Wat is cultuur?
Alle begrippen moeten altijd zeer goed gekend zijn!
Definitie van het begrip ‘cultuur’
= het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen enz. van een
land, volk of groep
Cultuur met een grote C = de klassiekers, theaters, kunst, muziek …
Cultuur met een kleine c = bestaande cultuur vb. volksfeesten, kermiskoers …
Volgens Geert Hofstede: Cultuur is de collectieve mentale programmering die de
leden van een groep onderscheidt van die van andere groepen.
Cultuur is aangeleerd
Cultuur kan gezien worden als een uit: van de buitenste laag tot aan de diepste
laag ga je van direct waarneembare zaken naar onzichtbare zaken.
1. Zichtbare elementen
Je wordt in andere landen onmiddellijk geconfronteerd met wat je ziet vb.
chaotische verkeer in India, hoge flatgebouwen in NY…
Tastbaar (artefacten)
2. Onzichtbare elementen
Hierbij moeten we proberen interpreteren zonder te oordelen!
Dit zijn de standaarden voor correct en gewenst gedrag
Vb. in Duitsland is op tijd zijn echt op de tijd zijn
Dit zijn allemaal zaken die je van kleins af aan aangeleerd krijgt, maar ook
door socialisatie = we worden opgevoed door de groep, onze peer-groeps,
de klasgenoten…
3. De culturele ijsberg
Metafoor = een beeld, dat gebruikt wordt om de relatie tussen zichtbare
en onzichtbare elementen duidelijk te maken
Inhoudsvragen de culturele ijsberg:
1. Wat is de culturele ijsberg?
We zien maar een klein deel van de “cultuur”. Van het land: de
architectuur, verkeer, gastronomie, maar er steekt maar een klein
gedeelte boven het water.
Normen, waarden en overtuigingen van een cultuur zijn eerst
onzichtbaar, maar ze bepalen wel het gedrag en de perceptie. Deze
zijn belangrijker dan het zichtbare gedeelte.
Denk aan de "Titanic". Die liep lek op een ijsberg. Die metafoor is
ook van toepassing op interculturele communicatie: De
misverstanden ontstaan doordat de conversatie "lek" loopt op het
onzichtbare gedeelte.
2. Waar of niet waar?
90% v/d ijsberg is onzichtbaar – Waar
, Je hebt interactie nodig om een cultuur je begrijpen – Waar, je moet
neutraal vragen kunnen stellen.
Kunnen inwoners van een land hun eigen cultuur eenduidig
definiëren – Niet waar Vb. stadscultuur zal anders zijn dan de cultuur
van het platteland.
“Free speech” toont aan dat een begrip iets anders kan betekenen
in een ander land – Waar
3. Perceptie van een andere cultuur. Welke 3 factoren benoemt de
spreker?
Emotionele factoren (= subjectieve factoren)
Zichtbare factoren
Heb je contact met de cultuur?
4. Wat is een stereotype?
= vast beeld van iets/ iemand dat niet helemaal met de werkelijkheid
klopt
5. Wat is het eindadvies van de spreker om culturele misverstanden
te vermijden?
Keep an open mind: met een open, onbevangen blik kijken. Niet te
snel oordelen of veroordelen.
Ask questions: stel vragen over de verschillen die je opmerkt, of
onverklaarbare elementen. Probeer op een neutrale manier het
“Waarom” te achterhalen.
Be aware of your own cultural dispositions : wees bewust van je eigen
vooroordelen, van je eigen culturele programmering.
Culturele programmering
Geert Hofstede heeft een eigen definitie van cultuur: “De collectieve mentale
programmering die de leden van 1 groep onderscheidt van die van andere
groepen.”
Programmering gebeurt via:
Waarneming
Opvoeding
Normen en waarden
Socialisatie: leerproces binnen de groep
Culturele programmering zorgt er NIET voor dat we robots worden, we zijn
allemaal een uniek individu en kunnen zelf keuzes maken.
Menselijke natuur is dwingend vb. honger & dorst
Cultuur leert ons ermee omgaan
Hoe we de zaken leren of programmeren:
1. Uit opvoeding
Het gewenste gedrag zal zolang aan je gevraagd worden tot je het uit
jezelf doet en het normaal wordt. Vb. handen geven, ook bij kleine
kinderen vragen de ouders om een hand te geven.
2. Socialisatie
Door om te gaan met anderen leer je wat kan en wat niet.
3. Door normen en waarden
, Wat de normen en waarden binnen jouw cultuur zijn, zullen een invloed
hebben op jouw gedrag.
4. Waarneming
Door om je heen te kijken en bewust/ onbewust keuzes te maken over hoe
we ons gedragen, bouwen we mee aan de programmering.
Het TOPOI-model van Edwin Hoffman
Er zijn culturele misverstanden of culturele ruis vb. luid VS stil spreken,
gewoontes die leden van andere groepen irriteren …
Het TOPOI-model biedt een houvast om de misverstanden in de gespreksvoering
op te sporen.
De conclusie van Edwin Hoffman
We moeten een onbevangen, open houding hebben tegenover een andere
etnische achtergrond. De verschillen die aanwezig zijn tussen jou en hen mag je
niet meteen als negatief gaan interpreteren.
5 elementen van TOPOI
1. T = taal (verbaal & non-verbaal
Vb. Altijd “ja” in Japan is een vorm van beleefdheid. Glimlachen/ernstig kijken.
Veel/weinig handbewegingen
2. O = ordening
= de ideologie, mening, interpretatie, inhoud, logica en referentiekader
Vb. Zwarte piet is racistisch, solidariteit is noodzakelijk/niet nodig, ouderen
hebben altijd gelijk en worden niet tegengesproken
3. P = personen
= de hiërarchie, symmetrische en complementaire relaties
Vb. Man/vrouw: gelijkwaardig of complementair? Sprake van onderschikking?
Hebben kinderen inspraak in gezin?
4. O = organisatie
= sociale en professionele context, procedures, regels, volgorde van handelen
Vb. een aankoop doen, kan je zelf die beslissing nemen in het bedrijf of moeten
er verschillende stappen doorlopen worden?
5. I = inzet
= bedoeling, intentie en behoeftes
Vb. iemand doet de deur open voor jou om beleefd te zijn
TOPOI-model
Beetje geforceerd
Dr. Hoffman had hier een bedoeling mee. “Topoi” betekent in het Grieks
“plaatsen”
Hij wou 5 plaatsen/ werven beschrijven waar de communicatie kan
mislopen.
, 6 culturele dimensies van Geert Hofstede
Geert Hofstede
Cultuur is de collectieve programmering van de geest die de ene leden
onderscheidt van de andere groep.
Hofstede = een Nederlandse antropoloog die onderzoek deed bij IBM. In dit
bedrijf werd snel duidelijk dat de nationale cultuur hier sterk aanwezig was. Hij
heeft een systeem gemaakt om die verschillen zichtbaar en meetbaar te maken.
6 vastgestelde dimensies – 6-D model (hofstede) GOED KENNEN
1. Macht en afstand
2. Individualisme en collectivisme (belgië is zeer individualistisch)
3. Mannelijkheid en vrouwelijkheid, maar het gaat over de ideeën die hier
achter schuilen
4. Onzekerheidsvermijding
5. Lange of korte termijn oriëntatie
6. Genieten van het leven of soberheid
Met deze dimensies kan je een cultuur beschrijven en je zal de dieperliggende
drijfveren van een cultuur kunnen aansturen. De bedoeling is om landen te
vergelijken, geen individu.
Boven de 50 = die dimensie is hard aanwezig (/100)
Helpt bedrijven om motivatie aan te sturen en om te connecteren met
bedrijven in het buitenland.
Hij vraagt wel om de score te relativeren, want de score telt niet voor ieder
persoon. En het gaat niet om goed of slecht.
België
1. Machtafstand (grote/kleine)
De mate waarin je het normaal vind dat de macht (on)gelijk verdeeld is. In
school, werk,…
Vb. foto Obama, lage machtafstand & foto Korea, hoge machtafstand en er
is veel respect voor de grote bazen