LABO: RAMMELAAR TOT RAKET
REGGIO
DE 100-TALEN VAN KINDEREN
Vanaf z’n geboorte is ieder kind competent, krachtig en intelligent en beschikt over wel honderd
talen om met zijn omgeving te kunnen communiceren.
Kinderen zijn vanaf hun geboorte gericht op interactie en communicatie met de mensen in hun
omgeving.
kinderen zijn nieuwsgierig en leergierig en ze benaderen hun wereld met al hun zintuigen en
vermogens.
Kinderen maken verbindingen tussen hun ideeën , vormen theorieën en maken plannen.
Jonge kinderen zijn onderzoekers : zij geven vorm aan hun eigen ontwikkeling.
Kinderen zijn afhankelijk van de zorg en aandacht van de volwassenen om hen heen
Want al zijn hun vermogens nog zo groot en zijn hun ideeën en plannen nog zo betekenisvol,
ze hebben volwassenen nodig die zich in hen verdiepen, naar hen kijken en te luisteren.
Professionals moeten aansluiten bij de onderzoeksvragen van de kinderen door hun ruimte,
materialen en situaties te bieden.
“Creativiteit is respectvol zijn voor de taal die het dichtste aansluit bij je persoonlijkheid.
Er zijn heel wat jongeren die zich het best voelen als ze emoties mogen uitdrukken in dans, zang,
muziek, beeldtaal… Al die talen verwijzen we in het dagelijkse leven naar de zijlijn. Wie sociaal niet
zo vaardig is, adviseren we automatisch een sociale vaardigheidstraining.
Er is weinig inspanning om met deze jongeren te verkennen met welke taal hij of zij zich het
beste voelt.
Het is belangrijk om werk te maken van de taal die je in je draagt, deel te nemen aan dans,
zang, theater of wat dan ook. Want nadien leer je dan vaak ook beter talig te communiceren.
Cultuureducatie is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de hersenen en de persoonlijkheid van
kinderen.
Kunst- en cultuuractiviteiten zijn belangrijke hefbomen om kinderen op een positieve manier
te betrekken in een steeds veranderende wereld.
De hele wereld van cultuureducatie zou centraler moeten staan, omdat het een minder
belerende wereld is, een vriendelijker wereld dan die van pure kennisoverdracht en omdat
cultuur op een onzichtbare manier het hele spectrum van zintuigen bewerkt.
DE RUIMTE ALS DERDE PEDAGOOG
, Een van de Reggiaanse uitgangspunten is het concept de ‘drie pedagogen’.
1) Kinderen leren het meest van elkaar, zij zijn elkaars eerste pedagoog.
2) De tweede pedagoog: de volwassenen, de ouders, leerkrachten, leiding en anderen.
3) De derde pedagoog wordt gevormd door de ruimte: de inrichting en de materialen.
Ruimte moet uitdagen, bijdragen aan de ontwikkeling en educatie van kinderen.
Bij de invulling en inrichting hechten wij veel belang aan een aantal basiselementen die in
samenhang zorgen voor het goed functioneren.
Meestal wordt bij het ontwerp van een ruimte uitgegaan van de ‘harde kwaliteiten’: wat
zijn de afmetingen, hoeveel vierkante meter is beschikbaar, waar zitten de deuren, hoe is
de hoogte? Dan volgt de inrichting en als laatste zijn de materialen aan de beurt.
Bij de peutergroep is er vanaf de start veel aandacht geweest voor de zogenaamde
‘zachte kwaliteiten’. Hoe is de lichtinval, wat, waar en hoe moet worden aangelicht? Om
het geluid in de groep prettig te maken en muziek mooi te laten klinken, werden
gordijnen opgehangen en is er een groot zacht vloerkleed. Ook geur speelt een rol. Het
ligt voor de hand, maar is niet altijd vanzelfsprekend: de ruimte waarin de kinderen
werken, spelen en leren moet prettig en leefbaar zijn.
Het moet een omgeving zijn waar je als groep kan zijn én waar je je als individu thuis
voelt. Er zijn veel mogelijkheden om andere kinderen en andere ideeën te ontmoeten.
Maar er zijn ook verbindingen tussen de groep en thuis: een eigen kussentje, een doos
met eigen werkstukken en een door moeder gemaakte handpop. Een omgeving van en
voor kinderen mag niet zijn afgesloten van de wereld, een klas is niet een wereld op
zichzelf maar zou over haar grenzen, muren heen moeten kijken. Buiten is de speelplaats,
maar buiten is ook de straat
De groepsruimte van de peuters kan zich voegen naar de groep kinderen die er spelen en
leren. Wat houdt deze kinderen bezig? Zijn ze aan het werk met licht en donker? Dan
moet de ruimte goed verduisterd kunnen worden voor spannende lichtjes en projecties.
Is er een groepje kinderen vaak aan het klimmen en klauteren? Dan is veel lege ruimte
gewenst voor bijvoorbeeld grote dozen waar doorheen getijgerd kan worden. Zijn er veel
‘bouwers’ in de groep, dan hebben die behoefte aan rustige plekken waar hun
bouwwerken veilig kunnen blijven staan. Zo verandert de ruimte met de kinderen die er
gebruik van maken.
Dit observeren en adequaat erop reageren, is een dagelijkse taak van de
groepsleerkrachten. Ze hebben een grote opdracht en verantwoordelijkheid om te
zorgen dat de ruimte echt functioneert als derde pedagoog.
Kinderen hebben er recht op dat de ruimte waar zij een groot deel van hun tijd
doorbrengen, rijk is. Rijk in de zin van een grote rijkdom aan mogelijkheden.
WAT IS REGGIO?
Reggio Emilia is een stad in het noorden van Italië