Logistiek en transport
Uitgangspunten:
Afgeleid karakter van de vraag naar vervoer: vervoer wordt niet op zichzelf gevraagd. Er is
altijd een reden waarom goederen verplaatst worden. Alle verplaatsingen zijn gekoppeld aan
een doel. Er is een nutstoevoeging tussen de plaats van begin en de plaats van bestemming.
Van sectoranalyse naar productiefactor: vroeger sprak men als logistiek over een sector maar
nu is dat een productiefactor geworden. Just-in-time bedrijven moeten nu net naast het be-
drijf waar ze moeten leveren zich vestigen door de verkeersproblemen.
Toegevoegde waarde – activiteiten: kosten voor arbeid, betaalde interestlasten. Logistiek
kan geen toegevoegde waarde toevoegen tot in het oneindige. Relatie product logistiek
moet behouden worden.
Ruimtelijke heterogeniteit: we veronderstellen dat alles heel homogeen is. Zo werkt de eco-
nomie niet. Zeer veel potentiële klanten en redelijk weinig problemen waarbij je een kanaal
moet oversteken. Daardoor zijn hier en in Nederland veel bedrijven gevestigd. Er zijn plaat-
sen in Vlaanderen waar je een deel van je potentiële klanten verliest omdat als je een cirkel
van 75 km maakt je in Oostende een deel verliest doordat je daar de zee hebt.
Het belang van transportbedrijfseconomie: onderscheid tussen transportwezen en transport-
bedrijfseconomie. Beslissingen die genomen worden door bedrijven op vlak van transport.
Onderscheid tussen producent en gebruiker: soms producent van transport en soms gebrui-
ker van transport.
Inhoud en planning
Economics of transport management, i.e. transportbedrijfseconomie
Aantal belangrijke toepassingen van economische analyse
Vanuit oogpunt van de transportmanager
Twee blokken
o Optimalisering van transportbeslissingen als gebruiker (H1 en H2): transport is hier 1
variabele
o Vanuit oogpunt transportbedrijf (carrier): produceren transport. Transshipment ge-
beurd ook in Antwerpen. Staat haaks op logistieke beslissingen van kostenbesparing
want ze moeten 100 km de Schelde op varen en ook terug.
1
,3 Logistieke kosten
3.0 Inleiding
Opletten bij vragen op examen: is het vanuit de invalshoek van de producent of de gebruiker
Transportbeslissingen vanuit de invalshoek van de gebruiker: vooral nadruk op transport. Als
je zelf vervoer organiseert, weet je wat de kostprijs is. Als je dan vraagt voor een offerte bij
een maatschappij en die vraagt veel meer dan jezelf dan ga je naar de concurrent.
Breder perspectief: transport is slechts een middel, ingeschakeld in een groter geheel.
Transport wordt nooit voor het eigen transport gevraagd. Hangt vast met hoger doel name-
lijk nutsmaximerend.
“Business Logistics” (bedrijfslogistiek)
Beperking van logistiek tot een kader waarbinnen transportbeslissingen worden besproken
3.1 Het concept bedrijfslogistiek
Definitie: “de beweging, opslag en gerelateerde activiteiten tussen oorsprong van grondstof-
fen en plaats van consumptie”
o Beweging: eigenlijke transport
o Opslag: op een plaats van bestemming, opgeslagen voordat het in het verkoopsys-
teem terecht komt
o Gerelateerde activiteiten: veel discussie rond uitbouw van haven van Antwerpen. Wij
hebben de brains en de locatie. Kunnen activiteiten zijn die te maken hebben met
het lossen en laden van containers
Keten van activiteiten:
o Levering van grondstoffen (materials management)
o Activiteiten binnen bedrijf
o Distributie naar klanten (physical distribution) = distributie van afgewerkte pro-
ducten naar de klanten. Kan ook een halfafgewerkt product zijn dat het nog verder
bewerkt.
Perishables (bederfbare goederen) luchtmacht is hier gespecialiseerd in
Geïntegreerde benadering : niet segmenteren. Men ziet het verplaatsen, de opslag, het be-
stellen en verpakken van goederen als de administratie, de klantenservice en andere onder-
steuningsfuncties als een geheel.
Voorbeeld: de keuze van transportmodi: Transshipment: containers worden afgezet in Ant-
werpen en dan terug opgehaald worden daar door een ander schip.
Concept totale kosten:
De totale logistieke kost omvat:
o Transportkosten: niet altijd grootste gedeelte.
o Behandelingskosten: elke overslag van goederen. 2 moves: met kraan container op
de kaai en dan van de kaai naar opslag. Voor deze 2 moves per container 90 dollar.
Prijs hangt af van de concurrentie.
o Voorraadkosten: (vb. Just In Time) bedrijf moet ervoor zorgen dat ondanks al de files
er geen zware penalty’s betaald moeten worden als ze te laat leveren. Vaak gaat dat
gepaard met opnieuw vestigen in de buurt van het bedrijf.
2
, o “Stock-out”-kosten (kosten van voorraadtekort): als je veel te weinig voorraad hebt
dan gaan de klanten eerder naar een winkel waar er wel een voorraad is omdat ze
dan niet meer moeten terugkomen. Ook wachtlijnen kosten iets.
o Verpakkingskosten: een eerder beschermende verpakking, afmetingen van de ver-
pakking in functie van de grootte van de container
o Order processing kosten: 1 document nog. Worden steeds minder en minder.
o Administratiekosten
o Opstartkosten (of instelkosten)
o Kosten i.v.m. klantenservice
o Lokalisatiekosten: kosten die gepaard gaan met het zich vestigen in een bepaalde
buurt. Bepaalde activiteiten weg uit Antwerpen door de hoge grondkosten in de ha-
ven van Antwerpen.
3.2 Transportkosten
Bij inhuren van transportdiensten: transportkosten gelijk aan prijzen van de carriers
Bij eigen vervoer: tijdkosten en kilometerkosten (met vaste en variabele component): opte-
ren voor die modus die het grootste schaalvoordeel geeft. We gebruiken niet voor elk ver-
voer de binnenvaart.
Schaalvoordelen niet steeds maximaal geëxploiteerd, omwille van andere logistieke kosten
Traag of snel vervoer? Belang van de factor tijd. Met een schip kan je heel veel vervoeren
maar is trager. Met een vliegtuig is de tijd veel korter maar je kan veel minder laden.
3.3 Goederenbehandelingskosten
In eigen beheer of door derden
Transportbeslissingen beïnvloeden behandelingskosten (cf organisatie van hinterlandver-
voer: binnenschepen moeten lang wachten in Antwerpen omdat ze met 3 containers aanko-
men en er met 4 doorvaren. In Grobbendonk is er een terminal waar extra containers er op
gezet worden zodat de binnenschepen vol toekomen en direct afgeladen worden).
In sommige gevallen zelfs verwaarloosbaar
3.4 Voorraadkosten
Trade-off tussen voorraad- en vervoerkosten: sleutelelement in belangrijke trends (bv JIT,
nulvoorraden,…). Hogere transportkosten worden aanvaard bij JIT en nulvoorraden om te
besparen op de voorraadkosten.
Transport kan voorraden creëren (cf cyclus): grootste baat van kaai aanpassen aan grotere
schepen is dat men een lagere vervoerskost per eenheid transport. Maar de kost zijn de
voorraden.
Veiligheidstock
Goederen in transit (i.e. voorraden tijdens vervoer)
Kosten gekoppeld aan voorraden (zie volgende slide)
o Intrestkost
Deze 4 kosten samen vormen de
o Verzekeringskosten of risicokosten
‘holding cost’ (‘h’), i.e. voorraadkost-
o Ontwaarding van goederen
prijs van 1 eenheid van een specifiek
o Magazijnkosten
goed per jaar
3
,3.4.0 Kosten gekoppeld aan voorraden
3.4.0.1 Interestkosten
Verminderen met verwachte prijsstijging
Gebruik reële intrest
Vb. banklening aan 12% interest, met inflatie aan 3% betaalt een reële interest aan 1.12/1.03
= 1.087 een reële interestvoet van 8.7%
3.4.0.2 Verzekeringskosten of risicokosten
Als de goederen verzekerd zijn tegen brand en diefstal, dan moeten er hier ook kosten voor
betaald worden die deel uitmaken van de totale kost
Vb. opslag van melkpoeder is zeer ontvlambaar
3.4.0.3 Ontwaarding van goederen
Doorheen de tijd verliezen goederen aan kwaliteit
De economische ontwaarding kan men meestal afleiden van de gemiddelde leeftijd van het
product. Vb. op de computermarkt geldt dat de gemiddelde levensduur van een item geschat
wordt op 3 jaar. Als er dus een computer voor een jaar in de stock gehouden wordt, dan kan
de kost van economische ontwaarding geschat worden op 1/3 van de oorspronkelijke
waarde
Bepaalde goederen hebben geen ontwaarding. Vb. ijzererts en koffie
Deze zijn de meest belangrijke kosten. Ze variêren heel hard van product tot product. Geen
ontwaarding voor reserveonderdelen in een autofabriek (omdat ze zowiso gebruikt worden)
en heel hoge ontwaarding voor designkleding waar een verandering in mode een artikel on-
verkoopbaar kan maken in een paar weken tijd.
3.4.0.4 Magazijnkosten
Vaak gestockeerd in een openbaar magazijn enkel weten hoeveel het kost om een ton of
m3 of een eenheid van een product te stockeren
Privé magazijn niet enkel kost van leasing, interestkosten en ontwaarding van het gebouw
maar ook verwarming, verlichting, onderhoudskosten enz. De jaarlijkse kost per eenheid
wordt berekend door de jaarlijkse kost voor het magazijn te delen door de gemiddelde stock.
Er is een verschil tussen magazijnkosten en andere kostenitems: tijdens het eigenlijke ver-
voer zijn er geen magazijnkosten, terwijl er dan wel interestkosten en ontwaardingskosten
van toepassing zijn. Verzekeringskosten kunnen hoger zijn als ze onderweg zijn dan dat ze
gestockeerd staan in een magazijn.
3.4.0.5 Samenvatting
Onderverdeling van voorraden
Cyclische voorraden
Voorraad in transit (voorraad tijdens vervoer)
Veiligheidsvoorraad
Speculatieve voorraad
Seizoenvoorraad
Dode voorraad: zaken die je bijna niet meer verkocht
o Eerste 3 zijn de belangrijkste, kunnen gekoppeld worden aan transportbeslissingen
4
,3.4.1 Cyclische voorraad
Grafiek:
o Zaagtand vorm
o Er wordt een bepaalde voorraad Q geleverd.
o Consumptiegoed dat gelijktijdig wordt verkocht. Steile helling = snel verkocht, plat =
traag verkocht
o Dan terug recht omhoog als er een voorraad bijkomt
o Gemiddelde voorraad is Q/2
Bestelhoeveelheid functie van noden voor bepaalde periode
Gevolg: bepaalde voorraad, cyclische evolutie van zodra Q bepaald
Gemiddelde voorraad is de helft van bestelhoeveelheid Q (zelfs bij toevallige fluctuatie in
consumptie) Rond neerwaartse lijn fluctuaties
Aangehouden op bestemming (waar goederen geleverd worden) of oorsprong (bij JIT), of
tussenin (als er nog leveringen gebeuren naar andere partijen)
Keuze transportmodus (vb. binnenvaart of spoor) heeft gevolgen voor voorraadkosten: als je
opteert voor de binnenvaart dan is de gemiddelde voorraad 3000 ton en ga je dus meer
voorraadkosten hebben.
3.4.2 Voorraden tijdens vervoer:
Tijdens transport zijn goederen ook in voorraad (bv crude oil). Schepen moeten uitgerust zijn
met compartimentering zodat als er een scheur is niet heel het schip uitstroomt met olie.
Alle kostenelementen (interest-, verzekerings- en ontwaardingskosten) van toepassing, be-
halve magazijnkosten
Voorraden tijdens vervoer kunnen groter zijn dan cyclische voorraad (bv bij zeevervoer, cf.
tijd)
Verschillende prikkels!
o Cyclische voorraadkosten: prikkel tot kleine zending
o In transit voorraadkosten: prikkel tot snellere modus
o Wel complementariteit: snelste modus vervoert kleinere zendingen
ook waarde van het goed heeft een belangrijke reden
5
, 3.4.3 Veiligheidsvoorraad
Ook ‘buffervoorraad’ genoemd
Speelt in op de onzekerheid over het niveau van de vraag naar producten en de leveringstijd
reserve aanhouden. Nieuwe stock moet aankomen als we de veiligheidsvoorraad hebben
bereikt.
Achterliggend idee is aanhouden van reserve
Aankomst nieuwe lading goederen op niveau van veiligheidsvoorraad S
Luchtvaartmaatschappij: als we risico 0 willen dat verkopen we exact de aantal zetels dat er
in het vliegtuig staan. Als er een overboeking is dan moeten we de klant 250 euro betalen.
Grafiek cyclische en veiligheidsvoorwaarden
Zelfde als cyclische voorraden
Enkel een veiligheidsvoorraad onderaan
Dit is de theoretische figuur, er kunnen fluctuaties optreden waardoor de uitputting van de
voorraad op 1 moment sneller gaat en op het andere wat trager.
Het voorraadlevel is ook niet altijd S, soms zal de stock groter zijn dan S en soms kleiner. Die
fluctuaties zijn de reden dat we een veiligheidsvoorraad aanleggen
Berekenen veiligheidsvoorraad S:
4 elementen zijn van belang
o De leveringstijd (“order lead time”): tijd tussen bestellen en aankomst goederen.
Bol.com speelt hier op in (vaak levering de volgende dag). Hoe langer de levertijd en
hoe onzekerder ze is, hoe groter de veiligheidsvoorraad moet zijn.
o De vraag (plus wisselvalligheid): hoe groter de vraag en hoe onzekerder die is, hoe
groter de benodigde veiligheidsvoorraad
o De aanvaardbaarheid van een voorraadtekort (‘stock-out’): een manager die een
hoog risico van voorraadtekort tolereert, heeft een lage veiligheidsvoorraad nodig
o Methode van voorraadbeheer of -bewaking: als de voorraad constant wordt nageke-
ken kan men een order plaatsen of eender welk moment. Als men de voorraad
6