H4: Kasstromenanalyse
In dit hoofdstuk wordt de techniek van de kasstromenanalyse uiteengezet en toegepast op het
voorbeeld. Ter inleiding worden de begrippen financiële stromen en cashflow toegelicht.
Financiële stromen en cyclus van financiële stromen
Een beschrijving van de activiteit van de onderneming laat toe de exploitatiecyclus (aankoop –
productie – verkoop) op te stellen. In een ontwikkelde economie, gebaseerd op transacties tegen
geld en niet gebaseerd op ruil, brengt de exploitatie een continue omzetting geld – goederen en
diensten – geld mee. De fysieke exploitatiecyclus stemt dus overeen met een cyclus van financiële
stromen.
De bedoeling van de kasstromentabel is in de eerste plaats informatie te geven in verband met de
kasontvangsten en de kasuitgaven van de onderneming gedurende een bepaalde periode. Dit moet
onder meer toelaten de mogelijkheden van de onderneming om kasmiddelen voort te brengen in te
schatten en de onderneming te waarderen.
De kasstromen worden onderverdeeld in drie grote categorieën: kasstromen uit operaties,
investeringen en financiering.
Zie figuur 4.1.
Dit is een bedrijf, en de kas staat centraal.
Een bedrijf zoekt geld, laat geld werken, producten verkopen aan mensen die geld willen geven
ervoor. Geld zoeken gebeurt via:
Alle pijlen zijn financiële stromen en NIET kasstromen (= enkel degene die vertrekken en aankomen
in de kas zijn kasstromen).
Kasstromenanalyse = hoeveel geldmiddelen zijn er in de loop van het jaar in en uit de kas gegaan?
Wat is het verschil tussen de kas in de beginbalans en de hoeveelheid kas uit de eindbalans?
,Mutatiebalans (T8)
Een balans geeft op een bepaalde datum het geheel van de investeringen in activa en van de
financieringen met passiva weer.
Op de mutatiebalans wordt per balanspost de jaarlijkse verandering of het verschil tussen eind- en
beginbalans berekend en de invloed ervan op het vermogen van de onderneming tijdens de
beschouwde periode nagegaan.
De verschillen worden geklasseerd als:
- Een vermogensstijging: indien het gaat om een passiefstijging of een actiefdaling
- Een vermogensdaling: indien het gaat om een passiefdaling of een actief stijging
Zie mutatietabel
De aldus opgestelde mutatiebalans met vermogensstijgingen en –dalingen geeft echter een
onvolledig beeld van de kasstromen van een bepaalde periode.
De kasstromen die voortvloeien uit de operaties (aankoop, productie, verkoop), komen er niet
uitdrukkelijk in voor. Bovendien zijn de op de begin- en eindbalans die als basis voor de berekening
van de mutatiebalans zijn gebruikt, de activa opgenomen aan nettowaarde na afschrijvingen en
waardeverminderingen en inclusief meerwaarden en zijn de voorzieningen en de uitgestelde
belastingen op het passief opgesteld na toevoeging, terugneming en onttrekkingen tijdens deze
periode.
Kasstroom =
Operaties
o Operationele cashflow (CF losgekoppeld van de financiële structuur van het bedrijf)
o Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte
Investeringen materieel vast actief
Financiering
Cashflow
Cashflow als optelling Winst na belastingen + niet-kaskosten
Cashflow als verschil Kasopbrengsten – kaskosten
Financiële middelen die voortvloeien uit de werking van de onderneming gedurende
één jaar
Inkomen van de onderneming
MAAR is niet gelijk aan geldstromen of kasstromen!
Omwille van:
- Afschrijvingen (niet-kaskost)
- Omzet (vroeger/later innen of betalen)
- Aankopen (vroeger/ later innen of betalen)
,Verder zijn er ook kaskosten voortvloeiend uit:
Investeringen
Financiering
Winstuitkering.
Betekenis van de cashflow
Ondanks het woord ‘cash’ is de cashflow slechts een benadering en een deel van de totale kasstroom
van de onderneming in een periode.
In de eerste plaats worden kasopbrengsten en kaskosten niet alleen contant, maar ook op kokrte
termijn ontvangen of betaald. Verkopen met betalingsuitstel bijvoorbeeld vormen slechts een
kasinkomst op het ogenblik dat zij effectief geïnd worden.
Bovendien zijn er de kasbewegingen ten gevolge van investeringen en desinvesteringen in vaste
activa, van externe financiering en definanciering en van winstuitkering.
Positieve cashflow = Hoeveelheid financiële middelen voortvloeiend uit de werking van het bedrijf;
dient ter zelffinanciering.
Cashflow = inkomen, vertrekken van cashflow MITS correcties! Anders is er een foutieve cashflow.
Negatieve cashflow = Kasopbrengsten < kaskosten, dus het bedrijf heeft externe financiering nodig.
Winst = Indicator voor rentabiliteit of hebben de geïnvesteerde middelen voldoende opgebracht?
Winst is niet gelijk aan de cashflow streven naar winstmaximalisatie door een zo hoog mogelijke
cashflow.
Cashflow van het eigen vermogen en operationele cashflow na belastingen
Klassieke cashflow = Cashflow van het eigen vermogen na aftrek van de financiële kosten van het
vreemd vermogen.
Operationele cashflow = Cashflow, losgekoppeld van de financiering en dus berekend voor zowel
vergoeding eigen vermogen als het vreemd vermogen. Het is de cashflow van het eigen vermogen
voor belasting + financiële kaskosten van het vreemd vermogen.
Zie tabel 4.1. operationele cashflow
, Nettobedrijfskapitaalbehoefte en de verandering van de
nettobedrijfskapitaalbehoefte
De cashflow corrigeren met de verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
Bruto bedrijfskapitaal = vlottende activa
Netto bedrijfskapitaal = Het verschil tussen de vlottende activa op de balans van een
onderneming en de vlottende passiva.
o Of vlottende activa – vreemd vermogen op korte termijn
o Of vreemd vermogen op lange termijn + eigen vermogen – vaste activa
Werkkapitaal = Financieringsbehoefte eigen aan de uitbetaling van het bedrijf of de
exploitatie.
Nettobedrijfskapitaalbehoefte
Nettobedrijfskapitaalbehoefte = Deficit aan spontane financiering van de vlottende bedrijfsactiva
opvangen door een positief nettobedrijfskapitaal en/ of door de schulden op korte termijn.
Een deel van de vlottende activa wordt spontaan gefinancierd door de werking van het bedrijf
(leveranciersschulden, RSZ, fiscale schulden, personeel). Een tekort aan spontane financiering moet
worden opgevangen door externe financiering nettobedrijfskapitaalbehoefte.
Zie schema
Beginnen met bruto bedrijfskapitaal (= vlottend actief) OMDAT:
1. Realiseerbaar en dus omzetbaar in geld
2. Kapitaal waar je (voor een stuk) mee kan werken.
We hebben echter iets NETTO nodig in plaats van bruto.
- Activa die we gekocht hebben (deels gefinancierd met vreemd vermogen), dus – vreemd
vermogen op korte termijn.
- Vreemd vermogen op lange termijn + eigen vermogen – vaste activa (activa en passiva gelijk
aan elkaar).
Tabel 4.2. Nettobedrijfskapitaalbehoefte (balans en toelichting)
Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte
Cashflow corrigeren met veranderingen van de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
Zie tabel 4.3. Verandering nettobedrijfskapitaalbehoefte (nettobedrijfskapitaalbehoefte en
operationele CF).
Om de totale kasstromen te kennen dienen ook nog de kasstromen uit investeringen en financiering
te worden bijgeteld!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisehoet1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.