Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Politieke geschiedenis van België HS 2 €5,89   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Politieke geschiedenis van België HS 2

 28 vues  0 fois vendu

Met dit document, samen met de andere documenten, behaalde ik voor het vak een 17/20. De samenvatting is volledig zelf gemaakt samen met de lessen en powerpoints.

Aperçu 5 sur 30  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 14 février 2024
  • 30
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (20)
avatar-seller
RECHTENVUB1234
Politieke geschiedenis van België
Prof. dr. F. Dhondt



Hoofdstuk II: Triomf van het liberalisme (1850-1884)

→ gaat vooral over het economisch beleid dat er gevoerd wordt: in de steden kan er stilletjes aan
wat propaganda komen in het Nederlands, er zijn nieuwe beroepscategorieën

Afbeelding : Walter Frère Orban = doctrinaire liberaal uit Luik

= 1 van de belangrijkste politici van de 19e eeuw

In het Nederlands verzet men zich in Antwerpen tegen het beleid van de liberalen die Franstalig zijn
die vanuit Brussel komen

→ nieuwe politieke participatie van de middenklasse = het belang van 1884




3 economische breuklijnen:

1. Economische breuklijn

→ liberalisme ↔ arbeidersbeweging

meer mensen in de steden kunnen stemmen → niet alleen de superrijke kunnen stemmen

zowel bij katholieken als liberalen een zachte vleugel die het lot van de arbeiders wil verbeteren, de
arbeiders zelf beginnen zich ook te organiseren




2. Levensbeschouwelijke breuklijn

→ schooloorlog

het conflict tussen katholieken en niet katholieken beheerst onze binnenlandse politiek van 1850 tot
1884

= Omdat de mensen die in het parlement zitten, allemaal economisch-liberaal zijn, het economisch
liberalisme gaat binnen het parlement een consensus hebben

liberalen willen meer neutrale scholen

1

, 3. Communautaire breuklijn

→ “kleinburgerlijk flamingantisme

1848: veel meer mensen stemmen in de steden, daar zitten ook mensen die Nederlands schrijven,
het publiek van de Vlaamse Beweging gaat groter worden

de Vlaamse bewegingen (in HS1 de taalminnaren) in HS2 het kleinburgerlijk flamingantisme
de kleinburgers ( mensen die net kunnen stemmen in de steden) worden ook politiek actief
en kunnen wegen in het parlement




In 1848 kunnen er veel meer mensen stemmen in de steden, er is dus een nieuwe bevolkingslaag dat
actief wordt en dat gaat gepaard met de doorbraak van het industrieel kapitalisme. Sommige
bedrijven in België worden rijk, omdat ze ook kunnen uitvoeren in het buitenland (export). In België
in de 19de eeuw zijn de arbeiders niet beschermd, de lonen zijn lager, dat is de basis van die enorme
stijging in de productie en winstmarge. Mensen worden niet veel betaald, daardoor kan men
Belgische producten verkopen goedkoop, België industrialiseert sneller dan de rest, concurreert de
anderen weg en de winst gaat naar de aandeelhouders, die mede-eigenaar zijn van het bedrijf.




De liberalen bereiken de meerderheid in 1857 (homogeen liberaal kabinet) en die blijven aan de
macht tot 1870, dan zijn er 8 jaar katholieken maar die volgen economisch ook een liberaal beleid,
die raken niet aan dat systeem. → over het algemeen primeert het economisch ideologisch
gedachtengoed van de liberalen

Ook de katholieken denken zoals de liberalen over de economie deze periode ↔ voorgaande
periode

Katholieken:

▪ GGB willen protectionisme en niet teveel buitenlandse concurrentie

Liberalen :

▪ vrijhandel met lossere financiële markt waarin je meer kan investeren
▪ grotere fabrieken maken

Katholieken en liberalen denken over de economie hetzelfde MAAR ze maken ruzie over de
verhouding: kerk – staat


2

, ▪ 1879-1884: “ideologische burgeroorlog”

→ blauw komt heel vaak voor

→ Leopold I opgevolgd door zijn zoon Leopold II

de koning interpreteert de grondwet letterlijk: leest zijn
bevoegdheden zo ruim mogelijk - gebruiken hun
persoonlijke invloed om de politici tegen elkaar uit te
spelen




Sociaal-economische breuklijn




alles gaat uit van de economie → de economie bepaalt welke groepen we kunnen onderscheiden in
de samenleving

▪ Rijke mensen
▪ Middenklasse
▪ Lagere klasse




2.1) Sociale en economische verhoudingen

a) 1850-1884: economie

In België in de 19de eeuw mogen bedrijven alles: kinderarbeid, geen vakantie, geen minimumlonen.
We kunnen aan de groeiende vraag voldoen omdat de lonen laag zijn. Hierdoor wordt een klein deel
van de maatschappij rijk en een grote groep werkt voor hen, die zitten in een ellendige conditie
(erger dan de periode daarvoor).




Bloei industriële export

▪ Gent, Verviers (textiel)
▪ Vraag naar kolen, machines, zink, glas, wapens




3

,Steenkool blijft voor ons 100 jaar aan een stuk de belangrijkste energiebron → gewonnen in
Wallonië en gebruikt in de ijzerindustrie en ovens aan te drijven voor metalen als zink, brandstof om
glas te maken…

Wapenindustrie: draait goed → exporteert wapens naar de VS tijdens de burgeroorlog, verkoopt er
aan Latijns-Amerika en aan de Ottomanen tijdens de Krimoorlog

▪ Motor: lage lonen (prijs gezakt → de werknemers zullen minder verdienen, fabrikant behoud
winstmarge): vandaag is er een automatische loonindexering

onze export is gebaseerd op lage lonen ↔ nu zijn er minimumlonen: je moet kunnen leven van u
loon + 19e eeuw: verbod om op te komen voor betere werkomstandigheden

de werkgever heeft heel veel macht over de werknemers: in België een groot reservoir van arbeiders
die geen werk hebben en werk willen




groei ongelijkheid in de maatschappij




Maatschappelijk gevolg

▪ Aandeelhouders: grote dividenden → ontvangen jaarlijks een stukje van de winst van het
bedrijf dat mee van hen is

De aandeelhouder (bezit kapitaal) gaan meer winst hebben en de arbeiders moeten werken voor
hen, de vrucht van hun arbeid wordt gecapteerd door de aandeelhouders

▪ °concentratie kapitaal: naamloze vennootschap (N.V.) → de liberale regeringen verplichten
de toelating van de regering niet meer verplicht voor de oprichting van een vennootschap
= financieel kapitalisme

Door de groei van de NV’s en de hulp van de banken ontstaan er nieuwe °captains of industry: Tesch,
Empain, Solvay, Boël → zijn talentvolle zakenmensen

= een rechtspersoon, dat is iets dat niet bestaat, een vermogen, een potje geld en kan mede-
eigenaar zijn van gebouwen en gronden, en als het failliet gaan kunnen de schuldeisers alleen het
potje leegmaken. De aandeelhouders zelf hebben er geen last van, verliezen nooit meer dan hun
eigen inleg.

→ Moedigt mensen aan om te investeren

4

, Industriële boom (het feit dat we technologische geavanceerd zijn en we heel veel verkopen) →
gaan de NVs expansief groeien, in het begin had je toestemming nodig van de regering om er een op
te richten, in die periode valt dat weg en mogen de NV ongeremd verder groeien → leid tot ontstaan
van grote industriële figuren (Victor Tesh, … )




b) 1850-1884: samenleving

Aan de top van de maatschappij de typische kapitalisten (liberalen) maar willen ook bij de oude elites
voor vol worden aanzien → gaan trouwen met oude adellijke families

▪ Elites: zowel katholieken als liberalen
= oud (landbouw) én nieuw (industrie)

In de Belgische revolutie had je twee groepen:

1) Liberalen: steunen de industrie

2) Katholieken: steunen grootgrondbezit en zijn protectionistisch

→ In deze periode gaan de katholieken dat laten varen, want er komen veel rijke mensen bij en die
rijke mensen hebben er voordeel bij dat de gewone man gelovig is




“Het geloof zorgt voor orde”

→ De meeste liberalen in deze periode zijn tegen de kerk, maar niet ongelovig, ze vinden het goed
dat de religie aanleert dat de arbeider zijn plaats moeten kennen (dat sommige mensen rijk zijn en
sommige arm) → We zien huwelijken tussen oude rijken en nieuwe rijken




▪ Middenklasse: intellectuele beroepen, kleine zelfstandigen = “hulpklasse”

aangroei van een hulpklasse = technisch personeel die je nodig hebt om de beurs te doen draaien

→ Typische publiek waaruit zowel de Vlaamse beweging, de progressieve katholieken, progressieve
liberalen als de voorlopers van de socialisten gaan rekruteren




▪ Verdere verstedelijking, plattelandsvlucht
→ Luik/Henegouwen

5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RECHTENVUB1234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,89
  • (0)
  Ajouter