Hoofdstuk 1: De doorbraak van de burgerlijke parlementair-constitutionele staat
(1795-1847)
Periode: 1830-1848 = overgangsperiode
Overgang van ancien Régime naar een industriële burgerlijke samenleving
Ancien regime: maatschappijvorm die we hadden tot Franse revolutie
• Landbouweconomie
• De kerk en de adel = de geprivilegieerde standen
• Macht godsdienst en vorst
à vorst regeert met de 3 standen (adel, clerus, 3destand) adhv Statenvergaderingen
(elke provincie onafhankelijk (vorstendommen) à confederaal systeem)
Schoonmoederregime in 18de eeuw
à We werden bestuurd vanuit Wenen
à 2 schoonmoeders, Republiek der verenigde provinciën (Nederland), en GB
à een soort toezicht regime op ons gebied à versterkingen om Nederland te verdedigen tegen
FR en ze hadden haven van Antwerpen onderworpen
Frans regime:
1795 à België deel van Frankrijk
• Eenheidsstaat met 9 departementen ipv vorstendommen
• Afschaffing leenrecht/ privileges à Franse revolutionairen gaan rijkdom kerk aanvallen
à Fransen gaan kathedralen afnemen/ afbreken en verkopen goederen van kerk
• Nationale soevereiniteit = alle burgers van Frankrijk vormen natie en wet is zelfde voor
alle leden van die natie à dat systeem willen revolutionairen van 1830 terug!
• Nieuw juridisch systeem – wet wordt gestemd in Parijs en gelijk toegepast – voeren
wetboeken in – maken einde aan versnippering vh recht à alle juristen opnieuw
studeren à 1 wet geld voor iedereen (dat is nieuw)
• Haven van Antwerpen (geblokkeerd door Nederlanders) terug vrij
Concordaat tussen Napoleon en Kerk (1801)
à kerk krijgt 2 compensaties voor het verlies van goederen
1. Priesters, bisschoppen,.. krijgen weddes
2. Kerkgebouwen (beheerd door kerkfabrieken) krijgen subsidies van overheid
1815: het creëren van Verenigd koninkrijk der Nederlanden
Congres van Wenen (1814-1815)
• Samenvoegen van België en Nederland dient als bufferstaat tegen Frankrijk
• Orange- Nassau
à Orange = Frankrijk à is NL kwijtgeraakt
à Nassau = Duitsland à is NL kwijtgeraakt
DUS als compensatie à krijgen huidige België & ook wordt Willem 1 leider van GH
Luxemburg
, 3
Grondwet 1815:
Belgen boos want alle macht gaat uit van de koning
• Geen ministeriele verantwoordelijkheid
• Vorst kan altijd tussenkomen in processen
Parlement: staten- generaal
• 50/50 Noord-Zuid bij stemmingen (België was groter dus niet eerlijk)
• Bicameraal stelsel: eerste/tweede Kamer
• 10jarige begroting: Om de 10 jaar gestemd welke belasting het parlement zal
heffen, een voorspelling maken van de uitgaven.
De Belgische Revolutie 1830
Politie doet niks
à Korps de burgerwacht wordt opgestart à nemen straten van bx over
à Vooral jonge mannen leiden de revolutie
Landbouwland werd met de tijd een jong industrieland, dat kwam vooral door de steun van Willem I
en betekende dus succes voor hem
Maar voor de bewoners was de landbouw nog steeds belangrijk. En dat leidt tot een staatsbestel
voor Willem I. Er waren 2 oppositiegroepen die het eerder oneens waren met Willem I:
Katholieken (adel en clerus) à willen hun macht terug van voor Franse revolutie
Liberale middenklasse à vinden dat koning te veel macht heeft
à Deze 2 kunnen elkaar niet uitstaan maar creëren een monsterverbond (= coalitie tegen
gemeenschappelijke vijand)
Context Revolutie:
Revolutie op straat werd gevoerd door de armen
à toch werden zij uitgesloten van de macht
De Conservatieven krijgen herinnering aan de Brabantse Omwenteling (een opstand in 1787,1789-90
tegen de progressieve maar autoritaire vorst die gelijkaardig aan Willem 1 is)
Wat waren nu de eisen die deze middenklasse had?
• Volkssoevereiniteit = De burgers kiezen de machthebber
• Parlementaire regime = Macht gaat uit van het Parlement
• Ministeriële verantwoordelijkheid = Parlement controleert de regering
• Rechten en vrijheden = rechtsbescherming voor het individu
De Conservatieve Adel en Clerus waren tegen de onderwijspolitiek van Willem I.
Hun eisen waren:
• Vrijheid van Godsdienst = de kerk doet wat ze wil
• Vrijheid van onderwijs = de kerk kan onderwijs organiseren zonder dat de staat ertussen komt
Dat leidde tot een Monsterverbond in 1827
, 4
Hoe verloopt de revolutie:
• Massa’s ontevreden paupers (armen) gingen rellen starten etc.
• Middenklassen ondernemen acties via kranten & petities
Kroonprins werd naar Brussel gestuurd door Willem I om te onderhandelen, en ook NL leger ging naar
Brussel om het zogezegde gezag te herstellen. NL trok zich na 4 dagen strijd terug, maar bleef toch
even vast in Antwerpen en de stad werd beschoten.
En tijdens deze gevechten werd er een voorlopig bewind opgericht:
à de onafhankelijkheidsverklaring in oktober 1830
à verkiezingen nationaal congres in november 1830
Zo gemakkelijk was dat niet, België werd voor een goede reden samengevoegd met NL, om ruzies en
zelfs grote Europese oorlogen te vermijden.
à Hierdoor moest er een Conferentie in Londen gehouden worden in november 1830
Het Nationaal Congres en De Grondwet:
Er kwam een compromis tot stand tussen de opposities: De Liberalen en de Conservatieven
De liberalen waren overtuigd ervan dat iedereen moet recht hebben om rijk te worden en dat de
stijging van het individu heel belangrijk is (middenklassen)
De conservatieven daarentegen wouden veel liever de macht van vroeger terug (katholieken)
• Gematigde hervorming (Lib)
• Bewaren machtsstructuur van voor Franse Revolutie (Cons)
Verkiezingen Nationaal Congres: wou volksdemocratie voorkomen
In de 19de eeuw gold nog steeds de “kiescijns” het probleem hiermee was dat ze te hoog waren voor de
gewone burger. Dat wil dus zeggen dat de kleine burgerij en de democraten/ republikeinen geen recht
hadden om te stemmen.
à Kiescijns niet overal hetzelfde (hoger in steden dan op platteland)
à Ook capaciteit stemrecht = mogen stemmen als je diploma hebt (1malig)
Er is Nationale soevereiniteit GEEN Volkssoevereiniteit
In Het Nationaal Congres waren 2 groepen belangrijk:
De Adel (GGB)
De Intellectuelen (advocaten)
à Meer conservatieven/ gematigde katholieken dan liberalen en democraten
Zij zullen de Grondwet schrijven: Progressieve grondwet want: Politieke vrijheid werd een
grondrecht, en de bewaking van die vrijheid MOET door het parlement geleverd worden.
• Ten eerste werd zo de macht van de koning beperkt, hij is “gebonden” aan de Grondwet.
• Scheiding der machten
• Ministeriele verantwoordelijkheid
• Contraseign, en dat wil zeggen dat alles wat de koning doet MOET ondertekend worden
door de ministers.
, 5
Wat zal er veranderen?
Rol van het Parlement = Rationeel discussiëren, en het toezicht op de staat maar met
niet te veel interventie
• Rol van de Overheid = Veiligheid bieden, en de bescherming van het eigendom
• Rol politieke vrijheid = recht om te vergaderen of zelfs een vereniging te starten, maar
zeker ook de PERSVRIJHEID.
Het probleem was: Dat het NIET democratisch verliep tussen het Nationaal Congres en de Revolutie op
zich:
De revolutie werd behaald door behulp van de massa, maar in het parlement werd die massa niet
vertegenwoordigd. Er komt geen republiek omdat men veel te bang is voor een waarschijnlijke
volksdemocratie.
Een nieuwe koning moest gekozen worden maar wie?
• Hertog van Nemours (fr) à Frankrijk zegt NEEN
• Leopold van Saksen-Coburg: was volgens de Engelsen de perfecte koning zo kregen de Belgen
steun van Engeland + goede relaties met banken.
Schijndemocratie:
Bicameraal systeem: Senaat en kamer van volksvertegenwoordigers
Senaat à VERkiesbaarheidscijns 1000 fl. à enkel adel kon zich kandidaat stellen
à Verkiezingen om de 4 jaar (50% Senaat herverkozen)
Kamer à verkiesbaarheidscijns tussen 20 & 80 fl. à iedereen kan kandidaat stellen
à Verkiezingen om de 2 jaar (50% Kamer herverkozen)
Plurinominaal meerderheidsstelsel: evenveel stemmen als zetels (personen kunnen meerdere stemmen
uitbrengen, 3 zetels = 3 stemmen)
Door deze schijndemocratie werden de politieke vrijheden beperkt:
• Het coalitieverbod à het is verboden om samen met anderen op te komen voor een beter
loon (vakbonden verboden) = tegen de vrijheid voor vereniging
• Kiescijns kamer zijn in realiteit hoger à 1% kan maar stemmen
• De persvrijheid à ook belastingen op = dagbladzegel (weinig mensen knn zich informeren)
à Op platteland worden katholieke partijen meestal verkozen, in steden liberale.
De kerk, comfortabel in de Grondwet:
Ook voor liberalen is katholiek geloof de basis voor stabiliteit in maatschappij
Voordelen scheiding kerk/staat:
• Geen controle op zorg, onderwijs, eredienst
• Toch financiering van overheid (concordaat napoleon)
Lekensamenleving = onmogelijk (heel de samenleving draait rond kerk)
• Kerk = staat in de staat
• 1 nadeel: kerk moest vrijheid van meningsuiting erkennen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lolavdv. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.