het inkomen van Europese boeren
 < dit beleid is in de loop der jaren sterk aangepast, onder druk van de
internationale gemeenschap (zie onder)

- Externe dimensie
o Douanerechten
 Op ingevoerde landbouwproducten dient een invoerheffing te worden
betaald
 Daarnaast bestaan er nog een aantal kwaliteitseisen voor ingevoerde
producten
 < hiervoor bestaan vele uitzonderingen (zie onder)
 < bovendien zijn deze heffingen in de loop der jaren sterk verlaagd,
onder druk van de WTO (zie onder)
o Exportsubsidies
 Hiermee konden landbouwers hun producten verkopen op de
wereldmarkt onder de wereldprijs
 < deze zijn intussen helemaal afgeschaft (zie onder)

, 3.



 Deze maatregelen worden vastgelegd in gemeenschappelijke
marktordeningen
 Elk type landbouwproduct (graan, zuivel, suiker, rijst, bananen) valt
onder een andere marktordening
 Hoewel er verschillen bestaan tussen deze marktordeningen, zijn er een
aantal gemeenschappelijke tendensen waar te nemen
 Daarnaast is de ene marktordening gemakkelijker te hervormen dan de
andere



- Dit domein is altijd controversieel geweest:
o Milieuvervuiling
 Dit aspect kwam steeds meer op de agenda
o Overproductie:
 Deze overschotten werden opgekocht en/of vernietigd
o Dumping:
 Overschotten werden gedumpt op de markt in ontwikkelingslanden,
waar landbouwers werden weggeconcurreerd
 Wanneer deze dumping stopte, ontstond er hongersnood en een
vluchtelingenstroom
 < vrijhandel is dus niet per se heilzaam voor deze landen
o Voedselkwaliteit:
 Uitbraak van ziektes onder het vee

, 4.




2. Historische Evolutie

- Doelstellingen (Verdrag van Rome, 1957)
o 1: productiviteit verhogen
 Technische vooruitgang, rationele ontwikkeling van productie en
optimaal gebruik van productiefactoren bevorderen
o 2: redelijke levensstandaard voor landbouwers
o 3: stabiliseren van de markt
 Landbouwoogst fluctueert met natuurlijke omstandigheden, zoals het
weer
o 4: gegarandeerde voedselvoorziening
 Door schaarste in WOI en WOII ontstond het idee dat Europa
autarkisch moest worden qua voedsel
o 5: redelijke prijzen voor de consument
 < dit kan in botsing komen met doelstelling 2

 Deze doelstellingen zijn nooit gesneuveld in verdragswijzigingen en
bovendien allemaal gerealiseerd
 De context is ondertussen veranderd: productiviteit is eigenlijk te hoog
 Het landbouwbeleid is in zekere zin aan zijn eigen succes ten onder
gegaan



- Basisprincipes (Conferentie van Stresa, 1958)
o 1: Europese markt van landbouwproducten
 Complete vrijhandel; alle intra-Europese barrières moesten worden
opgeheven
 In gemeenschappelijke marktordeningen zouden richtprijzen worden
vastgelegd
o 2: protectionisme tegenover de instabiele wereldmarkt
 Importheffingen
 Hiermee werd de wereldmarktprijs boven de interventieprijs
gestuwd, om zo Europese landbouwers te beschermen
 Met een aantal ontwikkelingslanden (ACP, MOL) werd een
exclusieve toegang tot de Europese markt afgesproken
(Everything but Arms-agreements)

, 5.

 < hier bestonden echter overgangsmaatregelen voor, te weten voor
suiker, bananen en rijst; uit angst voor concurrentie uit deze
landen (deze zijn inmiddels uitgedoofd)
 Exportsubsidies
 Hiermee konden Europese landbouwers hun producten aanbieden
op de wereldmarkt onder de wereldmarktprijs
 < dit werkte zeer handelsverstorend, met name in
ontwikkelingslanden; dit kwam ook het meest onder vuur te liggen
 > de meeste exportsubsidies zijn inmiddels afgeschaft

o 3: financiële solidariteit tussen de lidstaten om 2 te realiseren
 Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw
(EOGFL)
 Oriëntatie: subsidies voor wetenschappelijk onderzoek naar
innovatieve landbouwtechnieken
 Garantie: interventieprijzen en exportsubsidies
 < de facto betekende dit ruwweg dat Duitsland betaalt en Frankrijk
ontvangt
 Nieuwe, mediterrane lidstaten eisten ook een deel van dit budget
op; dit leidde tot discussie, doordat landbouw het grootste deel
uitmaakt van het EU-budget
 Principe van Garantie:
 Wanneer de marktprijs te sterk daalt, worden
productieoverschotten opgekocht tegen een vastgelegde
interventieprijs
 Voor elke groep producten (graan, suiker, zuivel) worden aparte
interventieprijzen vastgelegd
 < hierdoor werden landbouwers afgeschermd van marktincentives


- Het begin van de discussies in de jaren ’70
o Overproductie
 Doordat de subsidies waren gekoppeld aan de omvang van de productie
werden landbouwers gestimuleerd om zoveel mogelijk te produceren,
waardoor het aanbod hoger lag dan de vraag
 Men trachtte aanvankelijk om deze weg te werken via
reclamecampagnes, maar deze hadden weinig effect
o Hervorming (1984)
 Productiequota: landbouwers mochten een maximum hoeveelheid
gewassen produceren > zodoende hoefde men de interventieprijzen niet
te verlagen
 Na een tweede hervorming werden de interventieprijzen van sommige
gewassen automatisch verlaagd zodra een bepaalde productie-
hoeveelheid werd overschreden


- De MacSharry-hervorming (1992)

, 6.


o Uruguayronde over GATT (1986-1994)
 Onderhandelingen over het afbouwen van tarifaire beperkingen
 De EU zat hierin in het defensief; men bepleitte weliswaar vrijhandel
voor industriegoederen en diensten…
 …maar daar moest een liberalisering van de handel in
landbouwgoederen tegenover staan
 Competitieve landbouwlanden, verenigd in de CAIRNS-groep (o.a.
Argentinië, Australië, Thailand, Nieuw-Zeeland), drongen aan op de
afschaffing van invoerheffingen en exportsubsidies


o MacSharry-hervorming als reactie op deze druk
 Ontkoppeling van productie en steun (decoupling); landbouwers
zouden voortaan directe inkomenssteun ontvangen, onafhankelijk van
de productieomvang
 Tegelijkertijd werd deze inkomenssteun gekoppeld aan eisen omtrent
het milieu (conditionaliteit), als compensatie voor de kosten die
gemaakt moeten worden om milieuvriendelijker te produceren
 Steun voor grote landbouwbedrijven zou worden afgebouwd (capping),
ten gunste van steun aan kleinere landbouwers
 > met deze hervorming kon de Uruguayronde succesvol worden
afgerond
o MacSharry-hervorming deelde de subsidies in drie categorieën:
 Amber box:
 Meest handelsverstorende subsidies (prijsondersteuning +
exportsubsidies)
 Deze zouden op termijn effectief moeten verdwijnen
 Green box:
 Subsidies die effectief werden losgekoppeld van de productie
(subsidies voor duurzame landbouw en wetenschappelijk
onderzoek)
 Deze zouden mogen blijven bestaan
 Blue box:
 Subsidies die pasten in programma’s gericht op het geleidelijk
afbouwen van de productie (directe inkomenssteun)
 Deze mochten voorlopig blijven bestaan
o Politiek conflict
 Duitsland (Kohl) was voor en trok Frankrijk (Mitterrand) over de streep
 Kohl hoopte namelijk dat de Duitse industriële en dienstverlenende
sectoren zouden profiteren van toenemende vrijhandel
 Mitterrand zag bovendien wel voordelen voor de Franse landbouw in
de hervorming
 < voorstel tot capping werd onder druk van de landbouwlobby, waarin
de grote spelers oververtegenwoordigd waren, geschrapt door de Raad
van Ministers

, 7.

 < de hoogte van de inkomenssteun werd bovendien gekoppeld aan
grondoppervlakte en “historische opbrengsten”; hierdoor bleef er een
incentive bestaan tot overproductie

 Deze hervorming vormde de basis voor het huidige landbouwbeleid, al
werd de concrete uitvoering jarenlang gesaboteerd en waren de resultaten
wisselend per landbouwproduct




- De druk tot hervorming houdt aan
o Internationale druk
 Men verwachtte verdere maatregelen door de EU wat betreft het
afbouwen van handelsverstorende subsidies
o Kritiek binnen de EU
 Toenemende roep om het landbouwbeleid “multifunctioneel” te maken,
door milieu- en natuurbescherming meer centraal te stellen
 Meer aandacht voor voedselveiligheid, na een reeks uitbraken van
ziektes onder het vee
 Roep om het beleid socialer te maken, door kleinere landbouwers meer
te laten profiteren van de subsidies
o Uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa
 Door de grote landbouwsectoren in deze landen vreesde men voor een
flinke verhoging van de subsidies
 Deze vrees werd geen bewaarheid, doordat de meeste landbouwers in
deze landen vrij kleinschalig zijn
o Afnemend belang van de landbouwsector
 Dienstverlenende sectoren werden steeds dominanter; deze sector heeft
belang bij vrijhandel
 Sommigen van deze sectoren (supermarkten, voedselverwerkende
industrie) hebben belangen tegengesteld aan die van de landbouwers,
namelijk lagere prijzen



- Verder op de ingeslagen weg
o Agenda 2000 (1999)
 MacSharry-hervorming werd voortgezet; interventieprijzen vervangen
door directe inkomenssteun
 Inkomenssteun werd deels afhankelijk gemaakt van eisen omtrent
milieu en landschapsbeleid (cross-compliance)

, 8.

 Extra subsidies voor milieugerelateerde maatregelen en
plattelandsontwikkeling, ten koste van het budget voor
prijsondersteuning (modulation)
 < veel beleidsvrijheid bij lidstaten om deze maatregelen te
implementeren
 < het budget voor plattelandsontwikkeling bleef minimaal (10% van
het totaal)
o Herziening van het budget omwille van uitbreiding:
 Enerzijds: het budget werd voorlopig niet substantieel verlaagd
 Anderzijds: nieuwe lidstaten zouden tijdelijk minder subsidie
ontvangen
 < hiermee was de discussie rond het landbouwbudget niet uit de wereld
o Doharonde (2001)
 In deze nieuwe onderhandelingen over vrijhandel lag de blue box onder
vuur
 Hierop presenteerde de Commissie een nieuw hervormingsvoorstel

o Nieuwe hervorming (2002)
 De visie van de voorgaande hervormingen werd voortgezet:
decoupling, conditionaliteit, capping, modulation, cross-compliance
 < onder druk van met name Frankrijk werd ook deze hervorming
afgezwakt
o Hervorming van EOGFL (2007)
 Dit werd opgesplitst in twee fondsen: ELGF (rechtstreekse
inkomenssteun) + ELFPO (plattelandsontwikkeling)
 ELFPO zou in omvang toenemen t.o.v. ELGF
 > inmiddels werd ook de prijsondersteuning in de meest gevoelige
sectoren hervormd, door de toenemende druk van politici en lobbyisten
(van de dienstensector)
o “Health Check” (2009)
 Wederom werd de reeds ingeslagen weg voortgezet

 Er zit duidelijk een geleidelijke evolutie in het beleid
 Bij elke onderhandeling over de meerjarenbegroting wakkeren de
discussies weer aan
 Hierdoor kan men elke ± zeven jaar een stap in de nieuwe richting
zetten



- Stand van zaken
o Meerjarenbegroting 2014-2020
 Het landbouwbudget zou voor de eerste keer dalen, onder druk van een
aantal nettobetalers
 75% van het budget naar ELGF, 25% naar ELFPO
 Meer beleidsruimte voor lidstaten

, 9.


o Meer marktgeoriënteerd landbouwbeleid
 Steun vanuit ELGF is vooral grondgebonden i.p.v. productiegebonden
 Klassieke marktinterventie wordt enkel nog ingezet als een soortement
“veiligheidsnet”
 Quota werden afgeschaft, ook in gevoelige domeinen, om zo
landbouwers toe te laten om hun aanbod te laten aansluiten op de
toenemende vraag
 < risico bestaat dat er opnieuw overproductie zal ontstaan




3. Politieke Strijd
- Bronnen van conflict:
o Er bestaan vele strijdpunten wat betreft landbouw
 Milieu, voedselveiligheid, vrijhandel, sociale dimensie
o Verdeeldheid binnen de landbouwlobby
 Grote vs. kleine bedrijven, landbouwers vs. supermarkten +
voedselverwerkers, noordelijke vs. zuidelijke lidstaten
o Conflict tussen de lidstaten
 Nettobetalers vs. netto-ontvangers, landbouwlanden vs.
industrie/dienstenlanden
 Frankrijk stelt zich over het algemeen het meest conservatief op,
gesteund door andere zuidelijke lidstaten
o Hervorming van het beleid gaat zeer geleidelijk
 Wanneer een beleid eenmaal op een bepaalde manier is georganiseerd,
is het lastig om dit een andere richting op te sturen
 Dit doordat een aantal machtige actoren belang hebben bij het
bestaande beleid

- Obstakels voor hervorming:
o Legestoelpolitiek
 In de jaren ’60 was er met veel moeite een compromis bereikt tussen
Frankrijk en de andere lidstaten over de vormgeving van het beleid
 Hervorming van dit beleid was daarom zeer lastig
o Beperkte rol van het Europees Parlement
 Europees Parlement had tot 2009 enkel adviesrecht inzake landbouw

, 10.


o Band tussen Raad van Ministers en de landbouwsector
 Raad van Ministers (Landbouw) was de agrarische sector goed gezind
en kon zodoende consensus bereiken, ondanks botsende politieke
belangen
 Landbouwministers waren namelijk vaak afkomstig uit de
landbouwsector, waardoor zij een gedeeld belang hadden: het
beschermen van de landbouwsector
 Ook in andere samenstellingen van de Raad (bijv. Milieu) bestaat er
zo’n affiniteit tussen collegaministers
 Politiek conflict bestond vooral binnen nationale regeringen, tussen
landbouwministers enerzijds en overige ministers anderzijds
o Rol van lobbyisten
 De Europese landbouwlobby (COPA, COGECA) had veel invloed,
doordat zij beschikte over vitale expertise m.b.t. de interventieprijzen
 Het duurde lange tijd voordat “tegenlobby’s” zich voldoende hadden
georganiseerd en verdiept in de materie om een tegenwicht te bieden
voor de landbouwlobby
 De “verticale” wijze van besluitvorming werkte dit in de hand;
milieuorganisaties worden enkel betrokken bij het milieubeleid, sociale
partners bij het sociaal beleid en landbouworganisaties bij het
landbouwbeleid
 Hervorming van het beleid brengt voor landbouwers vrij specifieke en
directe kosten met zich mee, terwijl de baten van de hervorming diffuus
en onzeker zijn; hierdoor hebben landbouwers een sterkere incentive
om zich te organiseren
o Grote financiële belangen
 Het opstarten en moderniseren van landbouwbedrijven vergt
aanzienlijke investeringen
 Een aantal banken hebben zich gespecialiseerd in kredietverlening aan
deze sector, waardoor ook zij geen belang hebben bij het korten van
subsidies
o Boerenbetogingen
 Deze zijn vaak zeer heftig en ontregelend (voor het verkeer); geen
enkele politicus zit hierop te wachten

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RenzoNieland. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,48  10x  vendu
  • (1)
  Ajouter