Inhoudstafel inleiding tot het recht, met opgeloste vragen
schriftelijke examen
► Doel van de cursus:
► De cursus wil studenten vertrouwd maken met de basisprincipes en basisbegrippen
van het Belgisch recht en de verschillende rechtstakken.
► Concreet wordt van de studenten verwacht dat zij:
► het begrip recht kunnen omschrijven, de betekenis en onderlinge verhouding van de
verschillende rechtsbronnen kunnen weergeven en onderscheiden, inzicht hebben in
de hiërarchie van de normen en de werking in tid van het recht;
► zicht hebben op de onderscheiden iuridische procedures en de bevoegde
rechtsinstante en blijk geven van inzicht in de verschillende overheidsinstellingen
► de bestudeerde basisprincipes van de verschillende deelgebieden van het recht
correct kunnen situeren en duiden en de gebruikte terminologie correct kunnen
aanwenden met oog voor het belang van terminologische nuances
► Simpele feitelijke situates en gebeurtenissen kunnen omzeten in een iuridische
vraagstelling en kunnen situeren in de gepaste rechtstak
Voorbeeld examen
► Vraag 1: Bespreek de bewijsregeling in het gerechtelijk recht
► elke parti moet het bewiis leveren van feiten die zii zelf aanvoeren+ gevolgen.
► Passieve rol rechter: betekenis.
► Het schrifeliik bewiis belangriikste bewiismiddel; onderscheid onderhandse en
authenteke akten + uitleg
► Getuigenbewiizen: alleen bii beperkte waarde en niet tegen schrifeliik bewiis.
rechter kan vrii appreciëren
► Vermoedens: gevolgtrekkingen die de wet of de rechter afeidt uit een bekend feit om
te besluiten tot een onbekend feit. Onderscheid weteliike en feiteliike vermoedens;
weerlegbaar, niet-weerlegbaar+ uitleg
► Onderscheid buitengerechteliike en gerechteliike bekentenissen + uitleg
► Onderscheid gedingbeslissende eed en ambtshalve opgelegde eed + uitleg
► Vraag 2: defnieer de begrippen:
► Plaatsvervulling
► Begrip van het weteliik erfrecht,
► systeem waarbii afstammelingen de plaats (en dus de graad) innemen van
een erfgerechtgde en in ziin graad tot de erfenis worden geroepen.
Inhoudstafel recht, met opgeloste examenvragen 1
, ► doet zich voor ingeval van vóóroverliiden, geliiktidig overliiden, of
onwaardigheid van de erfgerechtgde, of wanneer deze de nalatenschap
verwerpt
► richtlijn
► Uitgevaardigd door de Raad al dan niet samen met het Europees parlement,
► slechts verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat, lidstaten
bepalen zelf hoe ze dit resultaat zullen bereiken
► Hebben slechts uitwerking in interne rechtsorde na wetgevend /
reglementaire acte van lidstaat
► Soms wel horizontale directe werking + uitleg
► Objectef en subjectef recht
► obiectef recht: geheel van rechtsregels in materiële weten en dat los van
een bepaalde ttularis wordt bekeken. Geschillen over obiectef recht ziin in
wezen geschillen over de wetgheid van een bepaald overheidsoptreden en
worden aangevochten bii de Raad van State of het Grondweteliik hof.
► subiectef recht: recht dat voor een individu (rechtssubiect) voortvloeit uit de
obiecteve rechtsregel en dat hem toelaat met een rechtsvordering een
bepaalde iuridische verplichtng rechtstreeks van een derde af te dwingen.
Voor geschillen m.b.t. subiecteve rechten ziin de gewone hoven en
rechtbanken bevoegd.
► Belastnghefng op basis van tekenen en indicinn
► weteliik vermoeden in het belastngrecht
► belastngplichtge die gelet op ziin levenswandel over een merkeliik hogere
gegoedheid bliikt te beschikken dan het inkomen dat hii heef aangegeven,
wordt belast op het verschil tussen aangegeven inkomen en een afrekening
van ziin uitgaven in het betrokken iaar.
► tegenbewiis is mogeliik, bv. uitgaven gedaan met spaargelden
► Vraag 3: (mondelinge vraag):
► De CD&V heeft de stekker uit de Vlaamse regering getrokken aat nut
► Vlaams parlement is legislatuurparlement zodat geen vervroegde
verkiezingen mogeliik ziin
► Regering kan slechts vallen na constructeve mote van wantrouwen, wat de
aanwezigheid van een nieuwe meerderheid vereist
Inhoudstafel recht, met opgeloste examenvragen 2
, deel 1 Het begrip recht
I. Het begrip recht
A. Het recht is een geheel van bindende regels
Recht is een geheel van bindende regels, licht toe
Het is een geheel van regels waaraan iedereen zich dient te houden. Dit geheel van regels kan
worden onderverdeeld in soorten. Vooreerst zijn er gebods-, verbods- en verlofeealingen, die
respectevelijk een bepaald gedrag opleggen, een bepaald gedrag verbieden of aan de
rechtssubjecten toelaten een bepaalde handeling te stellen, zonder dat zij daar evenwel toe verplicht
zijn. Andere soorten regels zijn de ‘regels toeeasbaar na keuze’ en de ‘wilsaanvullende regels’. Met
dat soort regels wordt benadrukt dat het recht geen rigide systeem is dat alleen voor tussen
verschillende vormen van mogelijk gedrag een keuze heef gemaakt voor een welbepaald gedrag, of
hebben zij slechts uitwerking indien partjen geen eigen regeling hebben voorzien. Een volgende
categorie bevat geen eigenlijke gedragsvoorschrifen maar biedt eerder ondersteuning aan die
gedragsregels door instellingen te organiseren, begrieeen te defniiren, de werking van de
gedragsregels in tid en ruimte te omschriiven e.d. Ten slote bevat het recht ook nog een groot
aantal technische regels die o.m. betrekking hebben op termijnen die omwille van de
rechtszekerheid werden ingevoerd, zodat het niet eerbiedigen ervan meestal onherstelbare gevolgen
heef.
B. Het recht moet de samenleving ordenen en in stand houden
C. Het recht vereist gezag
Wat wordt bedoelt met ‘recht vereist gezag'?
De binding tussen recht en gezag is dubbel en verwijst naar het uitvaardigen van het recht en
anderzijds naar het doen en naleven van de rechtsregels.
1. Uitvaardigen van het recht
Het recht wordt uitgevaardigd door de regelgevende organen van de samenleving, welke in
democratsche systemen door deze samenleving zelf worden aangesteld d.m.v. vriie verkiezingen, en
derhalve hun legitmiteit ontlenen aan het feit dat zij steunen op de wil van de meerderheid van de
bevolking. Ook de totstandkoming is belangrijk, om als recht te worden toegepast moet een regel
namelijk niet enkel bestaan, maar ook ‘rechtsgeldig’ zijn ontstaan. Daarbij moet zowel rekening
worden gehouden met de hiirarchie van de normen, als met de bevoegdheidsverdelende regels en
de erocedureregels. De hiërarchie van de normen houdt in dat alle rechtsregels dezelfde waarde
hebben en de lagere normen de hogere normen niet mogen tegenspreken. De
bevoegdheidsverdelende regels bepalen welke overheid regelgevend mag optreden ten aanzien van
welke materie en ten aanzien van welke personen. De procedure regels bepalen ten slote op welke
wijze en volgens welke pleegvormen de regel tot stand mag komen.
2. Naleven van het recht
De afdwingbaarheid van een rechtsregel is een basiskenmerk waarmee het recht kan worden
onderscheiden van andere gedragsregels. Dit is nodig om te verzekeren dat de regels nageleefd
worden. Meestal is de sancte een vooraf vastgelegd dwangmiddel waarvan een intmidate-efect
wordt verwacht. De sanctonering gebeurd door de rechterlijke macht aan wie bepaalde
bevoegdheidsregels werden opgelegd en die gehouden is de regels van rechtspleging na te leven, en
dat voornamelijk ter vrijwaring van de fundamentele rechten van alle partjen. Eigenrichtng (zonder
tussenkomst van rechter strafenn is in ons land principieel verboden.
2. Uitvaardigingen van het recht
3. Naleven van het recht
Inhoudstafel recht, met opgeloste examenvragen 3
, Hoe wordt de naleving van het recht gegarandeerd in een
democratsche samenleving?
De afdwingbaarheid van een rechtsregel is een basiskenmerk waarmee het recht kan worden
onderscheiden van andere gedragsregels. Dit is nodig om te verzekeren dat de regels nageleefd
worden. Meestal is de sancte een vooraf vastgelegd dwangmiddel waarvan een intmidate-efect
wordt verwacht. De sanctonering gebeurd door de rechterlijke macht aan wie bepaalde
bevoegdheidsregels werden opgelegd en die gehouden is de regels van rechtspleging na te leven, en
dat voornamelijk ter vrijwaring van de fundamentele rechten van alle partjen. Eigenrichtng (zonder
tussenkomst van rechter strafenn is in ons land principieel verboden.
D. besluit
II. Indeling van het recht
A. Algemeen
Besereek de termen eubliekrecht en erivaatrecht
Publiekrecht regelt de verhoudingen tussen de burger en de overheid, en wordt gekenmerkt door
een ongelijkheid in die verhouding vanwege de voorrang van het algemeen belang op partculier
belang. De bepalingen van het publiekrecht zijn dan ook van openbare orde, wat wil zeggen dat er
niet kan van worden afgeweken. Tot het publiekrecht hoort het staatsrecht, het bestuursrecht, het
strafrecht, het strafprocesrecht en het fscaal recht. Het erivaatrecht betref daarentegen de
verhoudingen tussen de staatsburgers onderling, die zich op voet van gelijkheid bevinden, en heef
als doel de private belangen van individuen of groepen individuen te regelen. De beschikkingen van
het privaatrecht dienen hoofdzakelijk als leidraad en zijn doorgaans aanvullend recht. Tot het
privaatrecht hoort het burgerlijk recht, het handelsrecht, het vennootschapsrecht, het gerechtelijk
privaatrecht en het internatonaal privaatrecht. Vandaag de dag is het echter niet meer mogelijk een
duidelijke lijn te trekken tussen het publiek- en privaatrecht.
B. Publiekrecht
Bestuursrecht: Ook wel administratef recht genoemd. Bevat de
regels aangaande de organisate, de bevoegdheid en de werking van de organen van het
staatsapparaat die noch tot de wetgevende, noch tot de rechterlijke macht behoren.
Straferocesrecht: Omvat de regels die bepalen op welke wijze en
door wie de misdrijven en de vermoedelijke daders ervan zullen worden vastgesteld en opgespoord,
door wie en voor welk rechtscollege de beklaagden zullen worden vervolgd, hoe die rechtscolleges
beslissen en hoe die beslissingen ten uitvoer zullen worden gelegd.
C. Privaatrecht
Gerechteliik erivaatrecht: Omvat het geheel van regels met
betrekking tot de organisate, bevoegdheid en werking van de rechterlijke macht, de manier waarop
in een privaatrechtelijk geschil geprocedeerd wordt, de rechtsmiddelen die tegen aldus verkregen
uitspraken kunnen worden aangewend en de tenuitvoerlegging van die uitspraken.
Internatonaal erivaatrecht: Geldt wanneer op eenzelfde
rechtstoestand rechtssystemen van meerdere landen van toepassing zijn. Het IPR bepaalt welke
rechter bevoegd is en welke regelgeving moet worden toegepast in een privaatrechtelijk confict met
een buitenlandse component, en regelt ook de afdwingbaarheid van buitenlandse beslissingen in
België.
D. Gemengde rechtstakken
Sociaal recht: Kan worden opgedeeld in het arbeidsrecht en het
socialezekerheidsrecht. Het arbeidsrecht regelt de verhoudingen die ontstaan ingevolge het
presteren van arbeid in een band van ondergeschiktheid. Het sociale zekerheidsrecht omvat de
normen die de burger enerzijds behoud van een vergelijkbare levensstandaard wil garanderen en
hem anderzijds een minimuminkomen wil waarborgen om hem van armoede te vrijwaren.
Inhoudstafel recht, met opgeloste examenvragen 4