Productietechnologie - hoofdstuk 1
INLEIDING TOT DE INDUSTRIËLE PRODUCTIETECHNOLOGIE
Kristof Demeestere
1. INLEIDING
Brundtland definitie duurzaamheid:
Duurzaamheid is het voldoen aan de noden van de huidige generaties, rekening houdende met de toekomst zodat ook
zij aan hun noden kunnen voldoen.
Die gaat gepaard met MVO
(maatschappelijk verantwoorde
onderneming)
= de 3 P’s
➢ Ecologisch (Planet)
➢ Economisch (Profit)
➢ Sociaal (People)
Een evenwicht tussen al deze
factoren is noodzakelijk.
Dit vertaalt zich in de duurzame
ontwikkelingsdoelstellingen →
INNOVATIE:
➢ Sterke marketing eigenschap
➢ Zorgt voor competitiviteit
➢ Eist onderzoek: Research and development (R & D)
2. OMSCHRIJVINGEN EN SITUERING
Productie = De voortbrenging van maatschappelijke goederen, het scheppen van nuttigheid, de
bevrediging van 1maatschappelijke behoefte
Technologie = De leer van de bewerkingen die natuurproducten moeten ondergaan om ze ten dienste
van de industrie te laten functioneren, leer van de bewerkingen en mechanische
hulpmiddelen en van de methoden die met de fabricage samenhangen.
➢ Toepassen van de wetenschappelijke kennis om aan de behoefte te voldoen.
➢ Leunen op technologie en wetenschap om behoefte te bevredigen.
Productietechnologie = Het op een systematische manier toepassen van wetenschappelijke kennis en
inzichten om een maatschappij of gemeenschap te voorzien van hun behoeften en
verlangens, in termen van goederen en diensten.
PIJLERS:
➢ Slimme technologische innovatie
➢ Energiezuinigheid
➢ Duurzaam materiaalbeheer
➢ Globalisering van de industrie en economie
Voortgebracht uit een productieproces:
1
De start van de productie vanuit dergelijke behoefte
1
,PRODUCTIEPROCES:
(a) TECHNOLOGISCHE VISIE:
Omzetten van startmateriaal tot iets meer verwerkt, dat is gewijzigd van vorm, afmetingen,…
➢ Gebeurt d.m.v. mechanische, fysische, chemische,… processen
➢ Gepaard met ontstaan afval en bijproducten (nevenproducten)
(b) ECONOMISCHE VISIE:
➢ Omzetten van startmateriaal naar product met een toegevoegde waarde.
➢ De marktwaarde moet doorheen het proces gestegen zijn
➢ Binnenlands product: Som van alle toegevoegde waarde in een regio
De economische context is opgedeeld in verschillende SECTOREN:
Primaire sector Levert grondstoffen en voedsel en omvat de landbouw, veeteelt, delfstoffenwinning, …
Secundaire sector Het verwerken van grondstoffen. De Industriële sector
Tertiaire sector De dienstensector, doorverkocht aan consumenten
Quartaire sector Niet commerciële dienstverlening (bv. overheid gesubsidieerde diensten)
NACE
(Nomenclature Statistique des Activités Économiques dans la Communauté Européenne)
= een statistische classificatie vastgelegd van economische activiteiten.
OPBOUW:
➢ Eerste niveau: Een lettercode (secties)
➢ Tweede niveau: Twee cijfers (afdelingen)
➢ Derde niveau: Drie cijfers (groepen)
➢ Vierde niveau: Vier cijfers (klassen)
Industrie heeft een afzonderlijke sectie = SECTIE C
ISIS International Standard Industrial Classification
➢ Classificatie van economische activiteiten
3. HISTORISCHE CONTEXT
EERSTE INDUSTRIËLE REVOLUTIE:
➢ De opkomst van grote industriële bedrijven, opkomst stoommachine
➢ Industrialisatie: bijeenbrengen van productiemiddelen
TWEEDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE:
➢ Opkomst van de elektrificatie, de vervanging van ijzer door staal, het oppompen van aardolie, het ontwikkelen
van de verbrandingsmotor en de uitvindingen van de stoomturbine
DERDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE
➢ Op vlak van de ruimtevaart, de micro-elektronica en de informatietechnologie
➢ Globalisering
2
,VIERDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE (nu)
➢ Programma’s om fabrieken, machines, … digitaal te verbinden.
➢ Nieuwe technologieën en concepten binnen kennis- en maakindustrie
Nanotechnologie en nanowetenschappen
➢ Begrijpen / bestuderen met nanometers
➢ Alles wat te maken heeft met materialen op nanoschaal
➢ Dit vertalen in de technologie (bv. digitale ontwikkelingen)
Biotechnologie
➢ de studie en het gebruik van levende organismen
➢ Voor de productie van chemische stoffen, materialen en bio-energie
➢ Verschillende sectoren:
● GROEN: landbouw en voedingssector
● WIT: industriële sector (energie, materialen, …)
● ROOD: geneeskunde (medicijnen, vaccinaties, …)
● BLAUW: marine organisme (zuiveren lucht, water, bodem, milieu toepassingen, …)
4. PRODUCEREN IN EEN INDUSTRIËLE OMGEVING
4.1 PRODUCTONTWIKKELING
= Project Planning + product ontwerp
Er wordt een programma van eisen opgesteld:
= alle voorwaarden en verwachtingen van stakeholders waaraan je je ontwerp hebt getoond. Vaak zijn er
tegenstrijdige verwachtingen → Relatieschema opstellen:
➢ Functie
➢ Materiaal
➢ Proces
● Hierbij moet men een link maken tussen al de eisen en zoeken naar een compromis
Product planning ➢ Start op grond van de marktbehoefte
➢ Vastleggen van de eigenschappen van het product
➢ Primair een taak van marketing
Product ontwerp ➢ Computergebaseerde productmodellen
➢ technische tekeningen
➢ Discrete producten = informatie over de vorm en afmetingen van de
onderdelen.
➢ rekening te houden met technologische processen.
LEVENSCYCLUS ANALYSE:
TECHNOLOGISCHE BENADERING:
➢ Primaire grondstoffen (toevoegen aan het productontwerp), het produceren van
de goederen
➢ Leveren aan de klant, onderhoud, gebruik door de klant
➢ Reuse en recycling (wanneer de producten afgedankt zijn)
Recovery = Het terugwinnen van primaire grondstoffen
Valorisatie = Het benutten van kennis om terugwinnen van materialen
Vergroening = milieubewust produceren
CRADLE TO CRADLE
(concept door McDonough en Burnjart) Ze stellen dat recyclage zorgt voor een verlaagde waarde door
kwaliteitsverlies = Downcycling. Recyclage die samen gaat met kwaliteitsverlies is het tegenovergestelde van het
cradle to cradle concept. Dit noemen we Cradle to Grave.
3
, Het Cradle to Cradle concept is een recyclageproces waarbij de kwaliteit behouden wordt. Dit creëert het
kringloopdenken. Dit noemen we circulaire economie en is wanneer afvalstromen nieuwe grondstoffen
NOODZAKELIJK OM HET WAAR TE MAKEN = Dit concept toevoegen aan het denkproces bij het product plan /
product ontwerp.
BIODEGRADEERBAARHEID: Materialen die ontbreekbaar zijn in biologische processen. Dit concept moet
toegevoegd worden in het ontwerp van een product
CIRCULAIRE ECONOMIE: is erop gericht om producten, hun componenten en grondstoffen zo lang mogelijk in het
productie- en consumptie circuit te laten circuleren en tegelijkertijd je kwaliteit ervan te waarborgen.
MARKETING BENADERING:
= gaat over de verkoopcijfers, het gaat over de totale duur waarover een product met succes wordt verkocht
STAGE 1: product planning (het idee) en product
ontwerp / productie om het product op de markt te
brengen
➢ Door promotie zullen er verkopen
..……… gerealiseerd worden maar dit gaat traag in
..……… het begin.
STAGE 2: De eerste concurrentie komt een eigen
product = groei van het product.
➢ De producteigenschappen creëert de .
.…… competitie
STAGE 3: verzadiging van het product → De prijs
creëert de competitie
STAGE 4: De vraag naar het product verdwijnt
uiteindelijk.
4.2 PRODUCTIE TECHNOLOGISCH BEKEKEN: het productieproces en procestechnologie
PRODUCTIEPROCES: kan omschreven worden als een reeks gebeurtenissen, geordend in de tijd, waarbij een
ingangsproduct (startmateriaal) wordt omgezet in een gewenst uitgangsproduct (al dan niet gedeeltelijk verwerkt
materiaal) met toegevoegde waarden.
➢ een aaneenschakeling van processen om waarde toe te voegen.
VERSCHILLENDE PRODUCTIEPROCESSEN:
Stukproductie Als er stuk voor stuk geproduceerd wordt.
➢ Hoge kostprijs, unieke specificaties en arbeidsintensief
➢ Men spreekt van projectgestuurd werken
Serieproductie Wanneer er in 1 run meerder producten gemaakt worden
➢ Kostprijs daal, weinig ruimte voor klantspecifieke wensen en minder
arbeidsintensief
➢ Mass-customization: het verwerken van klantspecifieke behoeften op grote
schaal
Continue productie Gaat over bulkproducten zoals petrochemische industrie, waarbij enorme volumes worden
of Flow Productie geproduceerd.
➢ Grootschaligheid / relatief weinig medewerkers, hoge investeringskosten, arbeid
en operatiekosten laag
Eenheidsoperaties Technologisch gezien berusten de meeste productieprocessen op een beperkt
aantal operaties of bewerkingen, die naargelang de toepassing weinig of niet
worden aangepast: eenheidsprocessen.
4