Diervoeding
Casuestieken
Kleine huisdieren
Casus 1
100 – alle eenheden (Ras zijn alle mineralen) = OK of NVE
Om dan je energie uit te rekenen gebruik je Atwater warden = RE = 15 kJ, OK = 15 kJ en Vet = 35 kJ.
Van nat naar droog
Om van kJ 100g nat naar kJ 100 g droog te gaan doe je je kJ / 92 x 100 en dan heb je je kJ per droge
stof = zelfde als kJ / factor (dus een 0, getal).
Voorbeeld
Eiwit uitrekenen voor stof A ; 34 gram op 100 g voer. 34/0,92 = 37 g op 100 g droog voer. (je
deelt door de factor van de droge stof)
- voor stof B is dat ,244 = 45,08
omrekenen naar (m)g/MJ omdat je wilt weten hoeveel voer je moet geven voor 1 MJ (dieët van kat).
Je weet dat 100 g van stof A bevat 34 g eiwit bijv. en geef 1433 kJ = 1,433 MJ per 100 g nate stof
3400 mg = 1,433 MJ.
3400/1,433 MJ = 2372,6 mg/MJ
Katenvoer A is niet zo geschikt omdat er minder aalcium is dan Foosfor
Katenvoer A is ook minder geschikt omdat er minder vocht in zit en ze slechte drinkers zijn (maar
vooral rekening houden bij oude katen).
Kattenvoer A is ook een beetje te energie laag.
Ruw eiwit = goed
Vet = redelijk laag (10% minimaal)
Katenvoer B is minder geschikt omdat dan katen snel kieskeurig dan worden.
, - Het maakt niet uit of je de mg/MJ uitrekent met nat voer of met de droge stof want de verhouding
blijft toch hetzelfde!
Casus 5
A ) Energie per dag= 4x 100 gram van voedsel A.
= 400 gram per dag.
van dat voer is 4,5 % vet 400 x 0,045 = 18 g vet
ruw eiwit is 8 % 400 x 0,08 = 32,0 g eiwit
OK = 4,7 % 400 x 0,047 = 18,8 g OK
Dit geef
18 x 35 kJ = 630 kJ
3,2 x 15 kJ = 480 kJ
1,88 x 15 kJ = 282 kJ
Totaal = 1392 kJ
B)
Energiebehoefe per dag (DER)
250 kJ per kilogram (5,2 kg) = 250 x 5,2 = 1300 kJ máár + correcte ( 32 % x 3)
dus 96 % meer MER.
1300 x 1,96 = 2548 kJ nodig (met 3 kitens van 4 weken bij een gewicht van 5,2 kg)
C)
Eiwitvoorziening goed? Als je weet dat het tussen 35%- 50% van droge stof moet zijn?
vocht = 80% dus er is 20 g droge stof per 100 gram voer.
eiwit = 8% dus hoeveel eiwit zit er in per 100 droge stof?
8/0,2 = 40 g eiwit per 100 gram droge stof (=40% eiwit op droge stof basis)
dus goede eiwitvoorziening in voer A, maar ze krijgt er te weinig van!
D)
Maintenance energy requirement
E)
behoefe in energie = 2548 kJ
dus even kijken hoeveel gram ze dan moet eten (via eerst uitrekenen hoeveel energie er in 100 g
voer zit).
Per 100 g berekenen
7,4 g vet x 35 = 259 kJ
10,6 g eiwit x 15 = 159 kJ
OK = 3,7 OK x 15 = 55,5 kJ
Totaal = 473,5 kJ per 100 g nat voer.
2548/473,5 = 5,38 x zoveel
538 g nat voer dus (dus inderdaad tussen 5- 6 zakjes van 100 gram).
Casus 2
A) Wat is de DER?
Berekenen op zijn ideale gewicht. Hij heef BSC 9 dus dat is 4 stappen boven de ideale 5. Dus 40%
overgewicht.
Hij weeg nu 18 kg. Dus 18x 0,6 = 10,8 kg is zijn ideale gewicht
eerst de MER berekenen = RER x factor (0,8 – 1 nu)
En RER bereken je op metabool (streef) gewicht
RER = 293 kJ /kg^0,75