Aan het begin van de module krijg je leerdoelen mee als richtlijn voor de toets, ik heb de beantwoord en samengevat. In deze samenvatting zijn de volgende onderwerpen beschreven:
- Zwangerschap en geboorte, basiszorg en vitale functies, ontwikkelingsgerichte-, gezinsgerichte zorg en ketenzorg, gez...
Zwangerschap en geboorte
STUDIEACTIVITEIT 2.1 ONTSTAAN EN ONTWIKKELING ZWANGERSCHAP
Toont aan kennis te hebben van de normale ontwikkeling van de zwangerschap
Menstruatiecyclus bestaat uit 28 dagen. Er is alleen sprake van menstruatie zodra er een
ovulatie is gewest.
De ontwikkeling intra uterien bestaat uit 2 fasen:
1. Embryonale fase (eerste 8 weken)
- Ontwikkeling van placenta, navelstreng en alle functiesystemen
2. Foetale fase (vanaf 3e maand tot geboorte)
- Groei en verfijning van aangelegde structuren
Stadia in de ontwikkeling
- Conceptie à bevruchting, zaadcel komt eicel binnen (zygote)
o 0-3 dagen, gaat zich in meer cellen delen (32)
- 3-5: morula
- 5-7: blastula à gaat zich innestelen (nidatie)
Bevruchting
- Vindt plaats in de eileider (conceptie), de zaadcel bevrucht de eicel.
- Een bevruchte eicel heet een zygote
- Zygote gaat delen à morula – blastula – embryo – foetus
- 5-7 dagen na de conceptie vindt innesteling plaats (nidatie) à de blastula nestelt
zich in de baarmoederwand.
Ontstaan placenta:
- Vorming placenta (moederkoek) begint in de 2de week na de bevruchting
- Aanleg placenta begint met het uitgroeien van chorionvlokken (vingervormige
uitstulpingen) waarmee de placenta zich stevig aan de uteruswand hecht = gevuld
met foetaal bloed
- Tussen chorionvlokken zitten lacunes = gevuld met moederlijk bloed.
- Er vindt geen vermenging van bloed plaats à over de dunne cellaag van de
chorionvlokken heen getransporteerd (d.m.v. di>usie en actief transport)
- Het zuurstofrijke foetale bloed gaat via de navelstreng naar de foetus
- Navelstreng wordt aangelegd in de 12e week na conceptie.
Functies van de placenta:
1. Uitwisselingsorgaan om nuttige stoWen aan het kind door te geven
2. Transport barrière om het kind te beschermen tegen schadelijke stoWen
3. Hormoonproducent om het lichaam van de moeder aan te passen aan de groei
van het kind en behoud van de zwangerschap.
,Uitwisselingsorgaan met transportfunctie:
Doel: zuurstof en andere voedingsstoWen vanuit het moederlijkbloed bij het kindje krijgen.
De placenta moet de functies van 5 organen overnemen:
- Longen: zorgt voor uitwisseling O2 en CO2, dus vervangt het de functie van de
longen. In de baarmoeder zit nog geen lucht in de longen, dus nog geen
gaswisseling.
- Darmen: zorgt voor toevoer van voedingsstoWen, dus vervangt de functie van de
darmen. De baby moet hard groeien en heeft daar voldoende voedingsstoWen voor
nodig. Hij kan nog niet zelf eten of drinken (af en toe drinken van vruchtwater), voert de
placenta deze voedingsstoWen aan.
- Nieren: zorgt voor afvoer van afvalstoWen, dus vervangt het de functie van de
nieren en lever. De baby kan opgedronken vruchtwater wel uitplassen, maar geen
afvalstoWen aan worden meegegeven. Hij drinkt hetzelfde vruchtwater weer
opnieuw op.
- Lever: de baby heeft nog geen ontlasting. De lever kan daarom geen afvalstoWen
uit het bloed filteren en via de gal meegeven aan de ontlasting om het zo af te
voeren.
- Huid: de placenta zorgt samen met het vruchtwater voor een constante
temperatuur en bescherming tegen stoten, vervangt de functie van de huid.
o De placenta voert warm bloed aan, vruchtwater is een isolerende laag à
hierdoor blijft het kindje goed warm.
o De placenta met vruchtwater fungeert daarnaast als stootkussen, wordt
beschermd tegen stoten/duwen van buitenaf.
Transport barrière:
De placenta reguleert welke stoWen wel en niet aan het kindje doorgegeven kunnen
worden. Hiermee kan het kindje beschermd worden. De placenta is een barrière voor:
- Micro-organismen: als de moeder ziek is, wordt dankzij deze barrière het kindje
in principe niet ziek. Paar uitzonderingen:
o Bepaalde virussen (o.a. rubella, toxoplasmose, herpes)
o Bepaalde soa’s
§ Onderzoek op HIV aangeboden. Hiv-positieve moeder kan HIV
overdragen op haar kindje. Loopt een moeder tijdens de
zwangerschap chlamydia of gonorroe op à kan dit een oog- of
longinfectie bij het kind geven.
- Medicamenteuze en toxische sto>en: de placenta beschermt de baby tegen
veel schadelijke stoWen en medicijnen. Paar uitzonderingen:
o Bepaalde antibiotica à zwangere krijgen vaak andere AB dan niet-
zwangere.
o Corticosteroïden
o Anesthetica à keizersnede bij voorkeur niet onder algehele narcose
o Alcohol/nicotine à hersenafwijkingen bij het kind, doordat het over de
placenta kan. Groot risico op groeivertraging en sterfte.
- Eiwitten en immunologische sto>en: zoals enkele immunoglobulinen (IgA/IgM),
deze moet de baby na de geboorte zelf aan gaan maken. Uitzonderingen:
o Transferrine – de baby heeft veel ijzer nodig. Dit eiwit zorgt namelijk voor
transport van ijzer door de bloedbaan.
, o Immunoglobulines van het type G (IgG) – antilichamen zorgen voor
weerstand tegen infecties
§ IgG van de moeder kan over de placenta en zorgt ook na de geboorte
in de eerste 6 maanden nog voor afweer. Moedermelk bevat ook IgG,
dit versterkt de afweer nog verder.
§ Kinkhoestvaccinatie (20 weken prik) à moeder gaat IgG aanmaken,
gaat over de placenta, hierdoor heeft de baby eerste 6 maanden ook
nog IgG tegen kinkhoest aan boord. Doel baby beschermen tot eigen
vaccinatie (3 maanden).
Placenta als hormoonproducent:
- HCG: humaan chorion gonadotrofine
o Is verwant aan LH
o Houdt het corpus luteum (plek waar het eitje is gesprongen) in stand, zodat die
oestrogeen en progesteron blijft maken.
- HCS: human chorion-somato-mammotrofine
o Beinvloed metabole systeem van de moeder om energie toevoer naar de
foetus te faciliteren
- Progesteron en oestrogeen:
o Na 3 maanden verdwijnt het corpus luteum en neemt de placenta de
productie over.
o Oestrogeen en progesteron worden normaal in het ovarium geproduceerd,
maar in de zwangerschap moet deze productie aangevuld worden.
Embryonale ontwikkeling
Hart:
- Endocardbuis = pulserend bloedvat in het embryo (4e week na conceptie)
- 5e week vormt zich een septum van beneden naar boven in de endocardbuis (door
draaiingen krijgt het hart, de klassieke vorm + 2 belangrijk uitstroomvaten arterie pulmonalis en
aorta) naast elkaar aan de bovenkant van het hart te liggen.
Longen:
- Ontstaan uit uitstulpingen van de slokdarm à maken meer vertakkingen waardoor
patroon van de bronchusboom ontstaat (start in week 4)
- Alveoli moeten na geboorte open gaan staan à neiging om dicht te klappen door
oppervlaktespanning à hoe kleiner hoe meer neiging om dicht te klappen.
- Vanaf 25 weken gaan de longen surfactant produceren. Vanaf 28 weken is er
genoeg surfactant om voor goede longontplooiing te zorgen
- Surfactant verlaagt de oppervlaktespanning à alveoli blijft open staan
- Dreigende vroeggeboorte (<32 weken) à corticosteroïden worden toegediend aan
moeder.
- Corticosteroïden zorgen voor soort stress à waardoor een impuls om zijn organen
versnel te laten rijpen
o Voornamelijk voor de longrijping, een extra impuls tot rijping van de alveoli
kan een groot verschil maken.
Groei en zwangerschapsduur.
Groei = kan op 2 manieren gemonitord worden:
, 1. Fundushoogte (bovenrand van de baarmoeder)
o Hoogte fundus vergelijk je met de verwachten zwangerschapsduur om te
kijken of het kindje groeit
§ Positieve dyscongruentie = een sterke groei van de uterus voor de
zwangerschapduur (door grot kind, veel vruchtwater of een myoom
(goedaardig gezwel))
§ Negatieve dyscongruentie = groei van de uterus loopt achter op de
zwangerschapsduur (door groeiachterstand, weinig vruchtwater of een te
kleine placenta)
2. Meten bij echografie
o Hoofd- en buikomtrek, lengte van het bovenbeentje. Aan de hand van deze
maten kan een preciezere schatting gemaakt worden van het gewicht van
de foetus.
Zwangerschapsduur:
Dysmaturiteit: een te laag geboortegewicht in verhouding tot de zwangerschapsduur
Macrosomie: een te hoog geboortegewicht in verhouding tot de zwangerschapsduur
Immaturiteit: geboren voor 24 weken
Prematuriteit: geboren tussen de 24 en 37 weken
A terme: geboren tussen de 37 en 42 weken
Serotiniteit: geboren na 42 weken
AD staat voor amenorroeduur (zwangerschapsduur) - Amenorroe = niet menstrueren
Gravida (G) à hoevaak zwanger. Positieve zwangerschapstest, miskramen tellen mee.
Para (P) à hoevaak bevallen (vanaf 16 weken zwangerschap)
Mater (M) à hoeveel levende kinderen.
Een zwangerschap duurt ongeveer 40 weken, gerekend vanaf de eerste dag van de laatste
menstruatie van de vrouw. Onderverdeeld in drie trimesters:
Eerste trimester (week 1-12):
- In de eerste paar weken na de bevruchting ontwikkelt de bevruchte eicel zich tot
een blastocyst en vervolgens tot een embryo.
- Belangrijke organen en structuren beginnen te vormen, zoals het hart, de
hersenen, de ruggengraat en de ledematen.
- In deze periode treden vaak symptomen op zoals ochtendmisselijkheid,
vermoeidheid en gevoelige borsten.
Tweede trimester (week 13-26):
- Tijdens dit trimester groeit de foetus snel en worden de organen verder ontwikkeld.
- Meestal afname van symptomen zoals misselijkheid.
- De moeder begint mogelijk de bewegingen van de baby te voelen.
Derde trimester (week 27-40):
- De foetus groeit verder en ontwikkelt zijn longen, hersenen en andere organen om
klaar te zijn voor de geboorte.
- Toenemend ongemak ervaren door het gewicht van de groeiende baarmoeder en
de baby.
- Voorbereidingen voor de bevalling beginnen, zoals het regelen van een
geboorteplan en het klaarmaken van de babykamer.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleurhuuskes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.