Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Economie volledig samengevat! €8,16
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Economie volledig samengevat!

 44 vues  0 fois vendu

Volledige samenvatting van H1-9 met H12 als keuzehoofdstuk

Aperçu 4 sur 62  pages

  • Non
  • H1-9 + h12
  • 15 mai 2024
  • 62
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
studentugent3921
ECONOMIE
H1: WELVAART EN MARKTEVENWICHT:

1.1: GOED, MAAR NIET GOED GENOEG

• Onze economie draait goed, maar toch nog niet goed genoeg: regering geeft meer uit dan
dat ze krijgt (overheids- of publieke schuld blijft toenemen) => zorgen van de Europese
Commissie => gezondheid van de economie bekijken vanuit een holistisch perspectief (cijfers
over begroting, werkloosheid,… zegt nooit alles, ook kijken wat er aan de basis kan liggen)
• Moderne economie: systeem van productie en consumptie, overheid reguleert de economie
en kan via fiscaal beleid de economische activiteit aansturen

• Bedrijfseconoom: analyseren van operationele werking van organisaties
• Econoom: globale economische systeem of belangrijke delen ervan (arbeidseconoom
bestudeert de werking van de arbeidsmarkten)

• Structureel onevenwicht tussen vraag en aanbod wegwerken heeft uiteindelijk grote baten,
economen bestuderen dit via welvaartsanalyse (= verschil tussen kosten en baten per
interventie of beleidsoptie)

• Welvaart: kwalitatieve maatstaf die meet in welke mate inzet van schaarse middelen leidt tot
creatie van economische baten.
o Monetaire baten: hogere omzetten, winst + ..
o Niet-monetaire baten: niet mogelijk om exact te waarderen in euro's zoals stress

• Goede economie = potentieel optimaal omzetten in hoge economische welvaart
• Kosten-batenanalyse om na te gaan of de toekomstige baten van een project opwegen tegen
de investeringen van nu ervan
• Veel aandacht voor het overheidsbeleid: grote projecten worden door overheden geïnitieerd
en uitgevoerd.


1.2: BELGIË IN DE GLOBALE COMPETITIVENESS INDEX (GCI)
• Gezondheidsstatus van nationale economieën wordt gepubliceerd door World Economic
Forum: opgericht om een betere samenwerking tussen overheden en het bedrijfsleven te
faciliteren.

• World Competitiviness Report: economieën van 137 landen worden vergeleken obv
economische domeinen die onderveeld kunnen worden in 3 groepen
o Basisvereisten: kwaliteit van nationale instituties, gezondheidszorg, basisonderwijs
o Efficiëntiestimuli: efficiënte werking van markten, kwaliteit hoger onderwijs
o Innovatie en sofisticatie: gebruik van nieuwe technologieën en innovatievermogen

, • Top 3: Zwitserland, Verenigde Staten en Signapore. België staat op de 20ste plaats, buurland
Nederland staat 4de. Er volgt ook een detailanalyse om te laten zien aan welke dimensies er
juist harder of minder hard aan moet gewerkt worden.
• België: problematische macro-economische omgeving door zwakke begrotingsdiscipline van
de regeringen, hoge uitstaande schuld + geen optimale werking van de arbeidsmarkt.


1.3: WELVAART: EEN INTERDISCIPLINAIRE ZOEKTOCHT:

• Welvaartsanalyses: interdisciplinair van opzet, economie staat open voor andere disciplines,
onze economie poogt maatschappelijk relevant te zijn: inclusief + hoog niveau van welzijn
• Inclusieve maatschappij: dezelfde kansen en hoge levenskwaliteit voor alle inwoners,
achterstallige groepen moeten actief begeleid worden om hun kansen optimaal te benutten
o Transactiekosten: kosten die boven op de prijs van het product komen:
vervoerskosten bvb, hoge transactiekosten zorgen ervoor dat iets minder snel
verkocht of aangekocht wordt.
o Concurrentie op huisvestingsmarkten: voldoende aanbieders of zeer grote
ondernemingen
o Toegang tot kapitaal: ondersteunen de financiële instellingen op een faire manier?
o Huursubsidie: tegemoetkoming in de huurprijs of algemene inkomenssteun

• Doel welvaartanalyse: maximale welvaart: invulling van die welvaart gebeurt interdisciplinair
• Kost van onze gezondheidszorg stijgt: beleidsmakers willen de prijs beheersen en hoge
kwaliteit => actief preventiebeleid is essentieel, maar wordt niet ondersteund. Economen
pleiten om middelen voor activerende preventie te verhogen, deze kost is in het begin hoog,
maar wordt terugverdiend als lagere uitgaven voor behandelingen

• Mens sana in corpore sano: een gezonde geest in een gezond lichaam: geestelijke
gezondheidszorg wordt op een zeer kleine schaal georganiseerd.
=> welvaart is veel meer dan consumptie van goederen en diensten door private bedrijven, een
complete welvaartanalyse is daarom ook per definitie: multi- of interdisciplinair.


1.4: WELVAART UIT MARKTTRANSACTIES:
• Markt: kopers en verkopers komen samen, wanneer ze het eens worden over de prijs en
hoeveelheid ontstaan er transacties => nu: consumenten aan vraagzijde en producenten
• Economisch motief: consumenten kopen iets omdat ze er baat in zien (= surplus, welvaart)
• Organisatie & gebruik van markten heeft invloed op creatie van welvaart in een maatschappij

• Elke markt moet geanalyseerd worden aan de hand van specifieke vraag- en aanbodrelaties,
zo kan je meten wat de totale welvaart voor alle individuen is in die specifieke markt
o Iemand met interesse, maar onvoldoende koopkracht kan niet consumeren.
o Bereidheid tot betalen kan gekwantificeerd worden in geldtermen: impliciete kennis
van de waarde bepaalt onze bereidheid, een dalend grensnut leidt tot lagere
bereidheid tot betalen
• Bij hoge dorst is een drankje veel meer waard dan wanneer je geen dorst
hebt dus ga je ook minder willen betalen ervoor
• Sterke waardering = hoge prijs betalen, lage waardering = lage prijs

• Verband tussen gevraagde hoeveelheid en rankschikking van individuele bereidheid: weinig
consumenten zijn bereid zeer veel te betalen, naarmate prijs daalt willen meer consumenten

, het aankopen => wet van de vraag: de gevraagde hoeveelheid in een markt zal toenemen
indien de prijs daalt. Stijgt de prijs, dan daalt de gevraagde hoeveelheid.

• Individuele consumentensurplus: verschil tussen nut en marktprijs (bvb: prijs daalt waardoor
er extra geld is vrijgekomen voor andere aankopen)
o Marktprijs > individuele waardering: geen transactie: negatief individueel
consumentensurplus

• Producenten gebruiken arbeid om goederen aan te bieden die gewaardeerd worden door
consumenten, zonder productie is consumptie onmogelijk. Productie moet wel hoog zijn
want anders is de kostprijs zeer hoog.
• Stijgende aanbodrechte: de marginale productiekost rangschikken van laag naar hoog

BOX 1.1: MET WELKE KOST GAAT DE AANBIEDER NAAR DE MARKT

• Een aanbieder wil steeds zijn marginale kost recupereren, een aanbieder gaat dus met de
marginale kost naar de markt. Als de aanbieder onder de marginale kost gaat en voor minder
verkoopt maakt hij verlies.



1.5: VRAAG, AANBOD EN MARKTEVENWICHT:

• Zowel vraag als aanbod bepalen de samenstelling van de markt:
o Er zijn consumenten die een zeer hoge prijs willen betalen, maar veel meer die een
lage of zeer lage prijs willen betalen

• Evenwichtsprijs: aangeboden hoeveelheid is gelijk aan de gevraagde hoeveelheid
• Dure overproductie bij figuur 1.1: van de 140 eenheden worden er maar 55 verkocht, bij 60
euro vinden we een evenwicht tussen de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid.

• Wet van het aanbod: daling van de prijs leidt tot een daling van de aangeboden hoeveelheid
(wet van de vraag: daling van de prijs leidt tot stijging van de gevraagde hoeveelheid)
o Surplus bij eenheid 55 is de rode dubbele pijl: namenlijk surplus van 40 euro

• Totale surplus of de welvaart: optelsom van consumentensurplus (= verschil tussen de
bereidheid tot betalen van alle consumenten en de evenwichtsprijs => wanneer
consumenten meer bereid zijn te betalen dan de geldende prijs) en producentensurplus (=
verschil tussen evenwichtsprijs en de marginale kost van de aanbieders => wanneer
producenten bereid zijn het product te leveren voor minder dan de geldende marktprijs)

• Maximale welvaart impliceert maximale efficiëntie: consument wordt hier zelf beter van
• Markten zijn continu in beweging: vraag kan variabel zijn dus kunnen producenten kiezen
voor nieuwe technologieën. Dynamische analyse bestudeert de evolutie van evenwichtsprijs
doorheen de tijd => principe van zelfregulerende markten

, BOX 1.2: RELATIEVE PRIJZEN

• We beoordelen de markten die voor ons als consument relevant zijn
• Bewegingen in de markt komen door gedragsveranderingen van vragers en aanbieders en
leiden tot aanpassing op andere markten => relatieve prijsverhouding in vergelijking met
andere producten, die verhoudingen bepalen ons gedrag


1.6: ZELFREGULERENDE MARKTEN:

• Evenwichtsprijs & evenwichtshoeveelheid: de vraag stijgt van V1 naar V2, huidige vragers
kunnen bereidheid tot betalen verhogen, waardoor vraagrechte naar boven verschuift.
• Hierdoor is er een nieuwe evenwichtsprijs nodig om evenwicht te herstellen
• Totdat de evenwichtsprijs er is, is er sprake van een aanbodstekort. Er moet dus een
nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid ontstaan dan is er terug
evenwicht.

• Vinden van een marktevenwicht is gebaseerd op winstmotief: bij een toename van de vraag
maken aanbieders winst op de bijkomende productie tot het nieuwe evenwicht bereikt is.

• Vrije markten hebben het belangrijskte vermogen om zichzelf te reguleren in functie van
maximale welvaart => intervenieer niet in vrije markten en geniet van de zelfregulerende
discipline en maximale welvaart. Markten komen automatisch in een proces van
zelfregulering

BOX 1.3: PRIJSINTERVENTIE DOOR DE OVERHEID: RECEPT VOOR WELVAARTSVERLIEZEN?

• Overheid kan oordelen dat de consument moet beschermd worden tegen te hoge prijzen =>
maximumprijs instellen
• Bij P1 bedraagt het vraagoverschot Q1-Q4: onvoldoende aanbod


1.7: VERLIEZERS EN WINNAARS:

• Wanneer de vraag daalt, dalen ook de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid, ook bij
een lagere hoeveelheid wordt de welvaart en de efficiëntie gemaximaliseerd

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentugent3921. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,16
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté